Beter geen harde aanpak voor relschoppers

Op 24 januari 2021 ontstonden er rellen in het centrum van Eindhoven en andere steden, als een daad van protest tegen de corona-maatregelen, en naar aanleiding van de invoering van de avondklok. In reactie laten diverse politici weten dat ze voor een harde aanpak van de relschoppers zijn, en dat dezen strafrechtelijk vervolgd zullen worden. Het gaat in veel gevallen om minderjarigen en mensen onder de 25.

Uiteraard is zulk grof vandalisme niet toelaatbaar. Maar als ervaringsdeskundige op het gebied van dwangtoepassing in de (jeugd)psychiatrie wil ik benadrukken dat een harde aanpak van relschoppende jeugd en jongeren averechts werkt.

Isoleercel-reactie

Elke reactie heeft een oorzaak. Kijkend naar de rellen, en wetend van de sociale en fysieke isolatie, en de onmacht die kan optreden als gevolg van vrijheidsbeperking, moet ik toegeven dat een deel van mij het begrijpt. Ik keur de rellen af, maar ik begrijp het gedrag ergens ook wel. Het doet me denken aan toen ik zelf 16 jaar oud was, en ‘ter bescherming van mezelf’ in een isoleercel in de jeugdpsychiatrie werd opgesloten, zodat ik mezelf niet kon beschadigen. Ik vond het oneerlijk, want ik zat in een cel zonder dat ik een strafbaar feit had gepleegd. Op dat moment ontwikkelde ik gedrag dat ik nooit eerder had gehad, namelijk: ik ging schreeuwen en tegen de deur bonken. Dat was onmacht, en wanhoop. Ik wist niet hoe ik de situatie moest veranderen. Ik zag geen manier. En dus restte mij enkel nog schreeuwen en huilen. Ik heb de dekens kapot gescheurd. Het eten aan de muur gesmeerd. Ik was in verzet, en ik werd destructief, omdat ik de hoop aan het verliezen was. Ik was boos op de verpleging die me opsloot, en ik had het gevoel dat ze mij niet snapten. De verpleging koos een harde aanpak, met veel dwangmaatregelen in de GGZ (vastbinden, drogeren, separeren). Dat werd een vicieuze cirkel, waarbij ik bijna 2 jaar in een isoleercel-regime zat. Pas toen ik op een andere instelling kwam, werd het anders, en kreeg ik kansen om me te ontplooien. Dat maakte het verschil.

Uit eigen ervaring weet ik dus wat ‘escalatie door vrijheidsbeperking’ inhoudt, en hoe gevoelens van onmacht en uitzichtloosheid, totaal kansloos en machteloos zijn, kunnen doorwerken, en ervoor kunnen zorgen dat er excessieve reacties en escalaties plaatsvinden.

En ook het ‘vastzitten in het moment’ is voor mij herkenbaar. Mijn leven leek compleet voorbij toen ik in de isoleercel zat. Ik was 16, en ik had onvoldoende levenservaring om te overzien dat er nog een leven NA de isoleercel zou zijn. Het leek alsof dat het enige was wat er nog was. Mijn horizon was nog niet zo breed, en in het isolement zorgde ervoor dat wat er gebeurde ook heel heftig binnenkwam. (bijv. de contactmomenten met de verpleging in de isoleercel). Ik kon daardoor makkelijker meegesleurd worden in het moment, en heftiger reageren dan anders.

En het uiten van onvrede op ‘verstorende wijze’ herken ik ook wel. Zelf kon ik mij niet identificeren met de verpleging o.a. omdat zij me opsloten, en ik kon me daar niet bij neerleggen, het bleef schuren, waardoor ik volliep met weerstand. Ik zag dingen anders, maar daar was geen ruimte voor. Vanwege de onmacht en overmacht konden mijn emoties eigenlijk nergens heen, en zo ontstonden er ‘vreemde uitlaatkleppen’, zoals het kapotmaken van de isoleercel-matras.

Als ik naar de rellen kijk, dan zie ik een groep jongeren die vastzitten in het moment, en waarbij de opgekropte energie ge-explodeerd is, waarbij duidelijk uitgedragen wordt dat zij getergd zijn door vrijheidsbeperkingen, en dat er een grens is bereikt. Ik kan me voorstellen dat zij onmacht en onzekerheid ervaren, zeker gezien de leeftijd.  Ik kan me voorstellen dat zij geen idee hebben hoe ze die schurende pijn van de lockdown-maatregelen moeten kanaliseren, omdat dit een totaal nieuwe situatie is voor iedereen.

Veel jongeren zijn juist erg gevoelig voor de wereld om hen heen, maar zijn ook nog zoekend en experimenterend, en weten niet altijd hoe ze zich kenbaar moeten maken. Het opzoeken van grenzen hoort bij het leerproces van opgroeien, zo leert men waar de grens ligt.

Harde aanpak

“Zero tolerance” is de lijn die Rutte en Grapperhaus afkondigen, met een keiharde aanpak op straat, “supersnelrecht” en forse boetes, beslaglegging en celstraffen om de jeugd in te laten zien dat dit gedrag niet wordt getolereerd. “Dat tuig moet alles terugbetalen”. De gevolgen van persoonlijke aansprakelijkheidsstelling zijn ingrijpend, ook voor de ouders. Rutte wil geen sociologische verklaringen voor de rellen horen. En vele politici herhalen de roep om een harde aanpak.

De ondertoon die doorsijpelt via diverse media is ontluisterend, met opmerkingen zoals “met een strafblad kom je ook niet meer aan een baan”. Dat strookt niet met het krijgen van een tweede kans. Bovendien, de jeugd is de toekomst. De toon van het debat doet me afvragen welk doel men nastreeft met de roep om harde straffen? Gaat het om wraak, of gaat het om een veiligere samenleving?

De opmerking “ze zullen nog jaren moeten afbetalen” vind ik wraakzuchtig klinken, alsof het er om gaat om mensen hun toekomst af te nemen, te straffen en pijn toe te brengen. Terwijl de omstandigheden voor jeugd en jongeren tijdens de corona-lockdown al zo zwaar zijn, en het vandalisme wellicht ook samenhing met de onzekerheden en ontberingen die deze groep nu moet doorstaan. Zij vrezen wellicht sowieso al voor hun toekomstkansen, met een scholingscrisis, een corona-crisis, een klimaatcrisis, een economische crisis, een vluchtelingen-crisis, Toeslagen-affaire enz. Er ligt al een hele zware last op de schouders van de jeugd en jongeren. Gaan we ze nu serieus nog meer onder druk zetten?

Fouten maken is menselijk. “Thuis zit ik ook opgesloten, dus dan maakt een gevangenis ook niet meer zoveel uit” zei een jongere. Deze opmerking illustreert de onvolwassenheid in zijn wereldbeeld.  Is het zinvol om een onvolwassene keihard te straffen? Is het zinvol om groepen jongeren te straffen die meeloopgedrag en groepsdruk ervaren, die denken ‘dat het grappig is’ en de gevolgen op dat moment niet helemaal kunnen overzien. Natuurlijk moeten ze er een les van leren, maar om ze nu jarenlang te laten boeten en voor het leven te tekenen vind ik te ver gaan. Ik denk dat de meesten al wel beseffen dat het veel te ver ging.

Wat is het doel van straffen? Gaat het om wraak, of gaat het om het voorkomen van herhaling. Welk eindresultaat streven we na?

Celstraf leidt niet tot beter burgerschap. Een schuldenlast leidt ook niet tot beter burgerschap. Het zijn maatregelen waarvan je je kunt afvragen of deze gepast zijn als reactie op een eenmalige escalatie in groepsverband, zeker omdat het om jongeren gaat, en zeker omdat het in uitzonderlijk zware tijden gebeurd. Voor de strafmaat is ook een verschil of het een eenmalig incident is, of dat het om een raddraaier gaat. Hooliganisme is eigenlijk sowieso een uiting van opgekropte energie en competitiedrang. Sowieso heeft elke reactie een oorzaak. Eenieder zal zijn eigen redenen gehad hebben om te doen wat hij/zij deed bij de rellen. Daarbij zal niet iedereen bewust kwade opzet hebben gehad. Er is geen universele oplossing. Het enige dat past bij de menselijke diversiteit is maatwerk.

Maatwerk

Een conclusie die ook volgde uit de Toeslagen-affaire waar de desastreuze gevolgen van ‘de harde aanpak’ inmiddels zichtbaar zijn, is dat het beter is om maatwerk te leveren. Stel je voor, dat een van de relschoppers een minderjarig kind is uit een gezin dat jarenlang getergd is door de Toeslagen-affaire, en daardoor veel opgekropte energie had en werd meegezogen in de rellen, en dat die ouders nu meteen de 30.000 euro schadevergoeding weer af moeten geven, wat doe je een gezin dan aan?  Alle gezinnen en jongeren dragen opgekropte energie met zich mee in deze zware tijden van lockdown. Er zou gekeken moeten worden naar de individuele situatie, met als inzet: herhaling voorkomen. De levens van deze jongeren hoeven niet onnodig stukgemaakt te worden.

Inderdaad was het fout wat ze deden. En ze hebben veel leed veroorzaakt. Maar er dienen wel proportionele, billijke en redelijke vervolgstappen aan te worden verbonden. Daarbij dient ook de toekomst van de betrokken jongere niet uit het oog te worden verloren. Deze jongeren hoeven niet gebrandmerkt te worden, niet getekend voor het leven. Een kenmerk van een rechtstaat is immers dat mensen een tweede kans krijgen, en dat straffen naar redelijkheid worden ingevuld. De schade bij de ondernemers en overheidsbezittingen is groter dan het budget van de daders. Natuurlijk dient de schade vergoed te worden, maar niet ten koste van de daders. Want een oog voor een oog maakt iedereen blind. Het moet gaan over de-escalatie en een toekomst voor iedereen.

Laat deze pandemie niet de levens verwoesten van de jongere generatie. Laten we hun fout vergeven, en massaal de ondernemers steunen. Laten we ook vooral goed luisteren naar de jongeren, en zorgen dat ze verder kunnen, en ze de ruimte en hoop geven die ze nodig hebben. Laten we ze een tweede kans geven, en laten we ze leren wat het is om vanuit begrip, empathie en respect naar elkaar te kijken. Laten we ze leren wat werkelijk omkijken naar elkaar betekent, en laten we ze vooral leren dat het ondanks alles toch ook weer goed komt.  

Voor een grote groep jongeren zijn taakstraffen, boetes op maat, of een berisping wellicht gepaster. Daarmee wil ik het leed van de ondernemers niet bagatelliseren. De schade zou op andere wijze verhaald moeten worden. En misschien kan een taakstraf een creatieve invulling krijger ter ondersteuning van de ondernemers (bijv tbv bezorging). Dan kan het een soort win-win situatie worden, omdat de ondernemers geholpen worden, en de jongere ook verder kan met zijn/haar leven. Een slimme aanpak kan meer eenheid brengen in plaats van polarisatie.

“Als één persoon in de samenleving lijdt, lijdt de samenleving als geheel”

De-escalatie

Bij het voorkomen en oplossen van escalaties en dwang in de psychiatrie, is het allerbelangrijkste om contact te maken en te zorgen voor een goede zorgrelatie, waarbij de hoofdpersoon zich vrij voelt om open te zijn, zodat signalen opgepikt kunnen worden, waardoor preventie van crisis mogelijk wordt. De kans op crisis neemt af wanneer welzijn toeneemt. Dan is er vrede. 

Nu waren de rellen natuurlijk niet 1-op-1 vergelijkbaar met een psychische crisis, maar er zijn veel vergelijkbare aspecten. De politie zoekt naar signalen van mogelijke rel-locaties, zodat preventie van dergelijke incidenten mogelijk is. Daarnaast is er oprecht contact nodig, om de achterliggende motivatie en/of problemen bloot te leggen. Daarbij kan men denken aan triggers en stressors die hebben bijgedragen aan de toedracht van dat moment, die wellicht van persoon tot persoon verschillen. Hier ligt wellicht ook een taak voor de ouders of andere naastbetrokkenen naar keuze. Als de opgekropte energie geen uitweg heeft, dan neemt de kans op escalatie toe. En ook in een toenemend virtuele wereld, en in sociaal en fysiek isolement, is het enorm moeilijk om op te groeien omdat de ijkpunten van het ‘normale leven’ wegvallen en het virtuele leven zwaarder is gaan tellen.

De rellen konden enkel ontstaan op een bepaalde voedingsbodem, en in plaats van ons te richten op een schuldvraag en torenhoge straffen, kunnen we er ook voor kiezen om ons te richten op het leggen van een gezonde basis, en passende straffen te geven, en te proberen wat stress weg te nemen bij de jongeren, en ze er hoop voor terug te geven. Alleen samen verslaan we corona. Het heeft geen zin om een groep jongeren c.q. gezinnen financieel failliet te laten gaan om de ondernemers te redden. De vernielde spullen zijn vervangbaar, maar de toekomst van een jongere niet. De schade van de ondernemers kan beter uit een noodfonds o.i.d. betaald worden, want als er nu ook nog gezinnen ontwricht raken doen we misschien meer kwaad dan goed. De rellen zijn een drama voor alle gedupeerden. Maar laten we het niet nog erger maken.

Laten we de gezamenlijkheid benadrukken, en elkaar helpen waar dat kan. Laten we stoppen met wraak en verdeeldheid te zaaien, “zij tegen ons”, want dat werkt strijd en wrijving in de hand. De jongeren hebben enorm last van de lockdown, en wisten niet hoe ze dat moesten uiten. Of de reden nu verveling, frustratie of onmacht was, feit blijft dat de basis tekort schiet, en hun welbevinden niet goed in balans is. Vooral jongeren reageren nogal eens vanuit hun gevoel, en minder vanuit hun verstand. En vooral onder de huidige omstandigheden is het niet fair om ze volledig aansprakelijk te stellen, want de situatie van vrijheidsbeperking en crisis en onzekerheden heeft nu eenmaal een impact op mensen. En dit zijn jongeren. Die moeten de ruimte krijgen om van hun fouten te kunnen leren op een constructieve manier. Zij verdienen het om hier goed uit te kunnen komen, en alsnog prachtige volwassenen te worden. Dat is in ieders belang.

Boodschap

De rellen waren absoluut geen nette manier van aandacht vragen of onvrede uiten, maar het draagt wel een boodschap. Met al het geroep om een harde aanpak, dreigt men wederom voorbij te gaan aan het impliciete signaal dat met de protesten wordt uitgezonden. Voor mijn gevoel is het eenzelfde soort reactie als mijn reactie op de isoleercel, namelijk verzet en destructiviteit, rare uitlaatkleppen voor ongrijpbare onmacht en onzekerheid. Voor mij in de isoleercel als 16-jarige was het destijds een gebrek aan toekomstperspectief. Ik dacht dat ik er nooit meer uit zou komen, en dat gaf paniek. Ik dacht dat alles voorbij was en dat ik de boot had gemist. Mijn toekomst leek een zwart gat, alsof ik geen toekomst had. Ik zag enkel de isoleercel en ik voelde onmacht. Pas later leerde ik dat er nog een leven na de isoleercel was. Dat zag ik eerst gewoon niet. Het leek gewoon alsof mijn hele leven was ingestort. En ik werd gek van verdriet en wanhoop.

Ik denk dat dat in de buurt komt bij wat veel jongeren nu ook ervaren. Als je geen ervaring hebt met zulke moeilijke tijden, dan is het ook enorm moeilijk om het licht aan het eind van de tunnel te zien. Als je niet eens weet dat er nog ergens een lichtje brandt, en nooit eerder heb ervaren hoe het is om weer hoop te vinden in zulke diepe duisternis. Vergeet niet dat de jongeren ook het leed van hun omgeving zien, zoals ondernemers op de rand van de afgrond, werkeloosheid, armoede, corona-leed enz, bovenop hun eigen problemen. En zij weten dat zij de nieuwe generatie zijn, en dat ze de wereld van ons over zullen nemen. Ik kan me voorstellen dat het enorm overweldigend is, en dat de druk soms teveel kan worden. En ze kunnen nergens naartoe.

De rellen in Eindhoven en andere steden zijn geen ‘normaal gedrag’. Het zit niet in de aard van de jongeren of in de cultuur. Het is vooral een verschijnsel van de impact van de corona-maatregelen, en ik denk dat we dat ook als zodanig moeten benaderen. De jongeren hebben zich mee laten sleuren in een domme actie. Het is niet de eerste keer dat een domme impulsieve actie of een ‘internet challenge’ voor problemen zorgt. Maar leren gaat nu eenmaal met vallen en opstaan. Juist omdat het zo “on-Nederlands” is, kan men wel stellen dat het hier om een incident gaat dat is uitgelokt door de omstandigheden. Misschien was het een onvermijdelijk bijverschijnsel van de pandemie, en moeten we hier allemaal wat van leren.

De rellen hebben ons duidelijk laten zien dat de jongeren met een probleem zitten. En een harde repressieve aanpak is geen toekomstbestendige oplossing, maar maakt jongeren hoofdzakelijk kanslozer. Snelrecht doet geen recht aan de complexiteit van de situatie, en het verschil tussen raddraaiers een meelopers, en de mensen die spijt hebben dat ze zich mee hebben laten sleuren zonder na te denken over hun verdere toekomst. Als jongere heb je nu eenmaal nog heel wat te leren voordat je echt volwassen bent.    

Laten we erkennen dat de jeugd momenteel is omringd met talloze crisis situaties, en dat zij te weinig positieve ervaringen kunnen opdoen onder deze omstandigheden van lockdown en avondklok. Zij hebben meer manieren nodig om zichzelf te uiten en de opgekropte energie kwijt te raken. Daarom zijn er voor de rellen wel enige verzachtende omstandigheden, en misschien is een gebaar van een zachte aanpak nu juist het beste signaal om de hoop te doen herleven, met de boodschap dat we ons allemaal op de toekomst zullen gaan richten, opbouwend. Laten we ervan uitgaan dat de escalatie eenmalig was, en mensen een tweede kans geven, omdat we begrijpen hoe zwaar deze tijden zijn. En misschien kunnen we gezamenlijk de puinhopen opruimen en de schade herstellen, en er vooral ook voor zorgen dat iedereen een toekomst heeft na de corona-pandemie.

Zorgvuldigheid

Mijn oproep is dus: Bestraf de daders van de strafbare feiten op een passende manier, zonder daarbij hun toekomstperspectief in gevaar te brengen. Met pure intimidatie en spierballentaal kweek je geen gezonde samenleving. De jeugd heeft wijsheid nodig, en hoop. We leven niet meer in de tijd van ordinaire wraak en geseling. In een rechtstaat wordt er gekeken naar intentie, omstandigheden, draagkracht en draaglast, en re-integratie (zodat eventuele herhaling voorkomen kan worden). Het gaat erom om een veilige samenleving te creeren, en mensen te helpen hun draai te vinden (reclassering enz.). En in gevangenissen leert men vaak niet enkel goeds. Het is daarom ook zeer de vraag of dat middel van opsluiting bijdraagt aan het doel van vormgeven van een veilige en gezonde samenleving.

Het gooien van stenen is terecht een strafbare daad, maar men zou ook kunnen stellen dat het allemaal met een sisser is afgelopen en er vooral materiele schade is. Het meeste is vervangbaar. En er is nu al zoveel kapot, laten we stoppen met nog meer leed te veroorzaken. Geen snelrecht of harde aanpak, maar gewoon een gedegen rechtspraak, omdat het over jongeren gaat, en zijn/haar toekomst hangt af van deze ene pennenstreek, en er geen ruimte is voor fouten van het rechtssysteem en juridische missers zoals de Toeslagen-affaire. Het gaat om een unieke escalatie onder bizarre omstandigheden, die niet zomaar even afgedaan kan worden als ‘puur slecht gedrag’. Het was wel slecht gedrag, maar over de ‘kwade opzet’ valt te twisten. Het leek eerder op een soort tijdbommetjes die afgingen. Maatwerk is nodig.

Begrip

Omdat ik de opvallende gelijkenis zie tussen enerzijds de rellen en anderzijds mijn ‘isoleercel-reactie’ uit mijn jeugd, vind ik het nodig om mijn visie te delen. Een harde aanpak is geen oplossing en leidt alleen maar tot meer strijd. Met een benadering gericht op nieuwe kansen bereik je veel meer. Er dient aandacht te zijn voor de mens achter het gedrag. Ik pleit daarom tegen een harde aanpak van de relschoppers.  Ik ben voor een proportionele, weloverwogen, zorgvuldige, constructieve procesgang waarbij de toekomst van de jongere niet uit het oog wordt verloren. Gezien mijn persoonlijke ervaringen met gedragsescalatie na vrijheidsbeperkende interventies, kan ik enkel toegeven dat ik ergens wel begrijp hoe die wanhoop voelt, en hoeveel opgekropte energie er door vrijheidsbeperking ontstaat. En ik kan begrijpen dat de jongeren een bepaalde mate van ontreddering ervaren door alle strenge vrijheidsbeperkende maatregelen. Zij zien hun leven wegglippen, en het is onduidelijk voor hoelang. Dat leidt tot ongeremd gedrag, tijdsbommetjes. Vanwege mijn levenservaringen kan ik dat soort escalatie-gedrag beter doorzien en overzien. Als jongere had ik daar veel minder grip op. Daarom kan ik het de jongeren nu ook wat minder kwalijk nemen, hoewel ik het ook niet goed wil praten.

Feit blijft dat die opgekropte energie ergens heen moet. Hoe meer jongeren verdrukt worden, hoe meer probleemgedrag. De escalatie was ongekend, en ‘ondoordacht’ met bijv. live beelden op sociale media, hetgeen past bij het beeld van ‘tijdbommetjes’ en impulsiviteit, en niet bij beroepscriminelen. Laten we ons bekommeren om de onderliggende oorzaken van deze escalatie. Er waren al signalen van toenemende psychische problemen en eenzaamheid onder jongeren. Wellicht vraagt deze escalatie juist om een investering in de jeugd en jongeren, om ze overeind te houden. Dat is geen beloning van slecht gedrag, maar erkennen dat er een onderliggend probleem is, en dat deze escalatie in deze tijd geen ‘gewone reactie’ is. Je kan de jeugd niet zomaar aansprakelijk stellen zonder de context mee te wegen. De pandemie overstijgt elk voorstellingsvermogen. En de jeugd wordt daarmee het hardst geconfronteerd, omdat zij hun wereldbeeld nog aan het uitkristalliseren zijn. Willen we ze nu keihard straffen voor een primaire reactie op vrijheidsbeperking, waarop ze misschien niet eens heel veel grip hadden op dat moment, puur omdat de energie er vroeg of laat uit moest? Willen wij dat ze met een strafblad, een schuldenlast EN een depressie uit de pandemie komen? Of begrijpen we dat het een bizarre uitspatting was, hetgeen op zich wel vaker voorkomt onder de puberende generatie (gelukkig niet op de schaal van de avondklokrellen). Deze duistere tijden kennen al genoeg verliezers. Laten we de beste kant van onze menselijkheid laten zien.

Wat nodig is, is een zachte aanpak voor de jongere relschoppers, vanuit compassie, om alle schijn van onderdrukking weg te nemen, om nieuwe hoop te planten, en om ze ondanks alle perikelen alsnog een toekomst te gunnen. En omdat opvoeden met de harde hand nu eenmaal niet meer is toegestaan in Nederland (Jeugdwet 2007).

Falende rechtstaat: Toeslagenschandaal en GGZ doofpot

Falende rechtstaat – deel 1: de Toeslagenaffaire

De toeslagenaffaire is in Nederland een politiek schandaal waarbij ongeveer 26.000 ouders onterecht slachtoffer werden van fraudeverdenkingen met de kinderopvangtoeslag. Geselecteerd op basis van afkomst, werden deze ouders door de Belastingdienst van 2013 tot en met zeker 2019 aangemerkt als fraudeur, en kregen jarenlang te maken met onterechte boetes en tegenwerking, met verstrekkende gevolgen voor de getroffen gezinnen. Het rapport “Ongekend Onrecht” erkent de misstanden. Op 15 januari 2021 trad het kabinet af vanwege de toeslagenaffaire.

“Falende rechtstaat” zo klonk het eerder in de Tweede Kamer. Grote woorden over hoe het rechtssysteem heeft gefaald als het om de toeslagenaffaire gaat.

“Een misser van het rechtssysteem”… “beschamend”. Wat had ik die woorden ook graag willen horen als het gaat over dwang in de GGZ. Maar als het over de GGZ gaat, is een soortgelijke erkenning of schadevergoeding voor de slachtoffers nog ver te zoeken. Blijkbaar is een financiele misstap eenvoudiger aan de kaak te stellen dan het systematisch gebruik van geweld in de GGZ, terwijl het belang zeker even groot is, voor een gezonde samenleving.

Het verslag van de Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag “Ongekend Onrecht”, geeft als toelichting op de titel: “Ongekend, omdat het lang heeft geduurd voordat de omvang en ernst door de politieke en ambtelijke top werden erkend. (…).”

Falende rechtstaat – deel 2:  de GGZ doofpot

Het beschreven leed van de toeslagen affaire komt in de buurt bij GGZ leed, waarbij mensen ook op systematisch wijze slachtoffer worden van een harde aanpak, en zelfs fysiek geweld onder de noemer ‘gedwongen zorg’. Weliswaar niet op basis van afkomst, maar geselecteerd op basis van beperking en/of diagnose. En vooralsnog is dat onrecht in de GGZ nóg ongekender, omdat het om fundamentele mensenrechtenschendingen gaat en er nog steeds geen dergelijke erkenning is van het jarenlange diepe leed veroorzaakt door dwang in de GGZ.

Als activist probeer ik al jarenlang het onrecht dat plaatsvindt door dwang in de GGZ aan de kaak te stellen. Immers, opsluiting is geen zorg. Echte zorg is aandacht voor welzijn en herstel. Het toepassen van dwang in de zorg is repressie en mishandeling. Sinds 2008 is bovendien het VN-verdrag voor de Rechten van Personen met Beperkingen (UN CRPD) in werking getreden, en wordt dwang in de zorg expliciet als mensenrechtenschending gezien. Dat betekent dus dat dwang in de zorg verboden moet worden.[1]

Toch zijn er in Nederland nog steeds elk jaar duizenden slachtoffers van dwang in de GGZ, omdat de Nederlandse wetten (zoals Wet Verplichte GGZ) deze praktijken nog steeds toestaan. Dergelijke wetten zijn een obstructie voor de ‘klachtwaardigheid’ en ontvankelijkheid inzake klachten over dwangtoepassing, en dat maakt de slachtoffers rechteloos en machteloos. Bij dwangtoepassing wordt de wil van de persoon genegeerd, en wordt er over diens grenzen heengegaan, ook al verzet de persoon zich. Er zijn ontzettend veel klachten over dwang in de GGZ, maar deze klachten worden niet erkend door het Nederlandse rechtssysteem. Het is een doofpot.

Ik zal het falen van de rechtstaat inzake dwangtoepassing in de zorg in de volgende paragraaf illustreren met mijn persoonlijke ervaringen.  

Persoonlijke illustratie: GGZ en rechteloosheid

Ook mij is onrecht aangedaan door diverse organen die uit naam van de overheid handelden. Het is eigenlijk een klassiek verhaal van kindermishandeling in een instelling, waarbij ik werd opgesloten, platgespoten, vastgebonden en gevisiteerd vanwege psychosociale problemen. Dat begon in 1994. Ik was toen 16 jaar oud. Puur vanwege mijn status als GGZ-client raakte ik blijkbaar allerlei rechten kwijt, zoals het recht op vrijheid, zeggenschap en lichamelijke integriteit. Ik had opeens niets meer te zeggen over mijn eigen leven, werd niet serieus genomen, en mijn fundamentele rechten werden geschonden. De toepassing van dwang (isoleercellen, vastbinden, platspuiten enz.) als antwoord op “onrust” en zelfmoordpogingen zou voor “normale mensen” onder de noemer zware mishandeling vallen. Maar ik moest het maar accepteren als deel van het leven in de GGZ-kliniek. Ik ben langdurig in een isoleercel opgesloten, zonder strafblad of proces, maar puur omdat er geen tijd was en ze me poogden te beschermen tegen zelfmoordpogingen. Maar de rigide bejegening werkte averechts. Het was traumatisch.  (zie artikel: “16 jaar oud, depressief en gemarteld in de psychiatrie” [2] en “gender interrupted by forced psychiatry” [3])

Na deze ontwrichtende ervaringen in de GGZ (1994-1997), heb ik letterlijk op alle niveaus geprobeerd om mijn recht te halen, om erkenning te vinden, en deze misstanden uit te bannen.

Ik heb ongeveer 25 jaar lang de juridische weg doorlopen en alle beschikbare rechtsmiddelen in Nederland uitgeput inzake mijn eigen klachten. Maar helaas was dat zonder resultaat. Het is een waslijst van pogingen om toegang tot rechtspraak te vinden, zoals onder andere via de klachtencommissie, de ombudsman, media interviews, het College voor de Rechten van de Mens, een persoonlijk gesprek met Ab Klink destijds Minister van VWS, en ik heb zeer veel advocaten aangeschreven met meestal een afwijzing tot gevolg (“te complex, te lang geleden”). Uiteindelijk vond ik een advocaat, en kon ik aangifte doen bij de politie, en een artikel 12 Sv procedure, maar de Nederlandse rechtbanken startten geen onderzoek en wezen mijn klachten bij voorbaat af. Zelfs de UN Special Rapporteur on Torture heeft met de Nederlandse Staat gecommuniceerd nav mijn zaak (2014), maar de Staat reageerde ontwijkend en heeft de oproep van de VN-Special Rapporteur on Torture inhoudelijk niet opgevolgd. En in januari 2018 kreeg ik ook nog het bericht dat het Europees Hof voor de Rechten van de Mens mijn zaak als “niet ontvankelijk” beschouwd (en dat ligt vooral aan de jurisprudentie van het Hof op basis van verouderde uitgangspunten), maar het doet onverminderd pijn. Al met al blijkt het dus zo te zijn dat er zelfs na 25 jaar procederen nooit een onderzoek is gedaan naar mijn klachten over vrijheidsberoving en zware mishandeling als minderjarige in een instelling. Ik kan het nog altijd maar moeilijk geloven dat er geen enkele manier is om mijn klachten te laten beoordelen door een onafhankelijk orgaan. En dat de GGZ-sector ‘immuun’ is voor de klachten, en dat het onrecht kan voortduren zonder dat er lering uit wordt getrokken, dat maakt mij nog steeds furieus. Het is erg moeilijk om nu nog geloof te houden in de rechtstaat.

En de juridische weg was niet mijn enige poging om erkenning te vinden voor de dwangtoepassingen waar duizenden mensen in Nederland mee zijn geconfronteerd. Ik heb het ook op politiek niveau geprobeerd door campagne te voeren, en door actieve bijdragen aan de consultatie voor de wetswijziging van de Wet BOPZ (Wet Bijzondere Opname in Psychiatrische Ziekenhuizen). Daarbij heb ik steeds benadrukt dat het wetsvoorstel WVGGZ in strijd is met het VN-Verdrag voor de Rechten van Personen met Beperkingen (CRPD). Ook had ik een alternatief model uitgedacht op basis van Eigen Kracht-conferenties (het recht op een eigen plan), waarmee dwang voorkomen kan worden. Maar helaas is in januari 2018 de nieuwe dwangwet, de Wet Verplichte GGZ (WVGGZ), toch unaniem aangenomen door de Eerste Kamer. Persoonlijk achtte ik het eigenlijk ondenkbaar dat de Nederlandse wetgever het VN-Verdrag zou negeren en de WVGGZ toch zou aannemen. Bovendien gaat het hier om overduidelijke mensenrechtenschendingen, zoals bijv. het gebruik van “Zweedse banden” om mensen vast te binden die eigenlijk zorg nodig hebben. Ik kon me niet voorstellen dat de politiek hiermee akkoord zou gaan. Tot mijn stomme verbazing is dat echter wel gebeurd, en viel in januari 2018 ook deze hoop in duigen.

Het falen van de rechtstaat doet me enorm veel pijn. Ik ben zo extreem teleurgesteld in het hele rechtssysteem. Dat klinkt overdreven, echter, in de praktijk blijken de juridische klachtenprocedures een wassen neus te zijn, en de politiek negeert de mensenrechten uit het VN-Verdrag voor de Rechten van Personen met Beperkingen. Dat had ik echt nooit verwacht in Nederland. De woorden “falende rechtstaat” en “ongekend onrecht” resoneren daarom diep in mij. Ik heb er veel verdriet van dat de zorg geen zorg is, en het recht geen recht, en de rechtstaat geen rechtsstaat.

Na ongeveer 25 jaar juridisch procederen en bijna 20 jaar activisme tegen dwang in de GGZ, merk ik dat ik oprecht worstel met die falende rechtstaat. Mijn acties zijn namelijk gebaseerd op de veronderstelling dat ik in een rechtstaat leef. Het is soms heel moeilijk om nog hoop te houden dat er rechtvaardigheid zal zijn, en dat goede argumenten (zoals mensenrechtenverdragen) gehoor zullen vinden, en dat er een eerlijke afweging gemaakt zal worden.

Het feit dat er nu erkenning is voor het onrecht door de toeslagen affaire, geeft me de hoop dat er op een dag ook erkenning zal zijn voor het leed veroorzaakt door de GGZ doofpot.

Uitblijven van een remedie

Ik vind het erg wat de gezinnen is aangedaan door het Toeslagenschandaal. Het is ook goed dat zij gecompenseerd worden, en terecht dat er acties worden genomen ten aanzien van de verantwoordelijken. Wellicht is er ook nog een rol voor het College voor de Rechten van de Mens, want er zijn immers fundamentele rechten in het geding, zoals het recht op gelijkheid en non-discriminatie, en daar kan men niet lichtzinnig mee omgaan, vooral vanwege het karakter van systematische discriminatie op basis van afkomst. Dat is in Nederland strafbaar en verwerpelijk. Het anders behandeld worden vanwege een GGZ-label is ook discriminatie. En het discrimineren van meerdere kwetsbare groepen in de samenleving getuigt zeer zeker van een falende rechtstaat.

Maar ook het uitblijven van een remedie is cruciaal om een rechtstaat te doen falen. Mensen geven immers doorgaan wel aan wanneer er wat fout gaat, en proberen het vaak ook recht te zetten, maar er wordt zo vaak niet geluisterd naar wat iemand zegt, vooral wanneer er vooroordelen bestaan. En als je niet serieus wordt genomen, kan je je ook niet verdedigen. Grootschalige misstanden met veel slachtoffers, zoals de toeslagenaffaire, en ook de GGZ doofpot, zijn daarmee ook het bewijs van grootschalige discriminatie in het rechtssysteem.

Er is een probleem met het rechtssysteem zelf. Het Nederlandse rechtssysteem bedient vooral “de modale Nederlander”, en een diversiteit van mensen valt gemakkelijk buiten de boot als zij niet voldoen aan een stereotype plaatje. (Wederom kan ik ook uit eigen ervaring spreken: mijn hulpvraag aan een advocaat is voorheen wel eens afgewezen op basis van bijv. het niet hebben van een woonadres. Dus als dakloze was het toen onmogelijk om mijn recht te halen). Het systematisch uitsluiten van bepaalde groepen creeert een tweedeling in de maatschappij, want hierdoor raken bepaalde mensen bevoorrecht en anderen benadeeld, en dat veroorzaakt wrijving. Dit is waarom gelijkheid zo belangrijk is voor de hele samenleving. 

Ongezien

Ik voel die wrijving ook, en het ondermijnt het gevoel van gezamenlijkheid. Ook als ik kijk naar de toeslagenaffaire en denk: Waarom zij wel? Waarom de GGZ niet? Ik gun het de gezinnen dat ze gecompenseerd worden, maar ik kook van binnen omdat ik de rechtstaat zo hypocriet vind. Ze erkennen het ene wel, en het andere niet. Ik probeer al zo lang om gehoor te vinden, en ik ben echt niet de enige. Na zoveel mislukte pogingen zakt me de moed soms in de schoenen. Ik voel wat het onrecht en de rechteloosheid met me doet. Het maakt me boos en verdrietig. En om dan te zien dat anderen wel erkenning vinden voor hun leed, geeft een gevoel van minderwaardigheid en afstand. En waar kan je heen als het rechtssysteem niet werkt? Het was fout wat ze deden en ik ben beschadigd. Ik kan het niet accepteren. Men kan toch niet verwachten dat ik wegkijk van onrecht en het laat voortbestaan? Het moet opgelost worden. Dwang moet stoppen. Niemand zou zulke dingen nog mee moeten maken. Er moet geleerd worden van de fouten, zodat de wereld in de toekomst beter wordt. En mijn stem telt toch ook? Wat moet ik doen om gehoord te worden??  

Ik ben niet de enige die zich zo voelt. Terwijl de rechtstaat faalt, worden er veel mensen gekwetst. Talloze groepen zijn niet eens in beeld bij het rechtssysteem, puur omdat het bijvoorbeeld zeer moeilijk kan zijn om een bereidwillige advocaat te vinden om hen bij te staan. Denk bijv. aan dak- en thuislozen, migranten, GGZ clienten, minderjarigen, mensen met beperkingen, werklozen, mensen met taal- of cultuurbarrieres enz. 

Verharding

Ondertussen blijkt het aantal incidenten en de overlast op straat toe te nemen, zoals enerzijds ‘verwarde personen’, jongeren met messen, boze menigtes, maar anderzijds ook toenemend politiegeweld, stijging in dwangopnames, en steeds meer regels. Het lijkt alsof er een soort verharding zichtbaar is door alle lagen van de samenleving heen, waarbij toenaderen, uitpraten en oplossen niet genoeg prioriteit krijgt. Het probleem zit niet in een bepaalde sector of een specifieke groepering, zoals de Belastingdienst, de gezinnen, of de GGZ. Het is een probleem van de samenleving. De “incidenten” staan niet los van het geheel. Elke reactie heeft een oorzaak.

En misschien is een harde aanpak sowieso nooit een goed idee. Een harde aanpak werkt doorgaans averechts, omdat het voorbij gaat aan de onschatbare waarde van dialoog, contact en herstel, alsook de menselijke maat. Zowel de wetgevende, uitvoerende en rechtsprekende machten weerspiegelen de voorbeeldrol die de overheid vervult, en als deze organen een harde aanpak uitdragen, heeft dat een weerslag op de gehele samenleving, en dat kan leiden tot hetzes zoals de toeslagenaffaire of de GGZ doofpot, waarbij er geen oog meer is voor de persoon.

Enkel in een falende rechtstaat ontstaat de roep om een harde aanpak. In een werkende rechtstaat zouden problemen op respectvolle wijze het hoofd geboden worden, met respect voor ieders rechten, en gericht op maximale kansen voor eenieder. Elke persoon heeft recht op een gelijkwaardige respectvolle bejegening.

De menselijke maat

Het verslag “Ongekend Onrecht” concludeert dat er oog moet zijn voor de menselijke maat c.q. het toepassen van maatgevoel. De toeslagenaffaire is slechts een fragment van de falende rechtstaat, echter de roep om menselijk maatwerk is universeel, en zien we ook terug in de GGZ en andere sectoren. Ook het VN-verdrag voor de Rechten van Personen met Beperkingen vraagt om maatwerk voor inclusie. De algehele menselijke diversiteit vraagt sowieso om maatwerk.

Rechtspraak

Het falen van de rechtstaat vraagt om een inhaalslag. Het rechtssysteem kan niet blijven zoals het nu is. Op het gebied van dwang in de GGZ schieten zowel de wetgevende, uitvoerende en rechtsprekende machten tekort in het beschermen van de grondrechten. Er is een grote verandering nodig in de rechtspraak, in lijn met de mensenrechten zoals o.a. het VN-verdrag voor de Rechten van Personen met Beperkingen.

De Grondwet (artikel 94) stelt:  “Binnen het Koninkrijk geldende wettelijke voorschriften vinden geen toepassing, indien deze toepassing niet verenigbaar is met een ieder verbindende bepalingen van verdragen en van besluiten van volkenrechtelijke organisaties.” Dit betekent dat in het licht van de internationale bepalingen, o.a. de Wet Verplichte GGZ niet gebruikt mag worden als grond voor vrijheidsbeperking in de zorg, omdat daarmee de facto wordt afgeweken van de bepalingen uit het VN-verdrag voor de Rechten van Personen met Beperkingen. Om de Nederlandse standaarden inzake vrijheid en marteling in lijn te brengen met de internationale standaarden, is het nodig om de nationale wetgeving, zoals de Wet Verplichte GGZ, de Wet Zorg en Dwang, en de Wet Forensische Zorg, te amenderen met de bepalingen uit het VN-verdrag voor de Rechten van Personen met Beperkingen. De dwangwetten dienen dus vervangen te worden door zorgwetten, met daarbij dezelfde waarborgen als andere zorg, zoals het recht op volledige en betrouwbare informatie, het recht op vrije geinformeerde keuze en het recht om zorg te weigeren.

Verbod op dwang in de zorg

Een verbod (moratorium) op alle dwangtoepassingen in de zorg is dus nodig, hetgeen duidelijk maakt hoe groot de schrijnende tekorten aan goede ondersteuning zijn, met name in acute crisis situaties. Een “gebrek aan alternatieven” is geen legitieme reden om mensenrechten te schenden door dwangtoepassing. Er zijn ook plaatsen waar het wel lukt om dwangvrije ondersteuning te bieden, crisis te voorkomen, en dwangvrij te de-escaleren. Ieder mens heeft recht op de hoogst haalbare standaard van lichamelijke en geestelijke gezondheid. Dwangvrije ondersteuning is de nieuwe norm. Enkel zorg en ondersteuning op basis van vrije geinformeerde keuze is legaal.  

De Wet Verplichte GGZ, de Wet Zorg en Dwang, en de Wet Forensische Zorg zijn allen in strijd met het VN-verdrag voor de Rechten van Personen met Beperkingen, en dienen als onuitvoerbaar te worden beschouwd. De bepalingen uit het VN-verdrag voor de Rechten van Personen met Beperkingen zijn amendementen voor deze wetten en bieden het nieuwe kader waaraan getoetst dient te worden. Het recht op gezondheid is onderhavig aan progressieve realisatie waarbij rekening wordt gehouden met de beschikbare bronnen, echter, het vrijheids-element in het recht op gezondheid valt onder de politiek-civiele rechten (grondrechten) waarvoor geldt dat gestreefd dient te worden naar onmiddellijke realisatie. Dit betekent dat de rechtsprekende macht per direct dient te stoppen met het toestaan van dwang, en geen Crisismaatregel of Zorgmachtiging meer mag uitvaardigen.

In plaats van de client te dwingen zich te schikken naar de voorkeuren van de zorgaanbieder, dient het rechtssysteem juist de zorgaanbieder te bewegen om zich te schikken naar de wensen van de client.

Psychosociale ondersteuning hoeft niet gebonden te zijn aan een vaste locatie, maar kan in principe overal verleend worden. Gedwongen opname is dus achterhaald. De nieuwe focus ligt bij gelijkwaardige inclusie, welzijn en maatwerk. Wachtlijsten ondermijnen preventie en dragen bij aan escalatie en crisis. Het zorgaanbod moet zo snel mogelijk op peil gebracht worden.

De deuren van instellingen moeten geopend worden zodat mensen vrij zijn om te gaan (of komen). Experts, vrijwilligers, en/of mensen uit het eigen netwerk kunnen helpen om mensen te bevrijden uit dwangsituaties zoals Zweedse banden en isoleercellen, en helpen om alternatieven realiseren, waarbij de wens van de client en maatwerk voorop staan, om zodoende de client te ondersteunen bij welzijn, herstel en empowerment, en gelijkwaardige inclusie. Er dient voldoende budget beschikbaar te zijn, met urgentie, om een reeks van vrijwillige ondersteuningsopties te realiseren, om aan alle zorgvragen in de samenleving te kunnen voldoen. Kennisontwikkeling en training op het gebied van dwangvrije ondersteuning is eveneens nodig.

Erkenning en remedie van misstanden in de GGZ

Klachten over de GGZ dienen stuk voor stuk serieus genomen te worden, en toetsing zal plaatsvinden in lijn met het VN-verdrag voor de Rechten van Personen met Beperkingen. Ook dienen alle slachtoffers in de gelegenheid te worden gesteld om hun klacht alsnog in te dienen, omdat dit voorheen niet of nauwelijks mogelijk was vanwege de achterhaalde dwaling van het rechtssysteem.

De GGZ doofpot is geen geheim, en de machthebbers beseffen wellicht inmiddels ook wel dat het zinloos is om het onrecht te ontkennen. Herstel van de rechtstaat is nodig, per direct, net als de slachtoffers van het toeslagenschandaal.

Dus wij, slachtoffers van dwang in de zorg, verzoeken de verantwoordelijken om, in navolging van de toeslagenaffaire en met het oog op gelijkheid en non-discriminatie, actie te ondernemen en de GGZ-doofpot open te breken. Het is de hoogste tijd dat de slachtoffers van dwang in de zorg ook erkenning krijgen voor het zware leed dat ons is aangedaan.

“Zoiets mag nooit meer gebeuren”, zei de demissionaire premier Mark Rutte over de toeslagenaffaire. De slachtoffers van dwang en mishandeling in de GGZ willen nu eenzelfde soort welgemeende excuses, erkenning, remedies, sancties en compensatie voor de mensenrechtenschendingen in de GGZ.

Elke dag dat dwang in de zorg toegepast wordt, is er een te veel. Voor de meeste politici is 24uur snel voorbij, maar 24uur in Zweedse banden of een isoleercel duurt enorm lang en kan een levenslang trauma opleveren, omdat je juist niet verwacht dat hulpverleners zoiets doen, waardoor de laatste hoop op begrip als het ware ook weg-ebt. Dwangtoepassing is mishandeling en kan geen zorg genoemd worden. Beschaving lees je af aan de manier waarop een samenleving met zijn zwaksten omgaat. En als er een lid van de samenleving lijdt, dan lijdt de samenleving als geheel.

Genoeg is genoeg. Het is 2021.

Als Nederland nog een rechtstaat is, dan kan het GGZ leed niet langer ongezien blijven, en zal er erkenning vanuit de wetgevende, rechtsprekende en uitvoerende organen moeten komen, omdat het VN-Verdrag voor de Rechten van Personen met Beperkingen ons daartoe verplicht. Maar ook vooral om recht te doen aan elke burger, en om de rechtstaat te herstellen, en om daadwerkelijk lering te trekken uit de gemaakte fouten. Het is tijd voor een historische revolutie in de GGZ, alsook een hervorming van het rechtssysteem om discriminatie en schending van mensenrechten uit te bannen.

Falende rechtstaat!

Beschamende misser van het rechtssysteem!

Zoiets mag nooit meer gebeuren!


[1] Artikel: Waarom gedwongen GGZ behandeling verboden moet worden, (29 maart 2016)  https://tekeertegendeisoleer.wordpress.com/2016/03/29/waarom-gedwongen-ggz-behandeling-verboden-moet-worden/

[2] Artikel: “16 jaar oud, depressief en gemarteld in de psychiatrie” https://tekeertegendeisoleer.files.wordpress.com/2016/03/final_nl_persoonlijke-verklaring_16-jaar-oud-depressief-en-gemarteld-in-de-psychiatrie_maart-2016.pdf

[3] Artikel: “Gender interrupted by forced psychiatry”, https://tekeertegendeisoleer.files.wordpress.com/2016/10/personal-testimony_-gender-interrupted-by-forced-psychiatry.pdf