Falende rechtstaat – deel 1: de Toeslagenaffaire
De toeslagenaffaire is in Nederland een politiek schandaal waarbij ongeveer 26.000 ouders onterecht slachtoffer werden van fraudeverdenkingen met de kinderopvangtoeslag. Geselecteerd op basis van afkomst, werden deze ouders door de Belastingdienst van 2013 tot en met zeker 2019 aangemerkt als fraudeur, en kregen jarenlang te maken met onterechte boetes en tegenwerking, met verstrekkende gevolgen voor de getroffen gezinnen. Het rapport “Ongekend Onrecht” erkent de misstanden. Op 15 januari 2021 trad het kabinet af vanwege de toeslagenaffaire.
“Falende rechtstaat” zo klonk het eerder in de Tweede Kamer. Grote woorden over hoe het rechtssysteem heeft gefaald als het om de toeslagenaffaire gaat.
“Een misser van het rechtssysteem”… “beschamend”. Wat had ik die woorden ook graag willen horen als het gaat over dwang in de GGZ. Maar als het over de GGZ gaat, is een soortgelijke erkenning of schadevergoeding voor de slachtoffers nog ver te zoeken. Blijkbaar is een financiele misstap eenvoudiger aan de kaak te stellen dan het systematisch gebruik van geweld in de GGZ, terwijl het belang zeker even groot is, voor een gezonde samenleving.
Het verslag van de Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag “Ongekend Onrecht”, geeft als toelichting op de titel: “Ongekend, omdat het lang heeft geduurd voordat de omvang en ernst door de politieke en ambtelijke top werden erkend. (…).”
Falende rechtstaat – deel 2: de GGZ doofpot
Het beschreven leed van de toeslagen affaire komt in de buurt bij GGZ leed, waarbij mensen ook op systematisch wijze slachtoffer worden van een harde aanpak, en zelfs fysiek geweld onder de noemer ‘gedwongen zorg’. Weliswaar niet op basis van afkomst, maar geselecteerd op basis van beperking en/of diagnose. En vooralsnog is dat onrecht in de GGZ nóg ongekender, omdat het om fundamentele mensenrechtenschendingen gaat en er nog steeds geen dergelijke erkenning is van het jarenlange diepe leed veroorzaakt door dwang in de GGZ.
Als activist probeer ik al jarenlang het onrecht dat plaatsvindt door dwang in de GGZ aan de kaak te stellen. Immers, opsluiting is geen zorg. Echte zorg is aandacht voor welzijn en herstel. Het toepassen van dwang in de zorg is repressie en mishandeling. Sinds 2008 is bovendien het VN-verdrag voor de Rechten van Personen met Beperkingen (UN CRPD) in werking getreden, en wordt dwang in de zorg expliciet als mensenrechtenschending gezien. Dat betekent dus dat dwang in de zorg verboden moet worden.[1]
Toch zijn er in Nederland nog steeds elk jaar duizenden slachtoffers van dwang in de GGZ, omdat de Nederlandse wetten (zoals Wet Verplichte GGZ) deze praktijken nog steeds toestaan. Dergelijke wetten zijn een obstructie voor de ‘klachtwaardigheid’ en ontvankelijkheid inzake klachten over dwangtoepassing, en dat maakt de slachtoffers rechteloos en machteloos. Bij dwangtoepassing wordt de wil van de persoon genegeerd, en wordt er over diens grenzen heengegaan, ook al verzet de persoon zich. Er zijn ontzettend veel klachten over dwang in de GGZ, maar deze klachten worden niet erkend door het Nederlandse rechtssysteem. Het is een doofpot.
Ik zal het falen van de rechtstaat inzake dwangtoepassing in de zorg in de volgende paragraaf illustreren met mijn persoonlijke ervaringen.
Persoonlijke illustratie: GGZ en rechteloosheid
Ook mij is onrecht aangedaan door diverse organen die uit naam van de overheid handelden. Het is eigenlijk een klassiek verhaal van kindermishandeling in een instelling, waarbij ik werd opgesloten, platgespoten, vastgebonden en gevisiteerd vanwege psychosociale problemen. Dat begon in 1994. Ik was toen 16 jaar oud. Puur vanwege mijn status als GGZ-client raakte ik blijkbaar allerlei rechten kwijt, zoals het recht op vrijheid, zeggenschap en lichamelijke integriteit. Ik had opeens niets meer te zeggen over mijn eigen leven, werd niet serieus genomen, en mijn fundamentele rechten werden geschonden. De toepassing van dwang (isoleercellen, vastbinden, platspuiten enz.) als antwoord op “onrust” en zelfmoordpogingen zou voor “normale mensen” onder de noemer zware mishandeling vallen. Maar ik moest het maar accepteren als deel van het leven in de GGZ-kliniek. Ik ben langdurig in een isoleercel opgesloten, zonder strafblad of proces, maar puur omdat er geen tijd was en ze me poogden te beschermen tegen zelfmoordpogingen. Maar de rigide bejegening werkte averechts. Het was traumatisch. (zie artikel: “16 jaar oud, depressief en gemarteld in de psychiatrie” [2] en “gender interrupted by forced psychiatry” [3])
Na deze ontwrichtende ervaringen in de GGZ (1994-1997), heb ik letterlijk op alle niveaus geprobeerd om mijn recht te halen, om erkenning te vinden, en deze misstanden uit te bannen.
Ik heb ongeveer 25 jaar lang de juridische weg doorlopen en alle beschikbare rechtsmiddelen in Nederland uitgeput inzake mijn eigen klachten. Maar helaas was dat zonder resultaat. Het is een waslijst van pogingen om toegang tot rechtspraak te vinden, zoals onder andere via de klachtencommissie, de ombudsman, media interviews, het College voor de Rechten van de Mens, een persoonlijk gesprek met Ab Klink destijds Minister van VWS, en ik heb zeer veel advocaten aangeschreven met meestal een afwijzing tot gevolg (“te complex, te lang geleden”). Uiteindelijk vond ik een advocaat, en kon ik aangifte doen bij de politie, en een artikel 12 Sv procedure, maar de Nederlandse rechtbanken startten geen onderzoek en wezen mijn klachten bij voorbaat af. Zelfs de UN Special Rapporteur on Torture heeft met de Nederlandse Staat gecommuniceerd nav mijn zaak (2014), maar de Staat reageerde ontwijkend en heeft de oproep van de VN-Special Rapporteur on Torture inhoudelijk niet opgevolgd. En in januari 2018 kreeg ik ook nog het bericht dat het Europees Hof voor de Rechten van de Mens mijn zaak als “niet ontvankelijk” beschouwd (en dat ligt vooral aan de jurisprudentie van het Hof op basis van verouderde uitgangspunten), maar het doet onverminderd pijn. Al met al blijkt het dus zo te zijn dat er zelfs na 25 jaar procederen nooit een onderzoek is gedaan naar mijn klachten over vrijheidsberoving en zware mishandeling als minderjarige in een instelling. Ik kan het nog altijd maar moeilijk geloven dat er geen enkele manier is om mijn klachten te laten beoordelen door een onafhankelijk orgaan. En dat de GGZ-sector ‘immuun’ is voor de klachten, en dat het onrecht kan voortduren zonder dat er lering uit wordt getrokken, dat maakt mij nog steeds furieus. Het is erg moeilijk om nu nog geloof te houden in de rechtstaat.
En de juridische weg was niet mijn enige poging om erkenning te vinden voor de dwangtoepassingen waar duizenden mensen in Nederland mee zijn geconfronteerd. Ik heb het ook op politiek niveau geprobeerd door campagne te voeren, en door actieve bijdragen aan de consultatie voor de wetswijziging van de Wet BOPZ (Wet Bijzondere Opname in Psychiatrische Ziekenhuizen). Daarbij heb ik steeds benadrukt dat het wetsvoorstel WVGGZ in strijd is met het VN-Verdrag voor de Rechten van Personen met Beperkingen (CRPD). Ook had ik een alternatief model uitgedacht op basis van Eigen Kracht-conferenties (het recht op een eigen plan), waarmee dwang voorkomen kan worden. Maar helaas is in januari 2018 de nieuwe dwangwet, de Wet Verplichte GGZ (WVGGZ), toch unaniem aangenomen door de Eerste Kamer. Persoonlijk achtte ik het eigenlijk ondenkbaar dat de Nederlandse wetgever het VN-Verdrag zou negeren en de WVGGZ toch zou aannemen. Bovendien gaat het hier om overduidelijke mensenrechtenschendingen, zoals bijv. het gebruik van “Zweedse banden” om mensen vast te binden die eigenlijk zorg nodig hebben. Ik kon me niet voorstellen dat de politiek hiermee akkoord zou gaan. Tot mijn stomme verbazing is dat echter wel gebeurd, en viel in januari 2018 ook deze hoop in duigen.
Het falen van de rechtstaat doet me enorm veel pijn. Ik ben zo extreem teleurgesteld in het hele rechtssysteem. Dat klinkt overdreven, echter, in de praktijk blijken de juridische klachtenprocedures een wassen neus te zijn, en de politiek negeert de mensenrechten uit het VN-Verdrag voor de Rechten van Personen met Beperkingen. Dat had ik echt nooit verwacht in Nederland. De woorden “falende rechtstaat” en “ongekend onrecht” resoneren daarom diep in mij. Ik heb er veel verdriet van dat de zorg geen zorg is, en het recht geen recht, en de rechtstaat geen rechtsstaat.
Na ongeveer 25 jaar juridisch procederen en bijna 20 jaar activisme tegen dwang in de GGZ, merk ik dat ik oprecht worstel met die falende rechtstaat. Mijn acties zijn namelijk gebaseerd op de veronderstelling dat ik in een rechtstaat leef. Het is soms heel moeilijk om nog hoop te houden dat er rechtvaardigheid zal zijn, en dat goede argumenten (zoals mensenrechtenverdragen) gehoor zullen vinden, en dat er een eerlijke afweging gemaakt zal worden.
Het feit dat er nu erkenning is voor het onrecht door de toeslagen affaire, geeft me de hoop dat er op een dag ook erkenning zal zijn voor het leed veroorzaakt door de GGZ doofpot.
Uitblijven van een remedie
Ik vind het erg wat de gezinnen is aangedaan door het Toeslagenschandaal. Het is ook goed dat zij gecompenseerd worden, en terecht dat er acties worden genomen ten aanzien van de verantwoordelijken. Wellicht is er ook nog een rol voor het College voor de Rechten van de Mens, want er zijn immers fundamentele rechten in het geding, zoals het recht op gelijkheid en non-discriminatie, en daar kan men niet lichtzinnig mee omgaan, vooral vanwege het karakter van systematische discriminatie op basis van afkomst. Dat is in Nederland strafbaar en verwerpelijk. Het anders behandeld worden vanwege een GGZ-label is ook discriminatie. En het discrimineren van meerdere kwetsbare groepen in de samenleving getuigt zeer zeker van een falende rechtstaat.
Maar ook het uitblijven van een remedie is cruciaal om een rechtstaat te doen falen. Mensen geven immers doorgaan wel aan wanneer er wat fout gaat, en proberen het vaak ook recht te zetten, maar er wordt zo vaak niet geluisterd naar wat iemand zegt, vooral wanneer er vooroordelen bestaan. En als je niet serieus wordt genomen, kan je je ook niet verdedigen. Grootschalige misstanden met veel slachtoffers, zoals de toeslagenaffaire, en ook de GGZ doofpot, zijn daarmee ook het bewijs van grootschalige discriminatie in het rechtssysteem.
Er is een probleem met het rechtssysteem zelf. Het Nederlandse rechtssysteem bedient vooral “de modale Nederlander”, en een diversiteit van mensen valt gemakkelijk buiten de boot als zij niet voldoen aan een stereotype plaatje. (Wederom kan ik ook uit eigen ervaring spreken: mijn hulpvraag aan een advocaat is voorheen wel eens afgewezen op basis van bijv. het niet hebben van een woonadres. Dus als dakloze was het toen onmogelijk om mijn recht te halen). Het systematisch uitsluiten van bepaalde groepen creeert een tweedeling in de maatschappij, want hierdoor raken bepaalde mensen bevoorrecht en anderen benadeeld, en dat veroorzaakt wrijving. Dit is waarom gelijkheid zo belangrijk is voor de hele samenleving.
Ongezien
Ik voel die wrijving ook, en het ondermijnt het gevoel van gezamenlijkheid. Ook als ik kijk naar de toeslagenaffaire en denk: Waarom zij wel? Waarom de GGZ niet? Ik gun het de gezinnen dat ze gecompenseerd worden, maar ik kook van binnen omdat ik de rechtstaat zo hypocriet vind. Ze erkennen het ene wel, en het andere niet. Ik probeer al zo lang om gehoor te vinden, en ik ben echt niet de enige. Na zoveel mislukte pogingen zakt me de moed soms in de schoenen. Ik voel wat het onrecht en de rechteloosheid met me doet. Het maakt me boos en verdrietig. En om dan te zien dat anderen wel erkenning vinden voor hun leed, geeft een gevoel van minderwaardigheid en afstand. En waar kan je heen als het rechtssysteem niet werkt? Het was fout wat ze deden en ik ben beschadigd. Ik kan het niet accepteren. Men kan toch niet verwachten dat ik wegkijk van onrecht en het laat voortbestaan? Het moet opgelost worden. Dwang moet stoppen. Niemand zou zulke dingen nog mee moeten maken. Er moet geleerd worden van de fouten, zodat de wereld in de toekomst beter wordt. En mijn stem telt toch ook? Wat moet ik doen om gehoord te worden??
Ik ben niet de enige die zich zo voelt. Terwijl de rechtstaat faalt, worden er veel mensen gekwetst. Talloze groepen zijn niet eens in beeld bij het rechtssysteem, puur omdat het bijvoorbeeld zeer moeilijk kan zijn om een bereidwillige advocaat te vinden om hen bij te staan. Denk bijv. aan dak- en thuislozen, migranten, GGZ clienten, minderjarigen, mensen met beperkingen, werklozen, mensen met taal- of cultuurbarrieres enz.
Verharding
Ondertussen blijkt het aantal incidenten en de overlast op straat toe te nemen, zoals enerzijds ‘verwarde personen’, jongeren met messen, boze menigtes, maar anderzijds ook toenemend politiegeweld, stijging in dwangopnames, en steeds meer regels. Het lijkt alsof er een soort verharding zichtbaar is door alle lagen van de samenleving heen, waarbij toenaderen, uitpraten en oplossen niet genoeg prioriteit krijgt. Het probleem zit niet in een bepaalde sector of een specifieke groepering, zoals de Belastingdienst, de gezinnen, of de GGZ. Het is een probleem van de samenleving. De “incidenten” staan niet los van het geheel. Elke reactie heeft een oorzaak.
En misschien is een harde aanpak sowieso nooit een goed idee. Een harde aanpak werkt doorgaans averechts, omdat het voorbij gaat aan de onschatbare waarde van dialoog, contact en herstel, alsook de menselijke maat. Zowel de wetgevende, uitvoerende en rechtsprekende machten weerspiegelen de voorbeeldrol die de overheid vervult, en als deze organen een harde aanpak uitdragen, heeft dat een weerslag op de gehele samenleving, en dat kan leiden tot hetzes zoals de toeslagenaffaire of de GGZ doofpot, waarbij er geen oog meer is voor de persoon.
Enkel in een falende rechtstaat ontstaat de roep om een harde aanpak. In een werkende rechtstaat zouden problemen op respectvolle wijze het hoofd geboden worden, met respect voor ieders rechten, en gericht op maximale kansen voor eenieder. Elke persoon heeft recht op een gelijkwaardige respectvolle bejegening.
De menselijke maat
Het verslag “Ongekend Onrecht” concludeert dat er oog moet zijn voor de menselijke maat c.q. het toepassen van maatgevoel. De toeslagenaffaire is slechts een fragment van de falende rechtstaat, echter de roep om menselijk maatwerk is universeel, en zien we ook terug in de GGZ en andere sectoren. Ook het VN-verdrag voor de Rechten van Personen met Beperkingen vraagt om maatwerk voor inclusie. De algehele menselijke diversiteit vraagt sowieso om maatwerk.
Rechtspraak
Het falen van de rechtstaat vraagt om een inhaalslag. Het rechtssysteem kan niet blijven zoals het nu is. Op het gebied van dwang in de GGZ schieten zowel de wetgevende, uitvoerende en rechtsprekende machten tekort in het beschermen van de grondrechten. Er is een grote verandering nodig in de rechtspraak, in lijn met de mensenrechten zoals o.a. het VN-verdrag voor de Rechten van Personen met Beperkingen.
De Grondwet (artikel 94) stelt: “Binnen het Koninkrijk geldende wettelijke voorschriften vinden geen toepassing, indien deze toepassing niet verenigbaar is met een ieder verbindende bepalingen van verdragen en van besluiten van volkenrechtelijke organisaties.” Dit betekent dat in het licht van de internationale bepalingen, o.a. de Wet Verplichte GGZ niet gebruikt mag worden als grond voor vrijheidsbeperking in de zorg, omdat daarmee de facto wordt afgeweken van de bepalingen uit het VN-verdrag voor de Rechten van Personen met Beperkingen. Om de Nederlandse standaarden inzake vrijheid en marteling in lijn te brengen met de internationale standaarden, is het nodig om de nationale wetgeving, zoals de Wet Verplichte GGZ, de Wet Zorg en Dwang, en de Wet Forensische Zorg, te amenderen met de bepalingen uit het VN-verdrag voor de Rechten van Personen met Beperkingen. De dwangwetten dienen dus vervangen te worden door zorgwetten, met daarbij dezelfde waarborgen als andere zorg, zoals het recht op volledige en betrouwbare informatie, het recht op vrije geinformeerde keuze en het recht om zorg te weigeren.
Verbod op dwang in de zorg
Een verbod (moratorium) op alle dwangtoepassingen in de zorg is dus nodig, hetgeen duidelijk maakt hoe groot de schrijnende tekorten aan goede ondersteuning zijn, met name in acute crisis situaties. Een “gebrek aan alternatieven” is geen legitieme reden om mensenrechten te schenden door dwangtoepassing. Er zijn ook plaatsen waar het wel lukt om dwangvrije ondersteuning te bieden, crisis te voorkomen, en dwangvrij te de-escaleren. Ieder mens heeft recht op de hoogst haalbare standaard van lichamelijke en geestelijke gezondheid. Dwangvrije ondersteuning is de nieuwe norm. Enkel zorg en ondersteuning op basis van vrije geinformeerde keuze is legaal.
De Wet Verplichte GGZ, de Wet Zorg en Dwang, en de Wet Forensische Zorg zijn allen in strijd met het VN-verdrag voor de Rechten van Personen met Beperkingen, en dienen als onuitvoerbaar te worden beschouwd. De bepalingen uit het VN-verdrag voor de Rechten van Personen met Beperkingen zijn amendementen voor deze wetten en bieden het nieuwe kader waaraan getoetst dient te worden. Het recht op gezondheid is onderhavig aan progressieve realisatie waarbij rekening wordt gehouden met de beschikbare bronnen, echter, het vrijheids-element in het recht op gezondheid valt onder de politiek-civiele rechten (grondrechten) waarvoor geldt dat gestreefd dient te worden naar onmiddellijke realisatie. Dit betekent dat de rechtsprekende macht per direct dient te stoppen met het toestaan van dwang, en geen Crisismaatregel of Zorgmachtiging meer mag uitvaardigen.
In plaats van de client te dwingen zich te schikken naar de voorkeuren van de zorgaanbieder, dient het rechtssysteem juist de zorgaanbieder te bewegen om zich te schikken naar de wensen van de client.
Psychosociale ondersteuning hoeft niet gebonden te zijn aan een vaste locatie, maar kan in principe overal verleend worden. Gedwongen opname is dus achterhaald. De nieuwe focus ligt bij gelijkwaardige inclusie, welzijn en maatwerk. Wachtlijsten ondermijnen preventie en dragen bij aan escalatie en crisis. Het zorgaanbod moet zo snel mogelijk op peil gebracht worden.
De deuren van instellingen moeten geopend worden zodat mensen vrij zijn om te gaan (of komen). Experts, vrijwilligers, en/of mensen uit het eigen netwerk kunnen helpen om mensen te bevrijden uit dwangsituaties zoals Zweedse banden en isoleercellen, en helpen om alternatieven realiseren, waarbij de wens van de client en maatwerk voorop staan, om zodoende de client te ondersteunen bij welzijn, herstel en empowerment, en gelijkwaardige inclusie. Er dient voldoende budget beschikbaar te zijn, met urgentie, om een reeks van vrijwillige ondersteuningsopties te realiseren, om aan alle zorgvragen in de samenleving te kunnen voldoen. Kennisontwikkeling en training op het gebied van dwangvrije ondersteuning is eveneens nodig.
Erkenning en remedie van misstanden in de GGZ
Klachten over de GGZ dienen stuk voor stuk serieus genomen te worden, en toetsing zal plaatsvinden in lijn met het VN-verdrag voor de Rechten van Personen met Beperkingen. Ook dienen alle slachtoffers in de gelegenheid te worden gesteld om hun klacht alsnog in te dienen, omdat dit voorheen niet of nauwelijks mogelijk was vanwege de achterhaalde dwaling van het rechtssysteem.
De GGZ doofpot is geen geheim, en de machthebbers beseffen wellicht inmiddels ook wel dat het zinloos is om het onrecht te ontkennen. Herstel van de rechtstaat is nodig, per direct, net als de slachtoffers van het toeslagenschandaal.
Dus wij, slachtoffers van dwang in de zorg, verzoeken de verantwoordelijken om, in navolging van de toeslagenaffaire en met het oog op gelijkheid en non-discriminatie, actie te ondernemen en de GGZ-doofpot open te breken. Het is de hoogste tijd dat de slachtoffers van dwang in de zorg ook erkenning krijgen voor het zware leed dat ons is aangedaan.
“Zoiets mag nooit meer gebeuren”, zei de demissionaire premier Mark Rutte over de toeslagenaffaire. De slachtoffers van dwang en mishandeling in de GGZ willen nu eenzelfde soort welgemeende excuses, erkenning, remedies, sancties en compensatie voor de mensenrechtenschendingen in de GGZ.
Elke dag dat dwang in de zorg toegepast wordt, is er een te veel. Voor de meeste politici is 24uur snel voorbij, maar 24uur in Zweedse banden of een isoleercel duurt enorm lang en kan een levenslang trauma opleveren, omdat je juist niet verwacht dat hulpverleners zoiets doen, waardoor de laatste hoop op begrip als het ware ook weg-ebt. Dwangtoepassing is mishandeling en kan geen zorg genoemd worden. Beschaving lees je af aan de manier waarop een samenleving met zijn zwaksten omgaat. En als er een lid van de samenleving lijdt, dan lijdt de samenleving als geheel.
Genoeg is genoeg. Het is 2021.
Als Nederland nog een rechtstaat is, dan kan het GGZ leed niet langer ongezien blijven, en zal er erkenning vanuit de wetgevende, rechtsprekende en uitvoerende organen moeten komen, omdat het VN-Verdrag voor de Rechten van Personen met Beperkingen ons daartoe verplicht. Maar ook vooral om recht te doen aan elke burger, en om de rechtstaat te herstellen, en om daadwerkelijk lering te trekken uit de gemaakte fouten. Het is tijd voor een historische revolutie in de GGZ, alsook een hervorming van het rechtssysteem om discriminatie en schending van mensenrechten uit te bannen.
Falende rechtstaat!
Beschamende misser van het rechtssysteem!
Zoiets mag nooit meer gebeuren!
[1] Artikel: Waarom gedwongen GGZ behandeling verboden moet worden, (29 maart 2016) https://tekeertegendeisoleer.wordpress.com/2016/03/29/waarom-gedwongen-ggz-behandeling-verboden-moet-worden/
[2] Artikel: “16 jaar oud, depressief en gemarteld in de psychiatrie” https://tekeertegendeisoleer.files.wordpress.com/2016/03/final_nl_persoonlijke-verklaring_16-jaar-oud-depressief-en-gemarteld-in-de-psychiatrie_maart-2016.pdf
[3] Artikel: “Gender interrupted by forced psychiatry”, https://tekeertegendeisoleer.files.wordpress.com/2016/10/personal-testimony_-gender-interrupted-by-forced-psychiatry.pdf