Stem tegen het “Aanvullend protocol van het Verdrag van Oviedo”

Dit artikel gaat over Europese regelgeving inzake dwang in de geestelijke gezondheidszorg (GGZ).

De Raad van Europa staat op het punt een grote fout te begaan.

De minister van buitenlandse zaken, Wopke Hoekstra, is nu aan zet en kan het tij keren met zijn collega’s in het Comité van Ministers van de Raad van Europa.

Hier volgt een korte uitleg van de Europese ontwikkelingen op het gebied van dwangwetgeving.

Dwang in Europese wetgeving

Van oudsher bestaat er Europese wetgeving die het toepassen van dwang in de GGZ toestond (EVRM art 5 en Verdrag van Oviedo art 6 en 7). Mensen met psychosociale problemen werden daarbij van hun vrijheden beroofd, bijvoorbeeld door opsluiting, dwangmedicatie of vastbinden. Dit werd zorg genoemd.

Moderne mensenrechten

Sinds 2008 geldt het VN-Verdrag voor de Rechten van Personen met Beperkingen (IVPRH of UN CRPD). Daarin wordt benadrukt dat gezondheidsstatus geen reden mag zijn voor het afnemen van vrijheden.

Dwang en vrijheidsbeperking in de zorg zijn in strijd met de mensenrechten, o.a. het recht op gelijkheid voor de wet en wettelijke zeggenschap (art 12), het recht op vrijheid (art 14), het recht op vrijwaring van marteling en geweld (art 15 en 16), en het recht op gezondheid en zorg op basis van vrije en geinformeerde keuze (art 25).

Psychosociale beperkingen

Mensen met psychosociale problemen zijn personen met beperkingen. De term “beperkingen” verwijst niet naar een medische conditie, maar naar een belemmering voor gelijkwaardige deelname aan de samenleving (hindernis voor inclusie). Gelijkwaardige inclusie is een mensenrecht. Een beperking of zorgbehoefte mag geen grond zijn voor vrijheidsbeperking.

Cultuurverandering

Er is een duidelijk spanningsveld tussen enerzijds de ouderwetse wetgeving over ‘noodzakelijke dwang’ zoals in de Europese en Nederlandse wetgeving, en anderzijds de moderne mensenrechtenvisie uit het VN-Verdrag met de noodzaak tot het afschaffen van dwang in de zorg.

Respect voor mensenrechten vraagt een cultuurverandering in de GGZ, en het afschaffen van dwang.

De nationale politiek had deze cultuurverandering in Nederland moeten leiden, echter, dat hebben zij verzaakt door enkele jaren geleden de Wet Verplichte GGZ aan te nemen, hetgeen in strijd is met het VN-Verdrag dat door Nederland op 14 juli 2016 geratificeerd is.

Achterhaalde visie

De veelgehoorde roep om een harde aanpak van verwarde personen staat haaks op het uitgangspunt van inclusie en mensenrechten, en is gebaseerd op sensatiebeluste media verslagen, stereotypering en discriminatie. Dit is een kenmerk van wijdverspreide ouderwetse opvattingen over ‘psychiatrische aandoeningen’. Onder de categorie van ‘medisch model denken’ worden mensen met psychosociale problemen afgeschreven alsof zij defect zijn. Onder het zogeheten sociale model ligt de nadruk op “normaliseren” (rehabiliteren). Maar tegenwoordig gaat goede zorg over empowerment, herstel, inclusie en diversiteit. Het argument van wilsonbekwaamheid is achterhaald. Elke persoon heeft een wil. Het gaat om contact maken en ondersteuning bieden. Er is betere voorlichting nodig om ouderwetse opvattingen te bestrijden. Het VN-Verdrag moet leidend zijn bij de ontwikkeling van de zorgsector.

De harde aanpak is allang achterhaald. Helaas blijkt de GGZ niet in staat om zelfstandig de kwaliteit van zorg af te bakenen, waardoor de sector een speelbal is van de politiek en de economie, en een afschuifpost voor handhavingstaken en bezuinigingen. Dit leidt tot nog meer mensenrechtenschendingen.

Onder de nationale wetgeving (WVGGZ) is dwang toegestaan als een uiterste redmiddel “mits er geen minder belastende alternatieven mogelijk zijn”. Daarmee is de beschikbaarheid van goede zorg lineair verbonden met de mate van dwangtoepassing. De wachtlijsten waren sowieso al schrijnend, maar het veroorzaken van dwangtoepassing is schandalig. De overheid verzaakt haar taak om bescherming te bieden aan kwetsbare burgers.    

De rechtspositie van personen die met dwang in de zorg te maken hebben is een wassen neus.

Er is leiding nodig voor de benodigde cultuuromslag, om mensenrechten waarheid te laten worden voor mensen met psychosociale beperkingen.

Wat doet de Raad van Europa?

De Raad van Europa is een orgaan dat sinds 1950 de Europese vertolking geeft van de universele mensenrechten middels het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) en andere verdragen (De Raad van Europa staat los van de Europese Unie die sinds 1993 is opgericht als handelseenheid)

De Raad van Europa werkt aan verdere verduidelijking binnen hun bestaande kaders en heeft daarvoor tal van comités en tevens het Europees Hof voor de Rechten van de Mens.

Concept protocol

Het Comité voor de Bio-ethiek van de Raad van Europa heeft de laatste jaren besteed aan een concept protocol met richtlijnen die binnen de kaders van de oude Europese wetgeving passen. Het concept protocol heeft een vergelijkbaar karakter als de Nederlandse Wet Verplichte GGZ. Dwang mag daarbij enkel als laatste redmiddel worden ingezet, bij mensen die vanuit een zogeheten ‘geestesziekte’ een gevaar vormen voor zichzelf of omgeving, en het geheel is omkleed met procedures en theoretische ‘rechten’.

De volledige titel van het document is Engelstalig: “Draft Additional Protocol concerning the protection of human rights and dignity of persons with mental disorder with regard to involuntary placement and involuntary treatment”. Vertaling in het Nederlands: “Concept aanvullend protocol aangaande de bescherming van mensenrechten en waardigheid van personen met geestesziekte inzake onvrijwillige plaatsing en onvrijwillige behandeling”

De verkorte titel is: “Draft Additional Protocol to the Oviedo Convention”. Nederlandse vertaling: “concept Aanvullend Protocol van het Verdrag van Oviedo”.

Zie ook de website van het Comité voor de Bio-ethiek van de Raad van Europa: https://www.coe.int/en/web/bioethics/-/frequently-asked-questions-on-draft-additional-protocol-concerning-the-protection-of-human-rights-and-dignity-of-persons-with-mental-disorder-with-reg

Onacceptabel

Het concept Aanvullend Protocol van het Verdrag van Oviedo is in strijd met het VN-Verdrag voor de Rechten van Personen met Beperkingen (IVPRH of UN CRPD).

Mensenrechten-experts van de Verenigde Naties (VN) hebben lidstaten expliciet opgeroepen om tegen dit concept protocol te stemmen, zie https://www.ohchr.org/en/NewsEvents/Pages/DisplayNews.aspx?NewsID=27126&LangID=E

Ook de Commissaris van de Mensenrechten van de Raad van Europa, mevr. Dunja Mijatovic, heeft zich meermaals uitgesproken tegen het concept protocol, bijvoorbeeld in 2018, zie https://rm.coe.int/comments-by-dunja-mijatovic-council-of-europe-commissioner-for-human-r/16808f1111   

De tekst van het concept protocol gaat geheel over procedures voor het afnemen van vrijheden, inclusief richtlijnen voor het gebruik van isoleercellen, vastbinden en zelfs electroconvulsive therapy. Dat soort praktijken heeft niets met zorg, welzijn of geestelijke gezondheid te maken. De benadering onder het concept protocol is ouderwets en achterhaald.

Zorg is aandacht. Het is mogelijk om dwang te voorkomen, door crises en escalaties te voorkomen, door goede ondersteuning te bieden in lijn met de mensenrechten. Er is een cultuurverandering nodig in de GGZ, niet alleen in Nederland, maar in Europa als geheel.

Compendium

Het “compendium met Good Practices” ter bevordering van vrijwillige zorg en het voorkomen van dwang, dat het Comité voor de Bio-ethiek van de Raad van Europa inmiddels heeft opgesteld, is misleidend. Het leidt de aandacht af van het gevaarlijke concept protocol, en wekt de suggestie van zorgverbetering terwijl het compendium ook matige initiatieven bevat, geenszins bindend is, en er ook geen middelen beschikbaar worden gesteld om deze methodes daadwerkelijk elders te implementeren of door te ontwikkelen naar het mensenrechtenmodel. Het is feitelijk slechts een papieren lijst. Het zorgtekort in de praktijk is niet opgelost en blijft onbesproken. In plaats van te investeren in daadwerkelijke zorg, investeert men in dwang en in procedures. Dat helpt niet tegen het tekort aan zorg.   

Het concept protocol is na ratificatie wél bindend voor de lidstaten van het Verdrag van Oviedo. De zorgtekorten kunnen dan blijven voortbestaan, waardoor de wet stelt dat dwang ‘gelegitimeerd’ blijft, zolang men maar genoeg procedures afvinkt. Die procedures zijn verplicht, maar goede zorgverlening blijkbaar niet?

Gemiddelde norm

De Raad van Europa zou de universele mensenrechten hoog in het vaandel moeten houden. Maar het reguleren van dwangtoepassing teneinde meer ‘eenheid’ te creeren tussen de lidstaten naar een ‘gemiddelde Europese norm’ is niet hetzelfde als het daadwerkelijk realiseren van inclusie en mensenrechten. Het implementeren van het VN-Verdrag voor de Rechten van Personen met Beperkingen is vooralsnog een uitdaging voor elke staat, ook voor de zogeheten ‘ontwikkelde landen’.

Enkel goede zorg zou gereguleerd moeten worden. Slechte zorg moet verboden worden.

Het immense leed dat schuilgaat achter de muren van de instellingen mag niet langer voortduren. Reeds vanaf de jaren ‘90 was het uitgangspunt “zo min mogelijk dwangtoepassing”, maar jaarlijks nemen de aantallen dwangtoepassing toe. Het huidige systeem werkt niet, en ‘afwachten tot het probleem zichzelf oplost’ is geen optie. Er is actief beleid nodig om dwang in de zorg per direct af te schaffen. De tijd van compromissen is al voorbij, en nu is het tijd voor echte diepgaande verandering.

Dwang in de zorg is geen oplossing, maar een probleem.

Wat nodig is, is meer zorg, en niet meer dwang.

Comité van Ministers

Op 2 november 2021 heeft het Comité voor de Bio-ethiek van de Raad van Europa besloten om dit aanvullend protocol naar het Comité van Ministers te sturen voor besluitvorming. Daar zal het vermoedelijk in 2022 op de agenda komen.

Het is erg belangrijk dat het Comité van Ministers bij de Raad van Europa tegenstemt bij de behandeling van dit concept Aanvullend Protocol van het Verdrag van Oviedo / “Draft Additional Protocol to the Oviedo Convention”. De minister die Nederland vertegenwoordigd is de minister van Buitenlandse Zaken, Wopke Hoekstra.

Universele mensenrechten

46 van de 47 lidstaten van de Raad van Europa hebben het VN-Verdrag voor de Rechten van Personen met Beperkingen geratificeerd. Het Aanvullend Protocol van het Verdrag van Oviedo zou voor conflicterende standaarden zorgen in bijna alle lidstaten.

Wanneer een organisatie als de Raad van Europa het effect van universele mensenrechten zoals het VN-Verdrag voor de Rechten van Personen met Beperkingen nu middels een Protocol zou kunnen wegcijferen, dan staan alle andere mensenrechten feitelijk ook ineens op de tocht. Dat mag niet gebeuren.

Het is cruciaal dat er tegen het concept protocol gestemd wordt.

Oproep

Alleen samen kunnen we het concept protocol van de Raad van Europa stoppen.

Het concept protocol kan verworpen worden wanneer er genoeg ministers tegen dit concept protocol stemmen in het Comité van Ministers van de Raad van Europa.

Het is dus uitermate belangrijk dat ook de Nederlandse minister van buitenlandse zaken, Wopke Hoekstra, tegen het Aanvullend Protocol van het Verdrag van Oviedo zal stemmen.

Het risico op verkeerde beeldvorming over psychosociale beperkingen is aanwezig bij het Comité van Ministers, en daarom is het extra belangrijk om te zorgen voor goede beeldvorming over psychosociale beperkingen, ervaringen met dwang in de zorg, alternatieven, herstelervaringen, zorgtekorten enz.

Iedereen kan helpen bij de bewustmaking van deze strijd voor de mensenrechten in Europa, bijvoorbeeld door deze boodschap uit te dragen en/of contact te leggen met het ministerie van buitenlandse zaken ter attentie van minister Wopke Hoekstra.

Het is tijd om op te komen voor de mensenrechten, om zo te voorkomen dat de Raad van Europa een grote fout maakt.

Geen dwang maar zorg.

Meer informatie:

Meer weten over de acties en campagne tegen het Aanvullend Protocol van het Verdrag van Oviedo? De volgende websites geven meer informatie (Engelstalig).

  1. Oproep van VN-experts om tegen dit protocol te stemmen, zie https://www.ohchr.org/en/NewsEvents/Pages/DisplayNews.aspx?NewsID=27126&LangID=E
  2. Campagne website van diverse Europese organisaties tegen dit protocol, zie https://www.withdrawoviedo.info/join
  3. Campagne materiaal van European Network of Users, ex-users and Survivors of Psychiatry (ENUSP) actief tegen dit protocol, zie
    https://enusp.org/2018/05/29/draft-additional-protocol-to-the-oviedo-convention-related-materials/
  4. Blog van Actiegroep Tekeer tegen de isoleer! / Stichting Mind Rights met verslag van PACE hoorzitting en pleidooi tegen het protocol, zie
    https://tekeertegendeisoleer.wordpress.com/2021/03/23/call-to-end-coercion-and-withdraw-draft-additional-protocol-to-the-oviedo-convention-pace-hearing/
  5. Artikel in de European Times over dit mensenrechtenprobleem bij de Raad van Europa, zie
    https://www.europeantimes.news/2021/11/the-human-rights-problem-of-the-council-of-europe/
  6. Artikel van Human Rights Watch tegen dit protocol, zie
    https://www.hrw.org/news/2020/11/04/what-does-council-europe-have-against-people-disabilities#
  7. Nederlandstalige blog: Waarom gedwongen GGZ-behandeling verboden moet worden
    https://tekeertegendeisoleer.wordpress.com/2016/03/29/waarom-gedwongen-ggz-behandeling-verboden-moet-worden/

Ernstige klachten over mensenrechten en GGZ gemeld aan VN Comité voor de Rechten van Personen met Beperkingen

Stichting Mind Rights heeft deze week een inzending verstuurd aan het VN-comité voor de Rechten van Personen met Beperkingen (UN CRPD Committee), waarin zij ernstige klachten meldt over de implementatie van het VN-Verdrag voor de Rechten van Personen met Beperkingen in Nederland.

Onder het VN-verdrag is dwangtoepassing in de GGZ niet toelaatbaar, maar het beleid in Nederland is er niet op gericht om dwang te voorkomen.

Het VN-comité voor de Rechten van Personen met Beperkingen voert dit jaar via interactieve sessies in Geneve de eerste periodieke evaluatie uit van de implementatie van het VN-Verdrag in Nederland. Daarbij worden er in het voorjaar van 2022 vragen gesteld aan de Nederlandse overheid, en de overheid zal aan de hand van deze thema’s de overheids-rapportage aan het VN-Comité opstellen. Maatschappelijke organisaties kunnen ook hun inbreng aanleveren in een ‘schaduwrapportage’. De beschouwing van de rapportages over Nederland door het VN-Comité volgt in het najaar van 2022, waarbij het VN-Comité zal afsluiten met aanbevelingen ter bevordering van de implementatie van het VN-Verdrag voor de Rechten van Personen met Beperkingen in Nederland.

Stichting Mind Rights heeft een rapportage opgesteld met inhoudelijke suggesties voor de vragen (List of Issues, LOI) die het VN-Comité aan het voorbereiden is. Daarin wordt per artikel kort aangegeven welke onderwerpen van belang zijn als het gaat om de rechten van personen met psychosociale beperkingen in Nederland. De inbreng van Stichting Mind Rights omvat o.a. thema’s als stigmatisering, beleid ten aanzien van ‘verwarde personen’, dwangtoepassing, wet Verplichte GGZ en gebrek aan rechtsspraak.

Gedwongen psychiatrische interventies en discriminatie op grond van psychosociale beperking zijn gekoppeld aan een lange reeks van ernstige mensenrechtenschendingen zoals ontneming van handelingsbevoegdheid, vrijheid, toegang tot de rechtsspraak, marteling en mishandeling en een gebrek aan steun voor inclusie in de samenleving. Ernstige misstanden zoals opsluiten en vastbinden, gedwongen medicatie toediening, doden door politiegeweld, het negeren van klachten, en uitsluiting van deelname aan de samenleving vormen de kern van de rapportage van Stichting Mind Rights.

De recente rapportage van Stichting Mind Rights met informatie voor de “List of Issues”(LOI) is vooralsnog enkel in het Engels beschikbaar, en is te lezen via deze link:

De koepelorganisatie “Alliantie VN-Verdrag Handicap” heeft reeds in 2019 een schaduwrapportage opgesteld namens diverse belangenorganisaties over de stand van zaken van de implementatie van het VN-Verdrag in Nederland.

Zie de onderstaande link voor de schaduwrapportage van de Alliantie, beschikbaar in het Nederlands, Engels en Eenvoudig Taalgebruik: https://nietsoveronszonderons.nl/kennisplein/schaduwrapportage-vn-verdrag-handicap/

Het VN-comité voor de Rechten van Personen met Beperkingen zal na de voorjaarssessie (februari en maart 2022) haar “List of Issues (LOI)” voor Nederland bekend maken.

The call for liberation of European mental health care

4 May 2021, by Jolijn Santegoeds, www.mindrights.nl

The history of European mental health care calls for a reflection on the doctrine of ‘normalcy’.

This article provides many reasons to campaign against the Council of Europe’s Draft Additional Protocol to the Oviedo Convention. #WithdrawOviedo #StopForcedTreatment  https://www.withdrawoviedo.info/join

Various events throughout European history have impacted on the mental health care sector, and this history has contributed to the development of practices in European mental health care up to today.

This is a long and detailed article about shocking practices and events which impacted European mental health care directly or indirectly, such as MK Ultra, Operation Paperclip, World War 2 and torture in mental health care. This article presents an outline of the need for change in European mental health care to meet human rights standards.

Initially, my interest was caught by the historical, unethical project called “MK Ultra”, which took place in the aftermath of World War 2, in the context of the Cold War. The secrecy of the MK Ultra project has often given rise to unclarity and speculations, and even sparked conspiracy theories. It’s a complicated and delicate matter, and it’s a painful part of the history of the world. During my exploration of the impact of MK Ultra, I came to the conclusion that the professional development of European mental health care in fact has gone fundamentally wrong at various points in history.

At present, Europe has a chance to break away from its dark past, by making sure that the Council of Europe’s Draft Additional Protocol to the Oviedo Convention will not be adopted. This article will motivate why Europe must ban institutionalization and coercion from mental health care.

MK Ultra

MK Ultra stands for a highly controversial research project on “mind control” by the US, in which it used knowledge obtained by World War 2. The infamous MK Ultra project with 149 subprojects was carried out in the period of the Cold War between 1950 and 1973, with some projects overlapping and continuing under other code names, such as MKSEARCH, MKNAOMI, MKDELTA, MKOFTEN, Bluebird, Artichoke, Stargate, QKHILLTOP and other names. It is unclear if it has fully ended, or possibly has been taken on in other projects into later decades.

The most known experiments are those in the USA where the drug LSD was distributed to test persons without their consent. Yet the MK Ultra project carried a much larger scope. MK Ultra used a spectrum of techniques to manipulate mental states and brain functions, including by psychoactive drugs (especially LSD), paralyzing drugs and other chemicals, electroshocks, hypnosis, sensory deprivation, isolation, high temperatures, brain damages, and verbal and sexual abuse, and other forms of torture, in order to develop a better understanding of how to destroy and to control human minds. Abusive studies under mental health care to assert control over the mind and behavior of people were a substantial part of the decades-long study to control the human mind. 

The scope of Project MK Ultra and related projects was broad and outright horrifying. MK Ultra was simultaneously performed with many other operations and warfare experiments, such as for example experimentation with biological warfare (bacteria, viruses, cancer, fleas), chemical warfare (VX and Sarin, Operation Tophat). From 1951 to 1974 the Holmesburg prison program studied the dermatology and health effects of dioxin and other herbicides, and from 1962 to 1971 under Operation Ranch Hand, the Rainbow Herbicides were used on Vietnam. Also there were nuclear tests under Operation Gabriel, Sunshine, Plumbbob (radioactive radiation exposure tests, and e.g. giving radioactive food to children with mental disabilities), and experimentation on animals. MK Ultra activities were carried out under the guise of research in institutions, hospitals, prisons, and other places such as secret detention centers in Europe and East Asia, and CIAs involvement was often not known. MK Ultra experiments were often performed without consent of the persons subjected, and were in blunt violation of the 1925 Geneva Protocol which prohibits the use of chemical and biological weapons in war. The head of the CIA ordered to burn the reports of MK Ultra in 1973.

Many of the torture techniques developed in the MK Ultra studies and other programs were later used in prisons such as Guantanamo Bay and Abu Ghraib.

Use of ‘war intelligence’

Another highly disputed part of MK Ultra was the use of so-called ‘war intelligence’ obtained through projects such as “Operation Paperclip” after World War 2. After the liberation of Europe from the Nazi regime, the US, Russia and other countries collected thousands of scientists and leaders (including from the Nazi Party), who were given high level positions abroad. “Brain drain” it was called, and it supposedly served to prevent the oppressive regime from repeating itself. Yet, the fact that these ‘inventors of the Holocaust’ got high ranking positions with fame and fortune abroad remains utterly painful, and calls for reflection.  

Holocaust

The Nazi regime of Germany executed a terrifying range of cruelties on its population, by systematic mass murder on Jewish people and other minority groups, who were deported to concentration camps where they were subjected to torture, slavery, starvation and death. Millions of people were killed. The Nazi regime used propaganda as a means to ‘normalize’ the organized abuse and violence against Jews and other groups in the community, which were accused as ‘unworthy of living’. Under the doctrine of eugenics, many residential institutions were forced to become sites of forced sterilization, experimentation and starvation, since the Nazi regime also did not recognize the person with disabilities’ equal right to life or reproduction.

Obviously, the leaders and enablers of the Nazi regime were war criminals, and should have been treated as such. Operation Paperclip feels unfair. After the capitulation of Nazi Germany there were 3,4 million prisoners of war who were held at 19 locations of secured meadows with barbed wire near the river Rhein under appalling conditions (“Rheinwiesenlagern”). They all suffered and thousands of people died. The contrast is huge with the leaders who escaped their responsibilities and got a new career.

It is hard to understand why MK Ultra and Operation Paperclip could go with impunity up to today.

A thorough reflection on the context of MK Ultra and the global situation of past century may shed a light on why projects such as Operation Paperclip and MK Ultra could take off and go with silence.

World War 2: Axis, Allied and United Nations

During World War 2, the Axis (Nazi Germany, Italy and Japan) were expanding their territory over nearly all of Europe, a part of Northern Africa and a part of East Asia near Japan. In response, several other countries, such as the UK, China, US, Soviet Union and Canada formed a counter force: the Allied. Amongst the Allied there was a strong feeling that an international organization was needed to foster peace amongst all nations, and in 1941 the Declaration of St. James Palace stated: “the only true basis of enduring peace is the willing cooperation of free peoples in a world in which, relieved of the menace of aggression, all may enjoy economic and social security”, which formed the basis of the human rights principles, the Declaration of the United Nations in 1942 and the founding of the United Nations in 1945.

The European Axis (Nazi Germany and Italy) were defeated by the Allied in May 1945. Japan suffered 2 atom bombs in August 1945, leading to its capitulation which brought World War 2 to an end. The Allied had given their lives for our freedom, which is the biggest gift ever, for which we are still very grateful every day. The horrible war costed the lives of millions of people. The price for our freedom was very high. The United Nations brought hope for peace amongst the nations.

“Brain drain”

After the war, Germany was split up in “Bundeslander” and was placed under supervisory occupation by the UK, US, France, Norway Belgium, and Russia, to guide Allied-occupied Germany in the recovery from the war, generally in the form of a silent authority supervising daily life. In addition, the occupiers were free to take goods from their occupational territory as a compensation. For example a lot of German equipment was transported by train to Russia, as well as German scientists under Operation Osoaviakhim of the Soviet Union, which was comparable to Operation Paperclip by the US.

Cold War: competition East and West

After World War 2, the Cold War arose over a disagreement amongst the Allied-occupiers of Germany over the currency to be used in Germany, which eventually led to the division of Germany and the division of Europe in East and West by the “Iron Curtain”, which again caused agony to the population.

Between 1948 and 1952, the economic assistance program “the Marshall plan” was launched to support the rebuilding of Europe, which enabled Germany to use their new currency (German Mark).

During the Cold War, between 1945 and 1991, the US and the Soviet Union were antagonists, competing on nearly every domain and showing off their power, seemingly to intimidate each other, which was e.g. visible through nuclear and military arsenal development, but also through embargoes, propaganda, espionage, rivalry, psychological warfare, and technological competition such as the Space Race. Secret intelligence agencies still played a major role in this ‘proxy war’, and therefore the secret services showed an increasing interest in these sectors.

The Cold War in fact opened the door for competition between Operation Osoaviakhim of the Soviet Union and Operation Paperclip of the US, which may be a reason why scientists and leaders of the Nazi regime gained honorary positions abroad, to carry out a signal of a threat of tyrannical powers, as part of a competitive climate between East and West. 

In 1986 the Soviet Union initiated political reforms (glasnost and perestroika) and revolutions arose in Eastern Europe, which led to the fall of the Berlin Wall in 1989 and the end of the Iron Curtain in 1991, by which the Cold War officially ended.

Colonialism: Western hunger for power 

It is worth to note that at the end of World War 2 in 1945, colonialism was not banned and many Western countries still had occupied territories all over the world. The UK’s “Commonwealth” still occupied many countries e.g. in East Africa (Uganda, Kenya, Tanzania, Rhodesia, Northern Rhodesia, Bechuanaland), Sudan, Nigeria, Gambia, Sierra Leone, Gold Coast, parts of India, Pakistan, Sri Lanka, Burma, Palestine and British Malaya amongst others. The Netherlands still occupied e.g. Indonesia, a part of India, Surinam and the Antilles. France still occupied many countries in North Africa, West Africa, Equatorial Africa, Madagascar and Indochina (Laos, Cambodia and Vietnam). Portugal still occupied Angola, Mozambique, a part of India, East Timor and Macau. And the list goes on, showing that before World War 2, many countries had in fact shown a mindset of imperialism and rivalry, and pursued a hunger for power and world domination, subjecting other regions to their control.

Slavery and mass exploitation

Populations in colonized territories have also been subjected to horrific atrocities and tyrannies committed by the colonizers, which were mostly north-western European countries as well as some Asian countries, who were invading territories to obtain its resources such as oil, textiles, gold, food and the trade routes such as harbors, tracks and passes. Slavery and deportation bear similarities to the mass exploitation of subjected minorities in the Nazi working camps, as it displays a similar fundamental inequality, discrimination and inhumane exploitation, leading to masses of people living in excruciating suffering, in fear of death, and subjected to dominating powers preventing them to speak or act for themselves. The lack of recognition of slavery and north-western imperialism is still a global human rights scandal.

Independence and Civil rights

After World War 2, the countries affected by the war restored their borders and their independence through post war resolutions in cooperation with the United Nations. This in turn empowered colonized countries to reiterate their demand for their independence in the same vein. The efforts for decolonization all over the world were supported by the United Nations, which actively contributed to changing the atmosphere between states to a more respectful and constructive cooperation.

In the 1950s and 1960s the Civil Rights Movement against racial discrimination arose in the US, which inspired people in many countries all over the world to stand up for their rights and demand an end to slavery. This gave a further push to the empowerment and liberation of oppressed groups, their struggle for independence, and to the development of human rights around the world.

The process of liberation from colonial regimes, racial discrimination and slavery was and is part of a global discourse of freeing the world from oppression, in line with the hopes of the United Nations.

Propaganda and psychological war

In Europe after 1945, the Cold War emerged as a psychological war between East and West, fueled by the hostile climate of competition with the threat of tyrannies and violence, which gave rise to increased activities of espionage, infiltration, intimidation, extortion, and torture by secret services. Over the course of history of World War 2 and the Cold War in Europe, propaganda had played a crucial role in creating a culture of mass murder and genocide. Propaganda promoted views to nullify other people, and was in violation of the basic principles of universal human rights, equality and nondiscrimination.

In response, the secret services sought to develop operations to enhance their knowledge and skills on influencing public opinion and e.g. also infiltrated in main stream media to influence public opinion (Operation Mockingbird). In addition, projects such as MK Ultra focused on mind control, on influencing behavior, including a wide range of torture, such as the search for a ‘truth serum’ for which various substances were tried on human beings under MK Ultra. Yet also intoxication, hypnosis, ‘brain washing’ and brain damaging, were part of operation MK Ultra. Children were used for experimentation. Operation Midnight Climax involved using sex workers for spying purposes. And frankly, the range of experimentation under MK Ultra and related programs was actually limitless. The army operations were classified, and the exact scope and execution of MK Ultra and related programs were never fully revealed. The reports were burnt in 1973 by order of the head of the CIA.

MK Ultra in itself was part of a much larger series of US and Soviet army operations and shockingly destructive experimentation during World War 2 and the Cold War. It had been generally agreed that a new war had to be prevented at any cost, yet the Cold War and its methods also sparked huge debates, such as over the legitimacy MK Ultra and Operation Paperclip. By 1991 this psychological war ended.

Silent suffering and impunity

There has been no recognition for the horrors committed under MK Ultra and related programs and operations which subjected defenseless people to atrocious experimentation in full secret. Yet up to today, the remnants of this horrible past still echo through mental health care around the world. The betrayal, misinformation, rigid regimes and lack of trust were once installed have never been fully dismantled, since they have not been exposed as wrongdoings, but rather could go unnoticed as if it were just another day in the mental institution. This is outrageous. The silence is deafening.

Decades of abuse of the mental health sector

Throughout the past century, the wars had impacted European mental health care in various ways. During World War 2, the Nazi regime had tyrannized the psychiatric sector in atrocious ways as sites for systematic starvation, sterilization and horrible experimentation on defenseless people. And after 1945 while the rest of community enjoyed the liberation, the sector mental health care again faced abuse and exploitation under the Cold War, to feed into the psychological warfare, by studies on mind control, to be used in intersection with espionage and torture.

Under MK Ultra, programs and experiments were designed to assert control over minds and behavior through e.g. manipulation and torture, leading to covert and illegal experiments to study and program the mind with amnesia, dissociation, schizophrenia, or test the human limits and confessions under torture etc. and by studying the effect of electroshocks, repetitive sounds, drugs, solitary confinement, coma and brain damage etc. The experiments on human beings were disguised as purely technical, medical or necessary research. The experiments in mental health care under MK Ultra without the consent of the persons concerned are severe violations of human rights.

‘Planted research’: corrupted science

The secret services have actually sabotaged the development of a meaningful evidence base in mental health care, by ‘planting research’ and paying for the researches of their interest while wrapping these up as actual scientific discourses, which deformed the curriculum of research and science. In its very essence, this means that the entire scientific basis of professional mental health knowledge has been corrupted.

Continuing rhetoric of oppression

In 1950s and 1960s, as one of the leading persons in the field of psychiatry, Donald Ewen Cameron (‘proxy Paperclip’ member), was involved in MK Ultra subproject 68, and executed experiments in Montreal with e.g. electroshocks, endless repeated messages on looped tapes, drugs like LSD, paralytic drugs, and insulin induced comas. The experiments were done in an attempt to reprogram schizophrenia. Cameron was also chairing the American Psychiatric Association (APA) in 1952-1953 and the World Psychiatric Association (WPA) from 1961 to 1966. Cameron believed mental illness was a socially contagious disease which had to be detained and hence he pleaded for psychiatry as a mechanism of social control.

Unfortunately, at present, remnants of views like Donald Ewen Cameron’s are still present in various practices throughout the world, e.g. in Article 5.1.e of the European Convention on Human Rights, dating from 1950, which adopted the alignment of mental health with contagious diseases under 5.1.e concerning “the lawful detention of persons for the prevention of the spreading of infectious diseases, of persons of unsound mind, alcoholics or drug addicts or vagrants”.

Classification of ‘mental disorders’

Also, the Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM) with its first version dating from 1952 is not informed by a human rights view. The DSM takes an outdated approach to classification, which inherently assumes that persons with psychosocial problems are ‘disturbed, mentally ill and incapable’ in various gradations. The perception of psychosocial suffering as part of the human spectrum of emotions and as part of human diversity cannot be united with the DSM approach, because the DSM explicitly focusses on a supposed ‘deficit’, while the focus should be on the potential of the person.  

The diagnostics listed in the DSM are adopted by voting by a group of psychiatrists, since there are no objective tests or qualifiers to measure the supposed mental illnesses. Classification under DSM is also not based on a functional assessment to identify what is needed to foster inclusion, but classification is based on clustering symptoms into a diagnosis to forecast a presumed gradation of incapacity and dependency, ignorant of the potential of the person concerned. Once diagnosed with a mental illness, the status may haunt the person for the rest of his/her life. The status can be more disabling than the mental health problem.

Up to today, the DSM is considered the major handbook for mental health professionals, and has formed the basis for the current classification of ‘mental disorders’ since 1952 up to the present DSM5 and ICD11. And despite the fact that individual mental health care workers may have good intentions and may make genuine efforts to support the person, the DSM system of classification of ‘mental disorders’ is in practice turning out as a justifier for the deprivation of rights.

‘Dangerousness to society’

The conceptualization of present mental health care has been largely based on the conceptualization of psychiatry in the past, which was oriented on exclusion in institutions “to protect society”. The semantics and rhetoric of dangerousness for society and a claimed need for exclusion have been conceptualized throughout basically all mental health laws and previous lunacy laws in the north west of the world (Europe and US). These laws were proliferated to other countries e.g. in the global south. These old notions of psychiatry actually constitute discrimination on the basis of disability.

Dangerousness is not linked to psychosocial disability, which can easily be seen from the fact that e.g. not everyone with a certain diagnosis turns violent, and similarly, not all crimes are committed by persons with a diagnosis. So dangerousness is actually not depending on mental health status, yet dangerous depends largely on the circumstances of the persons such as perceived threat or safety.  

A similar rhetoric of ‘impossibilities’ due to e.g. incapacity or dangerous outcomes was actually claimed also in other human rights battles in the past, such as in regards to the abolition of slavery, and with the introduction of women rights and children rights. History has already shown that dangerousness does not depend on race, gender or health. Tying assumptions of dangerousness to certain types of disabilities is discrimination and hate speech.

‘Burden to society’

Even at present, the rhetoric of ‘burden to society’ is still promoted through wordings such as “burden of disease”, which seems to suggest a lack of willingness to invest in every life, as if it would be ‘too expensive’. It is outrageous to hear such words in Europe, after the Allied gave their lives for our freedom. In the European society, everyone should be welcome and a disability is not ‘too much of a burden’ to society.

Besides that, the social-economic priorities in Europe should be recalibrated, and the neoliberal unequal distribution of wealth and resources should be remedied, before jumping to conclusions on affordability of support throughout Europe. So many times in history, persons with disabilities faced austerity measures to save big companies from economic crises. The present humanitarian crisis in mental health care, comprising systematic discrimination, exclusion and human right violations, exacerbated by the Covid-19 pandemic, necessitates making economic investments in the rights of persons with disabilities.

For ages, persons with psychosocial disabilities have been pushed to the very margins of society, and their rights have been overthrown by unfounded claims on supposed ‘safety of society’ for as long as anyone can remember. They were subjected to regimes of detention and exposed to torture by practices such as restraints, electroshocks, solitary confinement, drugging and even illegal experiments and warfare, all of which caused immense suffering to each individual subjected. In every scenario they were left neglected, and prone to bullying and violence. Such a tyrannizing regime, in such a state of powerlessness, without support, and without any recourse by the official authorities, actually meets the definition of torture. Preventing torture is in fact a core obligation under each and every human rights treaty, and a core value of the United Nations, as well as an inherent founding principle of the Council of Europe amongst others. Any unwillingness to remedy the suffering at present would actually indicate a lack of insight in mental health and human rights.

‘Need for treatment’: an excuse for institutionalization

In mental health legislation all over the world, dangerousness is being associated with on mental health problems, which portrays ‘danger to self or others’ as an intrinsic personality trait, suggesting it were ‘causally connected to mental illness’, which is actually a perception based on stigma and stereotypes. Yet, based on this prejudice, systematic preventative detention regimes have been considered legally justified under nearly all mental health laws around the world, leading to large scaled institutionalization. Yet, shockingly, inside many institutions there is no actual meaningful treatment, and in many cases, there are not even humane conditions. The Covid-19 pandemic further illustrates that institutions are not safe places.

The leading global authorities on mental health care (such as World Psychiatric Association, World Federation for Mental Health, Global Mental Health movement) have let this injustice happen, for decades in a row. The DSM classifications of “mental disorders” have been used to deprive persons of their right to be an equal member of the community. The claimed ‘need for treatment’ was in fact a covert excuse for exclusion and institutionalization.

Evidence actually shows that exclusion, institutionalization and coercion do not foster wellbeing or recovery, but rather cause suffering and an increase in psychosocial problems. There is a fundamental difference between coercion and support. Modern human rights based mental health support practices focus on wellbeing, empowerment and inclusion, and respect the will, choices and preferences of the person concerned. Psychosocial support can be provided at any location and does not have to be linked to an institution at all.

Reforms of the mental health care system in line with the UN Convention on the Rights of Persons with Disabilities (UN CRPD) are on its way, with notable developments in e.g. Peru and Ireland.  

The ablist doctrine of ‘normalcy’

The European mental health sector is in fact characterized by a strong focus on ‘normal’ and ‘abnormal’ behavior, and in the past century mental health care generally aimed to ‘delete abnormal’, which is actually showing ablism. ‘Ablism’ divides the population into abled persons and disabled persons, similarly to how racism divides the population upon race and skin tone.

Systematically labelling people as ‘sick, incapable, dangerous, a burden etc’ actually has the same effect as propaganda, and is called hate speech. The media, the DSM, the globally leading professional organizations, the national laws and even the Council of Europe with their Draft Additional Protocol to the Oviedo Convention, are in fact all perpetuating ablist hate speech. There is a truly widespread doctrine which promotes ablist views on ‘normalcy’ in mental health care and in the community, which seems to aim to ‘wipe out psychosocial disability’ even against the persons will.

The intolerance towards the existence of psychosocial disability is discriminatory in itself, and clashes with the right to be free from discrimination on the basis of disability. Respect for diversity requires respecting persons with disabilities as equal members of the community, with equal rights and freedoms, regardless of disability, and entitled to an equal right to free and informed consent to any health care treatment. Forced treatment is not acceptable and constitutes a violation of human rights.

UN Convention on the Rights of persons with Disabilities

Nowadays, the word disability does not refer to supposed impairments or defects in the person, but in line with the modern notion of equality and inclusion, the term disability refers to barriers in the interaction with the community which may prevent a person from enjoying equal inclusion. Support can be needed to overcome the disabling barriers. A failure to provide reasonable accommodation is a failure of inclusion, and is therefore considered as an act of discrimination.

The UN Convention on the Rights of Persons with Disabilities (UN CRPD) highlights that persons with disabilities are equal members of the human family and are entitled to the enjoyment of the full spectrum of human rights on an equal basis with others. The UN CRPD provides persons with disabilities a legal tool to demand their rights to be respected on an equal basis with others, including the right to exercise their legal capacity, the right to liberty, freedom from violence exploitation and abuse, freedom from torture and ill treatment, the right to living independently and being included in the community, the right to marry and found a family, equal enjoyment of sexual and reproductive rights, free and informed consent on health care, and an adequate standard of social protection.

Ending institutionalization and repealing coercion

The UN CRPD Committee has repeatedly called for an end to institutionalization and involuntary treatments. Every person has the right to be included in the community. The UN CRPD Committee highlights the need to realize support and services in the community to foster inclusion of persons with disabilities in the community on an equal basis with others. Every person has the right to support and to the enjoyment of the highest attainable standard of physical and mental health.

Europe must act now

Europe actually still has a long way to go to before the human rights of persons with psychosocial disabilities are realized. Institutionalization must end, coercion be repealed, the doctrine of ‘normalcy’ must be banned, and arrangements of support in the community must be focused on the needs and wishes as expressed by the person concerned. A culture shift is needed in European mental health care, from exclusion to inclusion.

Despite existing norms, regulations, safeguards, guidelines, the number of persons subjected to institutionalization and forced treatments is on the rise across Europe, which shows there is an underlying problem. So far, the projects to reduce coercion generally have had a limited effect, since they could not change the entire chain of mental health care services. Real fundamental reforms are needed to bring change to the European mental health care system, and to remedy the ‘professional intolerance’ of psychosocial disabilities in the community across Europe, by guaranteeing the availability of support for inclusion in its full diversity, and by aborting the doctrine of ‘normalcy’.

Burning issue: COVID 19 and the right to life

The number of preventable deaths of persons with psychosocial disabilities in hospitals, prisons and institutions due to coercion, violence and neglect, has always been strikingly high even before the recent Covid-19 pandemic. Currently, this emergency crisis situation clearly shows that institutions are not safe places. On the contrary, they are places of isolation, loneliness, risk and death. The Covid-19 pandemic sharpens the need for deinstitutionalization and true protection of the human rights of persons with psychosocial and other disabilities, as opposed to the widespread deprivation of rights and liberties through institutionalization and forced treatments under the pretext of health care.

Discriminatory sequence under Article 5.1.e of the European Convention on Human Rights

There is clearly a clash between the human rights enshrined in CRPD article 14 on Liberty and security of the person, and the provisions of Article 5.1.e of the European Convention on Human Rights. The impact of the COVID-19 pandemic on people in institutions proves that the first part of ECHR article 5.1.e regarding the “lawful detention of persons for the prevention of the spreading of infectious diseases” cannot be maintained since it does not protect the human rights of those concerned. The second part of ECHR 5.1.e concerning detention “of persons of unsound mind” is countered and superseded by the CRPD. The third part of ECHR 5.1.e on detention of “drug addicts, alcoholics and vagrants” should be dealt with under regular civil and criminal law, and the provision of shelter and support should be provided in line with the CRPD. Therefore, article 5.1.e is outdated and obsolete, and must be repealed and amended by the provisions of Article 14 of the UN Convention on the Rights of Persons with Disabilities, and in adherence to article 53 of the Vienna Convention on the Law of Treaties of 1980.

The provisions under the Council of Europe’s Oviedo Convention on Human Rights and Biomedicine, dating from 1997, article 6 and 7 are similarly based on the deprivation of rights, and not on the provision of support. These two European Conventions have set the tone of the European interpretation of human rights and mental health for too many years, by legitimizing widespread detention and coercion and presenting these harmful methods as supposed solutions under the “right to health”.

The Draft Additional Protocol to the Oviedo Convention now presents another framework of the same kind in more detail, with a similar repressive approach to mental health crisis situations, which is in violation of CRPD article 14. As history with the ECHR 5.1.e. has already shown us, the provisions entailed by the Draft Additional Protocol to the Oviedo Convention would only be leading to forced hospitalization and treatment, community treatment orders, guardianship and institutionalization in Europe.

Opposing the Council of Europe’s Draft Additional Protocol to the Oviedo Convention

Unfortunately, at present the Council of Europe has still been working on their Draft Additional Protocol to the Oviedo Convention, which is still based on the old notion of repressive psychiatry and is focusing on “involuntary treatment and placement of persons unable to consent”. This development runs counter to the UN CRPD and the ignorant position of the Council of Europe’s Bioethics Committee is absolutely shocking considering the course of history. The ongoing neglect of the European mental health sector is unacceptable.

Over the past decade, a growing number of international organizations and human rights experts have expressed their deep concerns over the development of the Draft Additional Protocol to the Oviedo Convention, and have pushed for its withdrawal. In 2018, the UN CRPD Committee has issued a public statement calling on the state parties of the Council of Europe to vote against the Draft Additional Protocol to the Oviedo Convention.

Yet the Council of Europe’s Bioethics Committee has still not changed their approach.

In June 2021 the Draft Additional Protocol to the Oviedo Convention will be put to a vote at the Bioethics Committee of the Council of Europe, for final adoption at the end of 2021 or early 2022 by the Council of Europe’s Committee of Ministers which has the final decision making power.

Join the campaign!

It is very important to raise awareness on the human rights concerns in regards to European mental health care. Please help us to convince European leaders to vote against the Draft Additional Protocol to the Oviedo Convention.

To join the campaign against the Council of Europe’s Draft Additional Protocol to the Oviedo Convention, please visit the campaign website https://www.withdrawoviedo.info/join or find out more at http://enusp.org

Conclusion

Even while the exact scope of MK Ultra may not be clarified yet, history up to today contains enough lessons to be learned. Efforts must be made to end institutionalization and forced treatments, and European governments must take action, now.

What is needed in Europe:

  • Immediate abolition of torture and ill-treatment

It must be recalled that the abolition of torture is not subject to progressive realization, but requires immediate realization. The abolition of coercion in mental health care must be prioritized, and a transformation must be made urgently to scale up supportive systems which ensure all fundamental human rights and freedoms on an equal basis with others. Only good, non-coercive practices should be legal in Europe.

  • Moratorium on forced treatments, institutionalization and guardianship

In light of the Council of Europe Member States’ human rights obligations under the UN CRPD, Council of Europe instruments should no longer be used as grounds for detention of persons with disabilities. Instead, a moratorium on forced admissions, on the use of seclusion and restraint, the administration of forced medication, forced interventions of all types and substitute decision-making must be instituted with due urgency.

  • Replace discriminatory laws, including ECHR 5.1.e, by UN CRPD-based legislation

The Council of Europe’s Draft Additional Protocol to the Oviedo Convention must be stopped. The sequence of harmful legislation allowing for coercion and institutionalization must be repealed. The UN Convention on the Rights of Persons with Disabilities should guide Europe to respect the human rights of persons with disabilities.

Coercion is not care.

Visit https://www.withdrawoviedo.info/join for campaign materials against the Council of Europe’s Draft Additional Protocol to the Oviedo Convention.

Attachment: Scope of MK Ultra

One 1955 MKUltra document, attached to the US Senate MKUltra Hearing in 1977, gives an indication of the size and range of the effort. It refers to the study of an assortment of mind-altering substances described as follows:

  1. Substances which will promote illogical thinking and impulsiveness to the point where the recipient would be discredited in public.
  2. Substances which increase the efficiency of mentation and perception.
  3. Materials which will prevent or counteract the intoxicating effect of alcohol.
  4. Materials which will promote the intoxicating effect of alcohol.
  5. Materials which will produce the signs and symptoms of recognized diseases in a reversible way so they may be used for malingering, etc.
  6. Materials which will render the induction of hypnosis easier or otherwise enhance its usefulness.
  7. Substances which will enhance the ability of individuals to withstand privation, torture, and coercion during interrogation and so-called “brain-washing”.
  8. Materials and physical methods which will produce amnesia for events preceding and during their use.
  9. Physical methods of producing shock and confusion over extended periods of time and capable of surreptitious use.
  10. Substances which produce physical disablement such as paralysis of the legs, acute anemia, etc.
  11. Substances which will produce “pure” euphoria with no subsequent let-down.
  12. Substances which alter personality structure in such a way the tendency of the recipient to become dependent upon another person is enhanced.
  13. A material which will cause mental confusion of such a type the individual under its influence will find it difficult to maintain a fabrication under questioning.
  14. Substances which will lower the ambition and general working efficiency of men when administered in undetectable amounts.
  15. Substances which promote weakness or distortion of the eyesight or hearing faculties, preferably without permanent effects.
  16. A knockout pill which can be surreptitiously administered in drinks, food, cigarettes, as an aerosol, etc., which will be safe to use, provide a maximum of amnesia, and be suitable for use by agent types on an ad hoc basis.
  17. A material which can be surreptitiously administered by the above routes and which in very small amounts will make it impossible for a person to perform physical activity.

VWS Rondetafel-gesprek over wetsvoorstel Verplichte GGZ

Op maandag 31 oktober 2016 ging ik naar de Tweede Kamer in Den Haag voor een Rondetafel-gesprek met de vaste Kamercommissie VWS over Wetsvoorstel Verplichte GGZ. Zie ook https://www.tweedekamer.nl/vergaderingen/commissievergaderingen/details?id=2016A03872

Ik was uitgenodigd als spreker namens Actiegroep Tekeer tegen de isoleer! / Stichting Mind Rights.

Het Rondetafel-gesprek bij VWS was een soort hoorzitting, waarbij verschillende groepen hun visie op het Wetsvoorstel Verplichte GGZ gaven. De Kamerleden van de Commissie VWS konden vervolgens nadere vragen stellen. Het Rondetafel-gesprek dient ter voorbereiding van de verdere behandeling van Wetsvoorstel Verplichte GGZ in de Tweede Kamer.

Vooraf was aan alle sprekers gevraagd om een Position Paper te sturen.
Lees hier het position paper van Stichting  Mind Rights tegen Wetsvoorstel Verplichte GGZ: wvggz_positionmindrights_oktober2016
En zie hier Bijlage 1:
wvggz-positionmindrights_bijlage1_crpd_guidelinesarticle14

En Bijlage 2:
wvggz_positionmindrights_bijlage-2_waarom-gedwongen-ggz-behandeling-verboden-moet-worden

Zie de lijst met alle position papers hier: https://www.tweedekamer.nl/vergaderingen/commissievergaderingen/details?id=2016A03872

Het Rondetafel-gesprek begon om 10 uur in de Groen van Prinstererzaal. Er waren 4 blokken met sprekers. In totaal waren er 24 sprekers.  Zoals ik in mijn vorige bericht al aangaf, maakte ik me wel zorgen om de verwachtte toonzetting van het debat. Maar ik was goed voorbereid, en ik hoopte echt dat het me zou lukken om als voorlaatste spreker een sterk punt te maken. Dus ik kwam strijdvaardig binnen, en nam plaats op de publieke tribune.

Om 10 uur begon het eerste blok over: Wetenschap, adviescolleges, rechtsbescherming en juridische aspecten. In elk blok kregen de sprekers elk 2 minuten om hun standpunt te presenteren, en daarna konden de Kamerleden vragen stellen.

Mw. Ploem (AMC/UvA) sprak over de Thematische Wetsevaluatie Gedwongen Zorg van ZonMw, en over verdere procedurele harmonisatie van de wetgeving om de bestaande praktijken mee te faciliteren. Dit was niet vernieuwend, maar “meer van hetzelfde”.
(zie voor mijn visie op deze Thematische Wetsevaluatie mijn eerdere bericht: https://tekeertegendeisoleer.wordpress.com/2015/03/17/schokkend-gebrek-aan-kennis-bij-thematische-wetsevaluatie-gedwongen-zorg/ )

Dhr. Ruys, (Raad voor de Rechtspraak) sprak eveneens over de procedurele harmonisatie, vooral mbt strafrechtelijke sector (TBS) en de civielrechtelijke sector (GGZ), en het faciliteren van de geplande “gemakkelijke uitwisseling daartussen”.

Mw. B. Frederiks (VUmc)  sprak over Wetsvoorstel Zorg en Dwang mbt mensen met verstandelijke beperking en ouderen. Ze pleitte dat wetsvoorstel Zorg en Dwang minder rechtsbescherming biedt dan wetsvoorstel Verplichte GGZ, en dat dit verschil niet legitiem was, en “in strijd met het VN-Verdrag” (dat klonk bijna als een “recht op gelijke mishandeling” ). Ik was het dus maar ten dele met haar eens. In mijn visie zijn beide wetsvoorstellen onrechtvaardig.

Dhr. J. Dute (Radboud Universiteit Nijmegen) sprak zijn zorgen uit over de harmonisatie, afstemming en verschillen tussen verschillende sectoren en de Wetsvoorstellen Verplichte GGZ, Zorg en Dwang, en Forensische Zorg.
(Het viel mij enorm tegen dat hij niets zei over het VN-Verdrag voor de Rechten van Personen met Beperkingen, aangezien hij ook bij het College voor de Rechten van de Mens werkt. Hoe kan hij in deze context dit VN-Verdrag negeren en buiten beschouwing laten? Ik vond dit erg deprimerend, en eerlijk gezegd zelfs onbehoorlijk voor een lid van het College voor de Rechten van de Mens.)

Dhr. T-P. Widdershoven (Stichting PVP) sprak vervolgens over de formele rechtpositie van clienten, en benadrukte het gebrek aan kaders voor huisregels, en de grote impact hiervan op de rechten van clienten. Dat was op zich een goed punt. Daarnaast stelde hij o.a. dat “dwang bij ‘wilsbekwaam verzet’ in strijd is met het VN-verdrag”. Helaas: hiermee gaf hij blijk van de valkuil om onrechtmatigheden binnen bestaande normenkaders nu opeens te betitelen als “schending van het VN-verdrag”. In plaats van een nieuw normenkader te hanteren: Alle dwang is in strijd met het VN-verdrag.

Dhr. van Marle (Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming) vergeleek de aansluiting tussen de 3 wetsvoorstellen (Forensische zorg, GGZ en VG/PG) met een lappendeken, en sprak over verschillen in behandelkaders en rechtspositie tussen strafrechtelijke sector (Forensische Zorg) en civielrechtelijke sector (GGZ).

Na deze 6 sprekers begon ik me al een beetje ellendig te voelen, omdat men te positief was over de wetsvoorstellen, alsof dwangtoepassing een goede zorg-oplossing is. En alsof voortzetting van dwang een goede zaak is, en alsof er alleen verbetering binnen de bestaande modellen mogelijk is. En ook werd de inhoud van het VN-Verdrag niet correct neergezet door de sprekers, terwijl zij in principe te boek staan als wetenschappelijke en juridische experts ter zake. Hoe kan het dat een VN-verdrag, 10 jaar na haar verschijning, in Nederland nog steeds zo onbekend en onbemind is bij de professionals? Ik begrijp gewoon niet hoe dit kan in Nederland.

Gelukkig kwamen er tijdens de discussietijd vragen van Kamerleden (R. Leijten/SP en L. Voortman/GroenLinks) over de toepasselijkheid van het VN-verdrag voor de Rechten van Personen met Beperkingen voor deze wetgeving. En als allerlaatste spreker van dit blok gaf Jos Dute aan dat het General Comment over artikel 12 van het VN-Verdrag aangeeft dat geen enkele vorm van gedwongen zorg aanvaardbaar is onder het VN-Verdrag, en hij voegde daaraan toe dat hij daar zelf als persoon desondanks anders over dacht.

Ik was oprecht blij dat Jos Dute hardop erkende dat dwang niet is toegestaan onder het VN-verdrag, en ook zijn eerlijkheid over zijn persoonlijke standpunt op dit vlak vond ik toch wel netjes. Ik heb hem in de wandelgangen bedankt voor deze opmerking over het General Comment over CRPD artikel 12.

Rond 11 uur begon Blok 2: Overheid en rechterlijke macht.
In dit blok werd door de aanwezige vertegenwoordigers vanuit gemeenten en het justitiele apparaat veel tijd besteed aan het “aanpakken van verwarde personen” en de beheersing van openbare orde. Het ging nauwelijks over zorg.

Dhr. de Jonge (Vereniging Nederlandse Gemeenten/G4) pleitte voor een snelle invoering van wetsvoorstel Verplichte GGZ, wat hij een barmhartige wet vond om “mensen die een gevaar voor zichzelf of anderen zijn beter te beschermen, inclusief door ambulante dwang”.

Mw. Spies (Aanjaagteam verwarde personen) was ook onverdeeld positief over het wetsvoorstel Verplichte GGZ, wat “een instrument was voor een sluitende aanpak van verwarde personen”.

Dhr. Hofstee (Openbaar Ministerie) plaatste kanttekeningen bij de rolverdeling en procedures, met name op het gebied van gegevensuitwisseling tussen GGZ, politie, OM en eventueel andere actoren.

Dhr. Aalbersberg (Nationale Politie) hoopte dat Wetsvoorstel Verplichte GGZ resulteert in de broodnodige 24/7 beschikbaarheid van zorg, want “het is de vraag of het humaan is om een patient in handboeien af te voeren”. Hij zei letterlijk dat dwang averechts werkt en stress oplevert voor de client. (Ik vond dat een goed punt, maar dat WVGGZ de oplossing zou zijn is een slechte conclusie).

Dhr. Crone (burgemeester Leeuwarden /G32) bracht de welbekende casus van de vermoorde ex-politica nog maar eens over het voetlicht, en stelde dat “enkel ingrijpen bij gevaar” naar zijn mening te weinig was, en dat er behoefte was aan meer mogelijkheden “om in te grijpen wanneer de familie zich zorgen maakt”. (ook deze spreker leek dwang als goede zorg te beschouwen, en pleitte voor meer “preventieve opsluiting  ter voorkoming van criminaliteit en overlast op straat” – Dit is een enorm achterhaalde opvatting, en expliciet in strijd met de mensenrechten).

Dhr. Griffioen (Nationale Politie) vertelde dat de politie een “verward persoon” niet naar een politiecel wil brengen, maar vaak is er bij de GGZ geen plek en ‘zitten alle separeers vol’, en dan wordt iemand ter overbrugging toch een tijd in een politiecel opgesloten. Dat is niet goed voor de client. Er is gespecialiseerde zorg nodig.
Ik vond dit best een goed verhaal, behalve dan dat de naam en soort van de cel (separeer versus politiecel) ook weer niet veel uitmaakt, het gaat om zorg, maar dat was ook de conclusie van deze spreker, komend vanuit de praktijk. Ik kon me hier op zich wel in vinden. (eindelijk weer iemand met een zinnige bijdrage aan dit debat).

Mw. van Buren (woningcorporatie Aedes) sprak over de verantwoordelijkheden van woningbouwcorporaties mbt leefbaarheid in wijken, en verwachtte dat “dwang achter de voordeur” (ambulante dwang) een groot deel van de sociale problemen in wijken kan oplossen. (ook weer pijnlijk ouderwets)

Daarna was het tijd voor de vragen van de Kamerleden van de Commissie VWS. Zij vroegen vooral om verduidelijking, zoals: Hoe wordt de persoon centraal gezet, en hoe wordt de rol van familie versterkt. Helaas waren er geen hoogtepunten, alleen maar dieptepunten in dit deel van het debat. De antwoorden van de sprekers namens het Aanjaagteam, de gemeenten en de woningbouwcorporatie werden weliswaar gepresenteerd in mooie zorgtermen, maar het ging niet over zorg. Het bleef maar gaan over dwang als oplossing voor tal van maatschappelijke problemen, en hoofdzakelijk als een wondermiddel voor overlastbestrijding, en de hoge verwachtingen die zij van wetsvoorstel Verplichte GGZ hebben.

Daarna begon de lunchpauze. Het was geen goede ochtendsessie geweest. Ouderwetse visies hadden de overhand bij de sprekers. Maar omdat bij het eerste blok toch wel enorm duidelijk was geworden dat het VN-Verdrag daadwerkelijk vraagt om de afschaffing van dwang in de zorg, kon ik toch hoopvol en optimistisch blijven. De meningen van de Kamerleden zijn immers nog in vorming, vandaar dit Rondetafelgesprek. De race is nog niet uitgelopen.

Na de lunchpauze, om 13.15, begon Blok 3: zorgpartijen.
(De meeste juristen en gemeentelijke vertegenwoordigers waren alweer vertrokken tijdens de middagpauze, en leken blijkbaar geen interesse te hebben om de opvattingen uit het veld zelf te horen in blok 3 en 4, zorgpartijen en clienten/familie…  Dit is eigenlijk ronduit schandalig, zeker gezien de invloed die deze juridische/gemeentelijke groep heeft op dit traject. Gelukkig was de IGZ inspectie wel de hele dag vertegenwoordigd op de publieke tribune, hetgeen getuigt van oprechte interesse)

Dhr. Klompenhouwer (GGZ Nederland) was positief over wetsvoorstel Verplichte GGZ, maar zag nog wat juridische bezwaren rond de verschillen in burgerrechten tussen de diverse groepen.

Dhr. Backx (GGD/GHOR ) sprak over het belang van de OGGZ (Openbare GGZ, ambulante GGZ) voor preventie en als vangnet, en pleitte voor sterkere positionering van OGGZ voor een betere kwaliteit van zorg.

Dhr. E. Prinsen, (psychiater bij Dimence) benadrukte dat het primaire doel in de GGZ is om zorg te verlenen, en dwang te voorkomen, en dat beveiliging een te grote plaats heeft gekregen in wetsvoorstel Verplichte GGZ. Het gaat niet over “verwarde personen”, en is geen politietaak. GGZ is een specialisme, maar dat wordt nu opeens niet meer erkend door de wetgevers. Opsluiten vanwege “vreemd gedrag” zoals de observatiemaatregel beschrijft, is absoluut onwenselijk, zeker in het licht van dwangpreventie. Hij had veel fundamentele kritiek op wetsvoorstel Verplichte GGZ.
Ik was echt superblij met deze wijze woorden van nota bene een psychiater in dit debat. Erg hoopgevend.

Mw. H. Tamsma (NVvP) was eveneens bezorgd dat de WVGGZ van behandelwet, nu een beveiligwet is geworden, met veel nieuwe expliciete verwijzingen naar veiligheid, terwijl het aspect veiligheid reeds opgenomen was in het bestaande criterium van “doelmatigheid” onder BOPZ en WVGGZ. Doelmatigheid houdt in dat de behandeling ertoe moet leiden dat het gevaar verdwijnt.

Dhr. Vader (Leger des Heils) sprak over de toename van verwarde mensen op straat, en benadrukte dat wetsvoorstel Verplichte GGZ weinig concrete handvatten biedt om teloorgang tegen te gaan. Hij pleitte voor meer “drang” , wat hij uitlegde als bijvoorbeeld “verplichte begeleiding voor mensen die minder zelfsturing hebben”, vergelijkbaar met de reclassering. (Ik vond dit eerlijk gezegd maar een eng idee. Dwang is geen zorg.)

Dhr. Bluiminck (Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland) benadrukte dat vanwege de inherente verschillen tussen de doelgroepen van GGZ en VG/PG, de verschillen tussen de wetsvoorstellen Zorg en Dwang en Verplichte GGZ volgens hem te rechtvaardigen zijn.

Daarna was het weer tijd voor de vragen van de Kamerleden van de Commissie VWS. De vragen gingen over de rolverdeling en plichten bij het verlenen van gedwongen zorg, en over informatie-uitwisseling en overlegstructuren, over toezicht en richtlijnen voor ambulante dwang, over kostendekking (vooral bij preventie als er geen diagnose is), en over de sociale dimensie van GGZ-problematiek en gedrag.
Vooral Dhr. E. Prinsen was wederom een sterke pleitbezorger van het sociale model, en benadrukte dat het merendeel van de WVGGZ-doelgroep geen overlastgevers zijn, en dat het onzin is om de buurt verplicht te informeren over diagnoses, hetgeen bovendien ook in strijd kan zijn met goed hulpverlenerschap waarbij maatwerk centraal staat.
Verder werd duidelijk dat er geen richtlijnen zijn voor ambulante dwang, en het toezicht is ook nog niet uitgewerkt (toezicht achter de voordeur is een zeer complex vraagstuk op zichzelf). Ook is het door de theoretische opdeling van sectoren niet altijd duidelijk welke wet er nu van toepassing is op een bepaalde persoon, bijvoorbeeld iemand met een combinatie van verstandelijke beperking en GGZ-problemen. Dit is niet praktisch, en zou simpeler moeten stelden de sprekers.

Het was een interessante discussie, waarbij er aanzienlijke kritiek was op wetsvoorstel Verplichte GGZ, en er vooral werd gepleit dat beveiliging iets anders is dan zorg. Daar kon ik me helemaal in vinden.  Ik was echt blij dat de hulpverleners zich verzetten tegen de trend van verharding en toenemende beheersmaatregelen die momenteel door andere partijen wordt opgedrongen. Wederom hoopgevend.

Om 14.35 begon het laatste blok, Blok 4: patienten en hun familie en omgeving.
Ik nam plaats in het rijtje met sprekers.

Marjan ter Avest (LPGGZ) benadrukte dat de observatiemaatregel, waarbij mensen 3 dagen kunnen worden opgesloten op basis van enkel een vermoeden en zonder rechterlijke toets, sowieso in strijd is met het VN-Verdrag, en dat deze maatregel moet worden geschrapt. Wat nodig is, is preventie en 24/7 beschikbare zorg, en terugdraaien van bezuinigingen op sociale ondersteuning.

Bert Stavenuiter (Ypsilon) vertelde dat Ypsilon blij is dat de rol van de familie sterker is uitgewerkt in het wetsvoorstel Verplichte GGZ, maar noemde vervolgens een reeks aan zorgen en verbeterpunten voor het wetsvoorstel. Echt tevreden is Ypsilon dus ook niet met dit wetsvoorstel.

May-May Meijer (ervaringsdeskundige) vertelde over haar negatieve ervaringen met dwangmedicatie, en benadrukte het belang van vrijwillige zorg en de rol van familie. Net als LPGGZ pleitte ze voor het schrappen van de observatiemaatregel. Ook onderstreepte ze het belang van goede terminologie. Over ambulante dwang zei ze: “dan was ik waarschijnlijk van huis weggelopen” (en dat is precies wat mijn achterban ook zegt).

Daarna was ik, Jolijn Santegoeds (Actiegroep Tekeer tegen de isoleer! / Stichting Mind Rights) aan de beurt.
Ik benadrukte dat dwang iets heel anders is dan zorg, en dat wetsvoorstel Verplichte GGZ in strijd is met het VN-Verdrag voor de Rechten van Personen met Beperkingen, en dus ingetrokken moet worden. Wat nodig is, is een wet die goede zorg regelt, ook in crisissituaties. Daarbij heb ik ook de petitie: Wetgevers: Regel zorg, in plaats van dwang! overhandigd aan de Commissie VWS. (het aanbieden van een petitie tijdens spreektijd schijnt niet volgens de procedures te zijn, maar er werd ter plekke een uitzondering gemaakt, en de petitie is overhandigd via de bode).
Na mijn speech kreeg ik applaus vanaf de publieke tribune (als enige), dat was een mooie statement.

Lees hier mijn 2 minuten speech 2-minuten-speech-tegen-wvggz
Klik hier om de petitie: Wetgevers: Regel zorg, in plaats van dwang! in te zien.

Als allerlaatste spreekster kwam Mw. A.-M. Bruijs (Alzheimer Nederland), en ook zij verwierp de observatiemaatregel voor “verwarde personen”, want dit biedt totaal niet de zorg en aandacht die mensen met dementie nodig hebben, en is dus geen oplossing. Wat nodig is, is meer zorg en specialisatie, en betere kennis bij leken en omstanders.

Daarna volgden de vragen van de VWS-commissieleden. Zij vroegen vooral of de wet gepast was, waar het om gaat, en wat er als belangrijkste punt beter kan.

Op hoofdlijnen waren wij als sprekers het wel met elkaar eens, bijvoorbeeld dat goede zorg dwang kan voorkomen, en dat er structurele tekorten zijn in de zorg waardoor dwang veelvuldig wordt toegepast.
Maar er waren ook verschillen. Zo is LPGGZ (met een gemixte achterban) niet tegen alle vormen van dwang, maar streven naar zo min mogelijk dwang. Ypsilon gaf aan vroeger wel geheel tegen dwang te zijn geweest, maar inmiddels richten zij zich op “best practices”. Actiegroep Tekeer tegen de isoleer! / Stichting Mind Rights is wel tegen alle vormen van dwang, en stelt dat de hoofdvraag voor wetgeving niet moet gaan over: “wanneer dwang toepassen”, maar moet gaan over: “Hoe kunnen we goede zorg verlenen in crisissituaties”.
Goede communicatie, eigen regie, goede bejegening, inzet van ervaringsdeskundigen, en echt luisteren naar de persoon werden aangehaald als cruciale aspecten waar het om gaat in de zorg. En LPGGZ benadrukte dat de verandering van het criterium voor dwangtoepassing van “voorkomen van schade” naar “voorkomen van ernstig nadeel” een zeer ongewenste ontwikkeling is, en ook daarover waren we het eens.

Toen was de tijd op, en werd het Rondetafelgesprek afgesloten.
Mw. Leijten, de voorzitter, gaf aan dat er op woensdag 23 november 2016 een volgende VWS-vergadering is over wetsvoorstel Verplichte GGZ, getiteld: Tweede nader verslag.

Daarna werden we gevraagd om de zaal te verlaten. Ik kreeg diverse complimenten vanuit het publiek, dat het een sterk en helder verhaal was geweest. Ik heb ook nog wat gepraat met Grietje en Annemarie, die speciaal waren gekomen om mijn standpunt te steunen. En daarna ging ik terug richting Eindhoven.

*

Het was een geslaagd debat. Aanvankelijk vreesde ik dat het een enorm deprimerende dag zou worden, maar dat was het niet. Wellicht kam dat omdat ik ditmaal uitgenodigd was om te spreken, en ook nog eens een petitie bij me had, en me daardoor veel minder machteloos voelde dan andere keren, zelfs wanneer er vreselijke misvattingen en stigmatiserend taalgebruik werden gebezigd.

Na afloop van het rondetafelgesprek voelde ik me zelfs echt goed en trots op mezelf. Ik had de indruk dat mijn verhaal de aanwezigen wel aan het denken had gezet, hoewel er verder geen enkele vraag over het VN-verdrag werd gesteld.

Het was bovendien een echte mijlpaal om uitgenodigd te zijn om te spreken in de Tweede Kamer.Dit is een enorme verbetering tov vorig jaar, toen we niet uitgenodigd waren, zie ook https://tekeertegendeisoleer.wordpress.com/2015/10/20/reactie-op-wetsvoorstel-verplichte-ggz-is-nederland-nog-een-rechtsstaat/
“Na 10 jaar willen ze nu eindelijk een keer naar me luisteren”.

Op 20 november 2016 bestaat Stichting Mind Rights officieel 10 jaar (Actiegroep Tekeer tegen de isoleer! is enkele jaren ouder).  En op 23 november is het volgende debat over de WVGGZ. Ik hoop dat er iets veranderd.

Ik merk dat het hele wetsvoorstel-traject me enorm raakt. De primaire oorsprong van mijn activisme ligt in mijn eigen ervaringen met onrecht, en het besef “dat de wet veranderd moet worden” om anderen dit leed te besparen. Het raakt me nu enorm, dat wetsvoorstel Verplichte GGZ nu toch zo op tafel ligt, ondanks onze vele acties. Elke ontwikkeling in het wetsvoorstel-traject levert een psychosociale achtbaan op voor mij, tussen hoop en vrees, tussen mijn grootste droom (verandering bereiken) en mijn grootste nachtmerrie (wederom geen gehoor vinden). Dit hakt er elke keer weer in.
Ik zou het echt onverteerbaar vinden als wetsvoorstel Verplichte GGZ wordt aangenomen, en als ik zou moeten concluderen dat al mijn inspanningen uiteindelijk tot geen enkel werkelijk resultaat leiden, en dat ik me opnieuw heel machteloos ga voelen, net zo machteloos als in de isoleercel, waar mijn stem ook niet gehoord werd….

Het is nog onduidelijk wat de politici zullen gaan doen met dit wetsvoorstel. Het is nu tijd om te blijven lobbyen voor verandering in lijn met het VN-verdrag, en dus: het afschaffen van dwang in de GGZ. Dat dwang niet helpt tegen psychische problemen, en daarom geen zorg genoemd kan worden, is toch niet zo moeilijk te begrijpen lijkt mij. Dit onrecht moet gewoon stoppen.

Ik heb in ieder geval mijn best gedaan bij dit Rondetafel-gesprek. Meer kan ik niet doen.
Ik heb nog steeds hoop.

Hoe mooi zou het zijn als Nederland inzet op vernieuwing. Er is inmiddels heel veel kennis ontwikkeld over dwangreductie in de klinische psychiatrie (o.a. via de projecten Dwang en Drang, en HIC, www.hic-psy.nl ). Hier is overheidsgeld aan besteed. De overheid zou juist nu de opdracht moeten geven om deze lijn voort te zetten, en een totaal ander wetsvoorstel gaan voorbereiden, over goede zorg en behoud van rechten tijdens crisissituaties. De bouwstenen zijn al deels geidentificeerd (conclusies van projecten Dwang en Drang, en HIC). Als Nederland, als kenniseconomie, nu inzet op het “leggen van de puzzel”, het formuleren van een nieuw kader (zorg in plaats van dwang), dan zou Nederland kunnen voldoen aan de internationale verwachtingen op het vlak van mensenrechten, zorg en innovatie.  Ik zie echt kansen voor Nederland mbt echte vernieuwing. Er zijn talrijke initiatieven, als puzzelstukjes.
Ik zal blijven proberen om de WVGGZ van tafel te krijgen. Het is echt mogelijk om het in Nederland ontzettend veel beter te doen, en ervoor te zorgen dat mensen met psychosociale problemen in crisissituaties goede zorg en ondersteuning krijgen, en dat dwang naar het museum gaat.

Er is hoop. Steeds meer mensen gaan “out of the box” denken, en er is groeiend draagvlak voor zorg in plaats van dwang. Langzaam sijpelt de bewustwording door. En ook al gaat het langzaam, er is dus wel beweging. Opvattingen in de GGZ beginnen te schuiven op allerlei vlakken (ook het werk van prof. Jim van Os is daar een voorbeeld van).

Ik kijk terug op het debat met gemengde gevoelens (hoop en vrees), maar toch vooral positief, omdat ik blij was dat ik een stem mocht hebben, en mijn bijdrage ging goed. En nu maar hopen dat de politici ervoor zullen kiezen om zorg te regelen in plaats van dwang!

Mind Rights position paper tegen WVGGZ

Actiegroep Tekeer tegen de isoleer! / Stichting Mind Rights is uitgenodigd om deel te nemen aan het rondetafelgesprek over Wetsvoorstel Verplichte GGZ (WVGGZ), aanstaande maandag 31 oktober 2016 bij de Tweede Kamer in Den Haag. Het is op zich goed nieuws dat ons standpunt op de agenda staat.

Het (openbare) rondetafelgesprek over het Wetsvoorstel Verplichte Geestelijke Gezondheidszorg wordt gehouden door de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport, op maandag 31 oktober 2016 van 10.00 tot 15.20 uur, ter voorbereiding van de verdere behandeling van het wetsvoorstel.  (Voor meer info zie ook:  https://www.tweedekamer.nl/vergaderingen/commissievergaderingen/details?id=2016A03872 )

Ik ben de voorlaatste spreker, in het laatste blok:  Blok 4: Patiënten en hun familie en omgeving (14.35-15.20 uur). Er zijn nog 22 andere sprekers, en de bijeenkomst duurt bijna de hele dag.

Het rondetafelgesprek zal pittig worden, dat weet ik vrij zeker. Nog niet iedereen is even overtuigd van nieuwe mogelijkheden. Ik ga mijn uiterste best doen om draagvlak voor een nieuwe koers in lijn met het VN-Verdrag te vinden. Het wordt een zeer spannende Halloween-dag op deze manier, dat sowieso.

Inmiddels heb ik ook het WVGGZ Position paper van Stichting Mind Rights ingestuurd, met daarin ons standpunt tegen Wetsvoorstel Verplichte GGZ.

Lees hier het  Mind Rights position paper tegen WVGGZ: wvggz_positionmindrights_oktober2016
En zie hier Bijlage 1:
wvggz-positionmindrights_bijlage1_crpd_guidelinesarticle14

En Bijlage 2:
wvggz_positionmindrights_bijlage-2_waarom-gedwongen-ggz-behandeling-verboden-moet-worden

De lijst met Position Papers van alle sprekers, is te vinden op: https://www.tweedekamer.nl/vergaderingen/commissievergaderingen/details?id=2016A03872

*

Op maandag 31 oktober zullen we ook onze petitie: Wetgevers Regel zorg,  in plaats van dwang! aanbieden aan de Tweede Kamerleden. Wil je meehelpen om ons pleidooi kracht bij te zetten?  Ondertekenen kan nog steeds!
Zie: https://www.openpetition.eu/nl/petition/online/wetgevers-regel-zorg-in-plaats-van-dwang

Het debat op de tribune bijwonen kan ook. Het rondetafelgesprek heeft een openbaar karakter en vindt plaats in het gebouw van de Tweede Kamer (Groen van Prinstererzaal). In verband met de uitgebreide veiligheidsmaatregelen is het nodig om op tijd aanwezig te zijn en een geldig legitimatiebewijs mee te nemen.

Via https://www.tweedekamer.nl/home  kunnen debatten ook online gevolgd worden.

 

Hoorzitting Tweede Kamer over ratificatie VN-verdrag voor de Rechten van Personen met Beperkingen

Gisteren, maandag 9 februari 2015, ging ik naar de Tweede Kamer in Den Haag voor de Hoorzitting over de ratificatie van het VN-verdrag voor de Rechten van Personen met Beperkingen. De Hoorzitting was bedoeld om de leden van de Tweede Kamer Commissie van VWS, te informeren over de reacties van veldpartijen op de ratificatie-wetsvoorstellen mbt het VN-verdrag.

 

Ik was geen spreker maar zat op de publieke tribune. Ik had me erg verheugd op de Hoorzitting, omdat dit een mijlpaal zou zijn voor de erkenning van mensenrechtenschendingen door dwang in de zorg. Dit thema zou oa onder de aandacht worden gebracht door de Coalitie voor Inclusie, door LPGGZ en door het College voor de Rechten van de Mens. Ik had er erg veel zin in om dit te aanschouwen.

 

Vooral de erkenning door het College voor de Rechten van de Mens is daarbij een mijlpaal, aangezien ik daar vorig jaar nog enkele zeer heftige discussies heb gehad (zie o.a. https://tekeertegendeisoleer.wordpress.com/2014/04/16/zwaar-gesprek-bij-college-voor-de-rechten-van-de-mens-op-24-maart-2014/ ). Er is nu dus sprake is van een visie-verandering.

 

Het officiele schriftelijke advies van het College voor de Rechten van de Mens  over de ratificatie-wetsvoorstellen bevat een kritische passage over dwang in de GGZ:

 

Het College wijst er op dat het toezichthoudend VN-Comité bij het verdrag benadrukt dat gedwongen behandeling door psychiatrische en andere medische professionals strijd oplevert met de beginselen van het recht op persoonlijke integriteit (artikel 17), de vrijwaring van foltering (artikel 15) en de vrijwaring van geweld en misbruik (artikel 16). Mensen met een beperking hebben het recht een medische behandeling te kiezen. Het gedwongen opleggen van een behandeling is volgens het Comité dan ook een inbreuk op artikel 12 van het verdrag.1 Ook wanneer mensen in (psychiatrische) instellingen in crisissituaties geraken moet de Staat hun handelingsbekwaamheid respecteren.

Het College vraagt uw Kamer bij de behandeling van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg en de Wet zorg en dwang na te gaan of de verplichtingen ten aanzien van dwang in de zorg op grond van de verplichtingen uit het verdrag aanpassing behoeven.

(bron: Pagina 8 Advies College voorde Rechten van de Mens: http://www.mensenrechten.nl/publicaties/detail/34841 )

 

De omslag in de visie van het College voor de Rechten van de Mens is een belangrijke doorbraak, en ik keek er erg naar uit om dit werkelijk benoemd te horen worden in de Tweede Kamer. Dat is wellicht voor het eerst dat er echt serieus over het afschaffen van dwang wordt gesproken, een mijlpaal in de geschiedenis van de clientenbeweging.

 

Vol goede moed ging ik naar Den Haag. Om 10.00 begon de Hoorzitting over ratificatie van het VN-verdrag voor de Rechten van Personen met Beperkingen.

 

De sprekers waren verdeeld over 3 blokken, en kregen elk 2 minuten om hun expert-visie toe te lichten, waarna de Kamerleden nog enkele verhelderende vragen konden stellen.

 

De eerste spreker was Dick Houtzager van het College voor de Rechten van de Mens. En hij zei het!! Hij benoemde 3 hoofdpunten:  toegankelijkheid, gelijke behandeling en regie, en bij het punt regie benoemde hij dat herzien moest worden of wetsvoorstel Zorg en Dwang en wetsvoorstel Verplichte GGZ aan het mensenrechtenverdrag voor de rechten van personen met beperkingen voldoet met het oog op ondersteuning. En dit geldt ook voor wetten over curatele, bewind en mentorschap. Ook is het College bereid om de rol van monitoring op zich te nemen.

 

Ik was blij om dit standpunt van het College voor de Rechten van de Mens te horen, ook al was het nogal summier en droog geformuleerd (er was ook maar heel weinig spreektijd). Het is een mijlpaal.

De dag begon dus goed.

 

Blok 1 vervolgde met een bijdrage vanuit de VGN (Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland), waarbij gesteld werd dat de mate van specialisatie in de zorg ook heeft bijgedragen aan exclusie, omdat de kennis van de sector niet is doorgevoerd naar de buitenwereld. Hierdoor ontstaan er oa veel problemen zijn bij de overgangen in de keten, zoals bijvoorbeeld in de bejegening van een persoon met een verstandelijke beperking in de periode voor, tijdens en na justitiele detentie. VGN pleitte er dan ook voor om de kennis die verzameld is in de sector door te voeren in de rest van de samenleving.

 

Daarna kwam aan bod: Toegankelijkheid van sport (NOC-NSF), toegankelijkheid van de horeca (Horeca Nederland), inclusie van personen met beperkingen in de bouw-uitvoering (Bouwend Nederland), de relatie tussen inclusief openbaar vervoer en specifiek doelgroep-vervoer (Connexxion/Veolia).

De laatste bijdrage van Blok 1 ging over het grote knelpunt mbt zorgvraag en indicatiestelling (WMO-onderzoek wat vaak fout gaat), waardoor op allerlei plaatsen in het land, mensen niet de zorg krijgen waar zij recht op hebben (ANBO).

 

De vragen van de Kamerleden gingen vervolgens hoofdzakelijk over toegankelijkheid, waarbij de genodigde sprekers benadrukten dat inclusie en toegankelijkheid begint met besef en bewustwording, geillustreerd met een voorbeeld van het voorlezen van de menu-kaart in de horeca (dat kost eigenlijk niets, maar het begint bij een besef van gastvrijheid en inclusie).

Helaas werd er niets meer gezegd over dwang in de GGZ.

 

Na een korte pauze van 5 minuten begon Blok 2.

 

Illya Soffer van Iederin gaf een treffende uiteenzetting van het belang van regie, inclusie en de mensenrechten in het VN-verdrag: Dat het gewoon is dat ik er ook ben. Het VN-verdrag biedt een routebeschrijving om stap voor stap tot inclusie te komen, en om beeldvorming, houdingen en gedrag ten aanzien van personen met beperkingen te veranderen. Het voeren van eigen regie, zeggenschap en keuzes behoort normaal te zijn voor ieder mens, ook voor personen met beperkingen. Iederin pleit voor een daadkrachtige implementatie en stelde dat de huidige ambities van de regering teleurstellend zijn.

 

Daarna volgde een bijdrage over de toegankelijkheid van kieslokalen en het stemproces (Kiesraad), waarbij de huidige ambitie van de regering (25% toegankelijkheid) als ondermaats wordt beschouwd.

 

Daarna sprak Conny Kooijman van LFB (vereniging door en voor verstandelijk gehandicapten) over de toegankelijkheid van informatie en voorzieningen in de samenleving voor personen met een verstandelijke beperking, zoals ontoegankelijke brieven van instanties, OV-voorzieningen en reis-informatie, het stemproces bij verkiezingen, en allerlei andere aspecten van het leven in de samenleving als medemens. Ook benadrukte Conny dat het wegvallen van subsidies een groot probleem is, waardoor de belangenorganisatie onder druk komt te staan. Betaalde krachten zijn nu onbetaald, en doen het werk als vrijwilligerswerk, en ervaren bijkomende druk van de participatiewet (verplicht betaald werk zoeken).

 

De volgende spreker was Nic Vos de Wael namens het Landelijk Platform GGZ (LPGGZ,). Hij sprak over het terugdringen van separeren in de GGZ. De ontwikkeling van High en Intensive Care in de GGZ (www.hic-psy.nl) laat zien dat het separeren teruggedrongen kan worden tot 0 of bijna 0, door het humaniseren van de zorg en het aanbieden van intensieve 1 op 1 zorg. Maar er bestaan grote verschillen tussen instellingen, en enkele instellingen melden een toename van dwang vanwege de bezuinigingen. Het VN-verdrag is een kans om goede zorg te realiseren en de afgevlakte ambitie om dwang terug te dringen te doen herleven. Het LPGGZ pleit ervoor om de interpretatieve verklaring mbt artikel 14 te schrappen, en wil graag het debat aangaan over het VN-verdrag en de GGZ. Het LPGGZ vindt dat wetsvoorstel Verplichte GGZ en wetsvoorstel Zorg en Dwang getoetst moeten worden aan het VN-verdrag.  Daarnaast benoemde LPGGZ het thema arbeid (slechts 20% heeft betaald werk) en illustreerde het thema inclusie met de problematische nieuwe regelgeving waarin de mogelijkheid bestaat om mensen een woning te weigeren op basis van overlast-meldingen uit het verleden, maar het is natuurlijk niet veiliger om deze mensen op straat te laten staan.  Het LPGGZ benadrukte: ratificatie is niet vrijblijvend en discriminerende wetten moeten worden tegengegaan.

Ik was blij dat het LPGGZ deze punten verwoordde.

 

Daarna werd er nog gesproken over de onduidelijkheden rond de rol en plichten van werkgevers mbt inclusie van personen met beperkingen  (VNO-NCW MKB Nederland),  over toegankelijkheid van winkels en webshops, en de ontwikkeling van een platform voor winkeliers voor informatie-uitwisseling mbt concrete instrumenten en aanpak (Detailhandel Nederland), en over premieberekening, risico-ontwikkeling en verzekerbaarheid  (Verbond van Verzekeraars).

 

Een krachtige bijdrage kwam vervolgens van Eva Westerhoff van Dovenschap. Zij was uitgenodigd als spreker, maar de Tweede Kamer had er niet aan gedacht om een gebaren-tolk te regelen, dus dat had ze zelf maar gedaan, en niet enkel voor zichzelf, maar ook zodat de Kamerleden haar konden begrijpen (die opmerking was een treffende illustratie van de tweeledigheid van inclusie, en bracht de Kamerleden lichtelijk in verlegenheid). Ze vertelde dat tal van aanpassingen nodig zijn in de Nederlandse wetgeving om barrieres weg te nemen voor de inclusie van doven en slechthorenden, zodat ook zij hun talenten kunnen benutten, hetgeen uiteindelijk een kostenbesparing is (geen uitkering maar een opleiding en werk). Ze pleitte expliciet voor de erkenning van de Nederlandse gebarentaal als officieel erkende Nederlandse taal, want dat is nu niet zo, hetgeen leidt tot veel problemen mbt voorzieningen.

 

De laatste bijdrage van Blok 2 was van LOC en ging over inclusief design (design for all). Veel voorzieningen zijn nu “exclusief” dwz. enkel ingericht op mensen zonder beperkingen, en aanpassingen zijn vaak duur en soms niet eens mogelijk. Door voorzieningen “inclusief” vorm te geven (toegankelijk OV, eenvoudig aanpasbare woningen enz.) worden de hoge aanpassingskosten omlaag gebracht of zelfs overbodig, en kunnen mensen met beperkingen ook zelfstandig meedoen in de samenleving, hetgeen een recht is en geen extraatje.

 

Na Blok 2 werden er ook weer vragen gesteld, wederom vooral over concrete doelgroep-voorzieningen en toegankelijkheid, en over de organisatie van clientenorganisaties (door bezuinigingen is dit voor bijna iedereen vrijwilligerswerk, en inkomsten zijn veelal versnipperde project-subsidies met een grote administratielast, en veel lokale initiatieven zijn gestopt terwijl de decentralisaties van de zorg en sociale voorzieningen nu juist vragen om lokale belangenbehartiging).

 

Na de lunchpauze van 30 minuten begon Blok 3, het laatste blok van deze bijeenkomst.

Peter Hoogenveen van de Coalitie voor Inclusie sprak over de tendens in de huidige samenleving waarbij iedereen met een streepje uitgesloten wordt, hetgeen leidt tot een onhoudbare en onbetaalbare situatie. Mensen met een beperking zijn geen kostenpost, maar de uitsluiting is de kostenpost. Het is zaak om de toegankelijkheid van de samenleving te repareren, hetgeen weerspiegeld wordt in de uitspraak: van medisch naar sociaal model.  Gelijkheid voor de wet betekent dat zeggenschap en beslissingen van een persoon niet overgenomen kunnen worden door een ander, en het VN-verdrag stelt dat er zonodig begeleiding beschikbaar moet zijn ter ondersteuning van de uitoefening van de wil en wensen van de persoon. Er kan geen voorbehoud zijn op zelfbeschikking. Meedoen is een recht, dus in plaats van lange discussies zou de Nederlandse staat ambitie moeten tonen, en bijv. mbt verkiezingen de norm stellen op 90-100% toegankelijke stemlocaties ipv de huidige 25%.

 

Daarna werd er gesproken over: het advies om nader onderzoek te doen naar procedures en aanpassingskosten voor bestaande ondernemers in geval van verzoeksprocedures voor aanpassingen (Actal)

 

Hadewych Cliteur van de koepel van ouderenorganisaties (CSO) sprak over de positie van ouderen,  die steeds langer thuis wonen, echter vaak in niet-levensloopbestendige woningen, waarvan de aanpassing complex en duur is. Ouderen ondervinden vaak tal van barrieres in de samenleving, zoals toenemende digitalisering, en een afname van voorzieningen als pinautomaten, buurtwinkels, kerken enz. De ratificatie van het VN-verdrag biedt kansen om niet enkel te kijken naar de gezondheidszorg, maar ook naar de kwaliteit van leven en de toegankelijkheid van de samenleving voor ouderen. Het VN-verdrag is geen bezigheidstherapie, en net als veel andere sprekers benadrukte ze dat er een gedegen plan van aanpak voor implementatie dient te komen.

 

Vanuit de Oogvereniging werd er aandacht gevraagd voor tal van barrieres die gelijkwaardig meedoen verhinderen voor blinden en slechtzienden, zoals het OV-chipkaart-systeem dat niet toegankelijk is, ontoegankelijke websites en informatie, problematische toegang tot het stemproces bij verkiezingen, en voorzieningen die blindegeleidehonden weigeren enz. Slechts 39% heeft betaald werk.

 

Daarna volgde een bijdrage vanuit de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) over lokale implementatie waarbij er diversiteit bestaat tussen gemeenten bij het vormgeven van gemeentelijke beleid en praktische voorzieningen. Enkele gemeenten houden al rekening met het VN-verdrag als leidraad bij beleid (o.a. Middelburg en Utrecht).

 

Daarna werd er vanuit de NS gesproken over de (on)toegankelijkheid van het spoorwegvervoer, waarbij benadrukt werd dat de fysieke aanpassing van treinen zeer lastig is ivm de afschrijftijd van 30 jaar, maar de NS hoopt wel elk jaar iets te verbeteren….  (dit was geen indrukwekkende bijdrage).

 

Gerrit van der Meer van de Landelijke Clientenraad mbt sociale zekerheid (LCR) stelde eveneens dat er een goed plan van aanpak voor implementatie nodig is, en dat er een discrepantie bestaat tussen de participatiewet en het VN-verdrag, mbt discriminatie op het vlak van arbeid. Een inclusieve samenleving is veel rijker dan een samenleving die mensen uitsluit.

 

Daarna was er een bijdrage van Aline Saers van PerSaldo (belangenorganisatie van PGB-houders). Eigen regie is een voorwaarde voor participatie en maatschappelijke deelname, en eigen regie is bovenal een basisrecht. Uitsluiting van personen met beperkingen vindt nog dagelijks plaats, en het is nu nodig om stappen te zetten die echt bijdragen aan volwaardig meedoen en inclusie. Er zijn nog veel barrieres, zoals bijvoorbeeld: de lijst met verzekerde zorg bevat geen hulp buitenshuis (moet je dan maar altijd binnenblijven?). Ook zijn de voorzieningen opgedeeld over verschillende loketten en regels, waardoor het een enorm grote uitdaging wordt om levenslange en levensbrede ondersteuning te regelen. Door het zorgdomein te koppelen aan het VN-verdrag, komt participatie en inclusie van personen met beperkingen op de agenda. De huidige wetten en regels dienen getoetst te worden aan het VN-verdrag , en gemeenten dienen voorwaarden mb inclusie en participatie te stellen aan zichzelf en anderen.

 

De laatste spreker was Jacqueline Kool vanuit Disability Studies. Ratificatie van het VN-verdrag is een historisch moment omdat personen met beperkingen worden erkend als burgers, net als anderen. Personen met beperkingen hebben nog vaak te maken met discriminatie en uitsluiting, o.a. op het vlak van autonomie en eigen regie. Het VN-verdrag benadrukt het belang van actie om gelijkheid te realiseren. Een rode draad in het VN-verdrag is het participatiebeginsel: Nothing about us, without us. Dit impliceert dat de ervaringsdeskundigheid en kennis van personen met beperkingen dient worden erkend en benut bij kennisontwikkeling, en ook bij beleidsvorming en uitvoering van het VN-verdrag. Het thema eigen regie is een belangrijk thema in het VN-verdrag.  De huidige terugloop van voorzieningen bijt de uitvoering van het VN-verdrag.

 

Daarna was het tijd voor de vragen van de Kamerleden over Blok 3.

 

De eerste vraag was van Kamerlid Renske Leijten (SP) en zij vroeg aan de sprekers of zij konden aangeven welke wetten er gewijzigd dienden te worden voor een goede uitvoering van het VN-verdrag. Er werden tal van wetten genoemd, zoals kieswet, participatiewet, zorgverzekeringswet, quotumwet, omgevingswet, ziektewet, WIA, onderwijs en langdurige zorg. Maar er werd niets meer gezegd over dwang in de GGZ (wet verplichte GGZ en wet Zorg en Dwang) , terwijl de Coalitie voor Inclusie hier in principe ook onze belangen zou behartigen…

Dat trok ik even niet. Ik voelde me vergeten, en dat had ik niet verwacht, omdat ik binnen de Coalitie juist gehoor vindt (en het staat wel in de schriftelijke reactie, p4-5 http://www.vnverdragwaarmaken.nl/images/vninfo/14-0411_Bijlage_Alliantie.pdf ).

Misschien was het juist daarom, dat ik het ongelooflijk schokkend vond dat dit thema “vergeten” werd. Het voelde opeens weer alsof men alles belangrijker vindt dan het lot van de mensen die opgesloten zitten in isoleercellen, onderworpen aan dwang in de GGZ… Het voelde als uitsluiting, terwijl ik er juist op rekende dat het ditmaal anders zou zijn… dat deed echt pijn, en ik werd er zelfs onverwacht emotioneel van, dus toen ben ik maar heel even weggegaan naar de wc.

 

Daarna heb ik nog naar de laatste vragen en antwoorden geluisterd, wat o.a. ging over good practices, proportionaliteit van aanpassingen, gemeentelijk beleid (individueel maatwerk versus algemeen beleid) en clientenparticipatie.

 

Het viel me wel op dat de vragen van de Kamerleden voornamelijk praktisch van aard waren (welke voorzieningen en wijzigingen zijn er nodig), en het leek alsof dit vanuit een “ouderwets” zorg-perspectief werd benaderd (in het licht van versnipperde zorgkosten en haalbaarheid, grenzend aan symptoombestrijding), terwijl het gaat over inclusie: meedoen is een basisrecht.  Deze omslag in denken zag ik nog niet terug in de vragen.

 

Rond 15.00 was de sessie afgelopen. De Tweede kamer zal nu gaan kijken of er nog een consultatie-ronde en/of hoorzitting nodig is voordat men overgaat tot parlementaire behandeling van de ratificatie-wetsvoorstellen.

 

Ik had echt een dubbel gevoel toen ik wegging: Enerzijds was ik echt blij omdat het College voor de Rechten van de Mens, en ook LPGGZ, het punt hadden gemaakt dat dwang in de GGZ niet langer toelaatbaar is onder de nieuwe mensenrechtenstandaarden. Dat is een mijlpaal!
Maar ik was ook teleurgesteld dat dit thema aan het einde van de sessie alweer uit beeld was geraakt, en het is pijnlijk en zorgelijk dat de spreker van de Coalitie voor Inclusie ons zomaar eventjes vergat (dat hoort niet te kunnen). Maar ja, de spreektijd was ook erg kort, en wellicht was hij overdonderd door de vraag. Het was vast een eenmalige vergissing. Maar toch, in de toekomst moet dit wel beter, want mensen in isoleercellen, mensen onderworpen aan dwang in de zorg, mogen niet langer worden vergeten als het gaat over mensenrechten! 

 

Ik ben echt benieuwd hoe dit verder zal gaan.

Persoonlijke verklaring: 16 years old, depressed and tortured in psychiatry

Het is 10 december 2014, de dag van de mensenrechten. Daarom wil ik vandaag aandacht vragen voor de mensenrechtenschendingen door dwang in de psychiatrie in Nederland.

Vandaag publiceer ik mijn verklaring van mijn persoonlijke afschuwelijke ervaringen met mensenrechtenschendingen door dwang in de psychiatrie.

Eerder dit jaar, in maart 2014, werden mijn klachten over mensenrechtenschendingen door dwangtoepassing in de psychiatrie zeer serieus genomen door de VN Special Rapporteur on Torture and other Cruel, Inhuman or Degrading Treatment or Punishment en de VN Special Rapporteur on the Right of Everyone to the Enjoyment of the Highest Attainable Standard of Physical and Mental Health, die een alarmerende brief stuurden aan de Nederlandse Staat.

Zie evt. dit eerdere blog-bericht over de brief van de VN Special Rapporteurs

Zie ook de TV-uitzending van EenVandaag van 29 mei 2014:  Het einde van de isoleercel? http://www.eenvandaag.nl/buitenland/51755/het_einde_van_de_isoleercel_

 

Helaas reageerde de Nederlandse overheid niet zoals gehoopt, en stonden zij afwijzend tegenover het verzoek van de VN Special Rapporteurs om een onderzoek te starten naar mijn persoonlijke klachten.

Nu, 20 jaar na 1994 is het mij nog steeds niet gelukt om mijn dossier door een rechter te laten toetsen. Persoonlijk vind ik het noodzakelijk om de doofpot nu te doorbreken, door mijn ervaringen publiekelijk te delen, zodat eenieder weet welke taferelen aan het zicht onttrokken zouden zijn gebleven in het huidige Nederlandse systeem. Ik beschouw het als mijn plicht om dit bizarre onrecht te melden, en als dat niet op de reguliere weg kan, dan moet het blijkbaar via een persoonlijke publicatie.

Hier dient het nodige van geleerd te worden, zodat andere mensen dit leed bespaard kan blijven.

Mijn verklaring is in het Engels, zodat deze zaak ook door internationale ogen gevolgd kan worden.

Klik hier voor mijn Engelstalige verklaring over mijn persoonlijke ervaringen met dwang in de psychiatrie:16 years old depressed and tortured in psychiatry

Nederlandse ratificatie-wet op gespannen voet met VN-verdrag – artikel 14

We zitten in een spannende tijd. Het is inmiddels vast wel bekend; er is een nieuw VN-verdrag sinds 2006: Het Verdrag voor de Rechten van Personen met Beperkingen (CRPD).

 

De ratificatie (goedkeuring) van het VN-verdrag voor de Rechten van Personen met Beperkingen staat in Nederland gepland op 1 juli 2015. Daarmee zijn wij een van de laatste landen van Europa die dit verdrag ondertekenen, zie ook de publicatie: Nederland als laatste van medisch model naar mensenrechtenmodel?

 

De Nederlandse staat is momenteel bezig met een ratificatie-wet (Kamerstuk 33 992 / R2034). De toelichting van het ratificatie-wetsvoorstel (Kamerstuk 33 992 / R2034 nr.3) beschrijft de interpretatie die de Nederlandse Staat geeft aan het VN-verdrag, en  beschrijft de beoogde uitvoering van het VN-verdrag in Nederland. Het ratificatie-wetsvoorstel is echter niet in overeenstemming met het VN-verdrag. Er bestaan nog grote verschillen tussen de visie van de Nederlandse Staat, en de visie van de Verenigde Naties.

 

Het VN-verdrag verbiedt dwang in de GGZ, o.a. op basis van artikel 14 Vrijheid en veiligheid van de persoon.

 

Article 14, Liberty and security of person
1. State Parties shall ensure that persons with disabilities, on an equal basis with others:
a.Enjoy the right to liberty and security of person
b.Are not deprived of their liberty unlawfully or arbitrarily, and that any deprivation of liberty is in conformity with the law, and that the existence of a disability shall in no case justify a deprivation of liberty

 

Dit betekent dat het hebben van een beperking of diagnose geen rol mag spelen in beslissingen over vrijheid en opsluiting, want dat zou discriminerend zijn. Een beperking of diagnose is geen keuze, maar een persoonlijke eigenschap. En persoonlijke eigenschappen mogen geen grond zijn voor vrijheidsbeperking, want elk mens heeft recht op vrijheid, ongeacht afkomst, leeftijd, geslacht, beperking enz.

 

In het Nederlandse ratificatie-wetsvoorstel wordt dwang in de GGZ o.a. benoemd onder artikel 14.

 

Onder artikel 14 (midden pagina 51) stelt de overheid: ” Het gevaarscriterium (Artikel 1, onderdeel f, van de wet BOPZ) voorkomt dat een stoornis van de geestvermogens als zodanig, dus enkel het bestaan van een handicap, een grond voor opname zou kunnen zijn. Alleen als een persoon met een stoornis van de geestvermogens zichzelf of anderen in gevaar brengt, kan de rechter een machtiging afgeven voor gedwongen opname.”

Ook over het wetsvoorstel Verplichte GGZ, zeggen zij (op pagina 52): ” Onder het wetsvoorstel Verplichte GGZ is verplichte zorg slechts mogelijk als uiterste middel indien >> het gedrag van een persoon als gevolg van zijn psychische stoornis leidt tot aanzienlijk risico op ernstige schade voor hemzelf of voor een ander >>  Ook in dit wetsvoorstel is het hebben van een psychische stoornis als zodanig, dus enkel het bestaan van een handicap, geen grond voor verplichte zorg.”

 

 

Maar toch is het gevaarscriterium binnen de visie van het VN-verdrag voor de Rechten van Personen met Beperkingen een discriminerende constructie. Er bestaat namelijk al een algemeen systeem om “gevaarlijk gedrag” mee aan te pakken, namelijk de algemene wet die geldt voor iedereen. Als een zogeheten gezond persoon gevaarlijk gedrag vertoont, dan wordt dit getoetst aan de algemene wetgeving die voor iedereen geldt, met o.a. aspecten als: is er een wet overtreden, is daar bewijs voor, wat is de verdediging, en welke kaders zijn er voor een redelijke sanctie. Als er –gekoppeld aan een diagnose of beperking- een apart systeem met aparte wetten bestaat, dat bepaalde mensen uitzondert van bepaalde rechten, en veel verder ingrijpt op de persoonlijke vrijheden dan de algemene wet ingrijpt in het leven van zogeheten gezonde burgers, dan is dat discriminatie op basis van beperking.

 

Straf is straf. Zorg is zorg.

 

Vrijheidsbeperking en de ontneming van fundamentele rechten heeft niets te maken met goede zorgverlening. De term verplichte zorg suggereert dat de Nederlandse overheid dwang in de GGZ nog steeds beschouwt als een werkzame, heilzame kwalitatieve zorg-interventie. Maar dwang draagt niet bij aan geestelijk welzijn. Dwang is ouderwetse symptoombestrijding, en leidt tot meer trauma’s, meer strijd, meer problemen, en meer kans op nieuwe escalaties. Dwang is achterhaald.

Echte zorg vereist een goede zorgrelatie.

 

Het VN-verdrag roept op tot een grote verandering in de GGZ, waarbij dwang niet langer verward wordt met zorgverlening.

 

Voor bestraffing cq vrijheidsbeneming geldt de algemene wetgeving voor iedereen op gelijke voet. Discriminatie op basis van een beperking is verboden. Goede zorg heeft niets met vrijheidsbeneming te maken, en dus is vrijheidsbeneming op basis van het gevaarscriterium gekoppeld aan een diagnose een discriminerende constructie.

 

Dit wordt ook bevestigd in de recente Verklaring van het CRPD Committee over artikel 14
zie http://www.ohchr.org/EN/NewsEvents/Pages/DisplayNews.aspx?NewsID=15183&LangID=E

 

 

In de praktijk betekent dit dus dat dwang moet verdwijnen uit de zorg. Opsluiting is geen zorg, maar een straf. Straf en zorg dienen volledig gescheiden te zijn.

 

Zorg is een vrije keuze. Vanuit respect voor diversiteit mag men iemand immers niet dwingen om zijn/haar persoonlijkheid te veranderen (dat zou marteling en wrede, inhumane en vernederende behandeling of bestraffing zijn, en dat is verboden). Mensen met beperkingen hebben dezelfde rechten als gezonde mensen, stelt het VN-verdrag.  Je hebt het recht om “ziek” te zijn, stelde het Europese Hof (Pleso v. Hungary, 2 oktober 2012). Gezondheid mag dus geen voorwaarde voor vrijheid zijn.

 

De wet geldt voor iedereen. Beslissingen over straf en vrijheidsbeneming dienen op basis van gelijkwaardigheid voor de algemene wet te worden besloten (dus geen preventieve opsluiting op basis van vermoedens, aannames en vooroordelen gelinkt aan diagnoses).

Het opleggen van een eventuele straf of vrijspraak dient te geschieden op basis van een zorgvuldige afweging, waarbij alle omstandigheden in ogenschouw worden genomen, en er in principe geen rigide, buitenproportionele of contraproductieve maatregelen hoeven te worden opgelegd, maar juist rechtvaardigheid wordt nagestreefd. Er zijn constructies mogelijk die passende consequenties op maat mogelijk maken ( dat heet “ reasonable accomodation ” ), zodat er geen disproportionele strafbelasting is.  Zorg kan echter nooit als straf opgelegd worden. Zorg is zorg. Straf is straf.

 

Goede zorg kan escalaties voorkomen, en daarmee kunnen sociale problemen, en de roep om gedwongen interventies, en ook straffen voorkomen worden. Dit blijkt o.a. uit de projecten Dwang en Drang ,  de ontwikkeling van High/Intensive Care in de psychiatrie (HIC, www.hic-psy.nl/ ), de signaleringsplannen,
de Crisiskaart  , de inzet van Eigen Kracht-conferenties  en ook inhet buitenland met bijv. Open Dialogue in Finland (zie de documentaire van 74-minuten op YouTube: http://www.youtube.com/watch?v=HDVhZHJagfQ ).

Bij al deze initiatieven staat respectvolle bejegening, crisispreventie en ondersteuning van herstel centraal.

 

Het is dus mogelijk om dwang te vervangen door goede zorg (met name crisispreventie).

 

In Nederland zijn er een heleboel hoopgevende initiatieven in de GGZ , en er is een groeiende weerstand tegen dwangtoepassing (denk aan de vastgebonden Brandon ). Clienten, naasten en hulpverleners hebben zich allang verenigd tegen dwang (zie ook intentieverklaring mbt het voorkomen van dwang in de GGZ ). Eigenlijk is onze samenleving en ook de zorgpraktijk klaar voor de omslag van dwang naar zorg. Het is een wens van velen.

 

Alleen laat de Nederlandse overheid het nog wel afweten. De teksten in het ratificatie-wetsvoorstel getuigen allerminst van inzicht in de moderne mensenrechtenstandaarden, en in plaats van te benoemen welke inspanningen er worden geleverd om dwang uit te bannen, beschrijft de overheid “hoe goed zij is in het uitvoeren van dwang”. Dat druist uiteraard volledig in tegen de strekking van het VN-verdrag.

 

Aan het eind van de paragraaf over artikel 14 in het ratificatie-wetsvoorstel (onderaan pagina 54), legt de Nederlandse overheid een  interpretatieve verklaring af:

 

The Kingdom of the Netherlands provides an interpretive declaration on CRPD article 14.
The Kingdom of the Netherlands recognises that all persons with disabilities enjoy the right to liberty and security of person, and a right to respect for physical and mental integrity on an equal basis with others. Furthermore, the Kingdom of the Netherlands declares iots understanding that the Convention allows for compulsory care or treatment of persons, including measures to treat mental illnesses, when circumstances render treatment of this kind necessary as a last resort, and the treatment is subject to legal safeguards.

 

Ook deze verklaring van de Nederlandse Staat geeft aan dat hun begrip van de mensenrechten voor personen met beperkingen nog in de kinderschoenen staat, en dat de Nederlandse Staat keihard inzet op het handhaven van dwang, in plaats van het afschaffen van dwang, en het realiseren van goede zorg in- en ter preventie van crisissituaties.

 

Het is de vraag hoelang dat overheidsstandpunt nog houdbaar is in onze samenleving. Dat is dus erg spannend. Het is niet ondenkbaar dat de Verenigde Naties een dergelijke interpretatie onvoldoende vinden. En het is ook niet ondenkbaar dat de samenleving toch weet aan te sturen op de beoogde verandering.

 

Als je het mij vraagt heeft dwang in de zorg in ieder geval zijn langste tijd gehad.

 

Wil je meehelpen om dwang te laten verdwijnen uit de GGZ?

Teken onze petitie: Wetgevers: Regel zorg in plaats van dwang in de GGZ
Het is hard nodig dat de GGZ verandert, en daarvoor zijn andere wetten nodig.
Laat mensen niet in een isoleercel zitten tijdens moeilijke tijden. Keer hen niet de rug toe. Geef je stem om te laten zien dat Nederland klaar is voor de omslag van dwang naar zorg!
Om de petitie te ondertekenen, vul je je email-adres in op deze site: http://www.avaaz.org/nl/petition/Aan_de_Voorzitter_en_de_leden_van_de_Tweede_Kamer_der_StatenGeneraal_Wetgevers_Regel_zorg_in_plaats_van_dwang_in_de_GGZ_3/?copy

 

Een andere wereld is mogelijk!

 

 

 

 

 

 

Nadere info over het VN-verdrag voor de Rechten van Personen met Beperkingen:

bericht: Je hoeft niet 100% gezond te zijn om mensenrechten te hebben
publicatie: Nederland als laatste van medisch model naar mensenrechtenmodel?
publicatie: Herstel de depressie in het clientenrecht

 

 

Zie ook de website van het VN-comite voor het Verdrag voor de Rechten van Personen met Beperkingen, het CRPD Committee, http://www.ohchr.org/en/hrbodies/crpd/pages/crpdindex.aspx

 

Het CRPD Committee benadrukt in enkele officiele toelichtingen expliciet dat dwangtoepassing in de GGZ niet langer toelaatbaar is. Zie

 

 

Petitie aan wetgevers: Regel zorg in plaats van dwang in de GGZ

Wij hebben uw steun nodig om de GGZ te veranderen.

Er zijn andere wetten nodig.
Teken onze petitie, als je vindt dat de Tweede Kamer goede zorg moet regelen in plaats van dwang in de GGZ.

***
Actiegroep Tekeer tegen de isoleer! / Stichting Mind Rights heeft een petitie tegen Wetsvoorstel Verplichte GGZ gelanceerd:

Petitie:  * Wetgevers: Regel zorg, in plaats van dwang in de GGZ *
http://www.avaaz.org/nl/petition/Aan_de_Voorzitter_en_de_leden_van_de_Tweede_Kamer_der_StatenGeneraal_Wetgevers_Regel_zorg_in_plaats_van_dwang_in_de_GGZ_3/

Wij verzoeken om intrekking van wetsvoorstel Verplichte GGZ.

Wetsvoorstel Verplichte GGZ (Kamerstuk 32399) staat toe dat kwetsbare mensen op een ruwe wijze behandeld worden.

Het doel van de Nederlandse GGZ is niet: Kwetsbare mensen ruw behandelen, maar het doel is: goede zorg verlenen in crisissituaties.

Dwangtoepassing in de GGZ is een probleem, en geen oplossing!

De werkelijke hoofdvraag voor wetgeving mbt zorg in crisissituaties zou moeten zijn:
“Hoe te voorzien in een goed zorgaanbod in crisissituaties dat dwang overbodig maakt?”

Er is een transitie nodig in het GGZ-crisiszorg-aanbod.
Daarvoor zijn andere wetten nodig.

Wij verzoeken aan de Tweede Kamer:
Regel goede zorg, in plaats van dwang.

Om de hele petitie te lezen en te ondertekenen, ga naar:
http://www.avaaz.org/nl/petition/Aan_de_Voorzitter_en_de_leden_van_de_Tweede_Kamer_der_StatenGeneraal_Wetgevers_Regel_zorg_in_plaats_van_dwang_in_de_GGZ_3/

(Onderteken de petitie op de bovenstaande website, door je email-adres in te vullen)

De petitie zal aangeboden worden aan de Tweede Kamer op een nog te bepalen tijdstip. Hierover volgt tzt nader bericht.

Regel goede zorg ipv dwang_Avaaz

Recente activiteiten en Reactie op Tweede Nota van Wijziging Wetsvoorstel Verplichte GGZ

Hieronder een verslag van diverse activiteiten:

Reactie op Tweede Nota van Wijziging Wetsvoorstel Verplichte GGZ
Afgelopen week, op 8 juli 2014, heb ik een reactie gestuurd naar de Ministeries van VWS en V&J, en naar diverse politici, over de Tweede Nota van Wijziging van Wetsvoorstel Verplichte GGZ. Stichting Mind Rights was niet benaderd door de ministeries voor deze consultatie, maar kreeg toch inzage via andere connecties, en bracht daarna ongevraagd advies uit. Het is heel schokkend dat het gevaarscriterium steeds verder wordt opgerekt: Nu spreekt men van “ernstig nadeel voor zichzelf of anderen” (bestwil-criterium). Dat is veel ruimer dan gevaar of schade. De deur naar dwangtoepassing wordt dus weer wagenwijd opengezet met deze nieuwe wijzigingen. Het is onwaarschijnlijk dat deze absurde verruiming gaat leiden tot een vermindering van dwangtoepassing.

Even schokkend is het feit dat Nederland zich met wetsvoorstel Verplichte GGZ en de voorgestelde wijzigingen steeds verder distantieert van de internationale ontwikkelingen en de mensenrechtenstandaarden. Sinds de totstandkoming van het VN-Verdrag voor de Rechten van Personen met Beperkingen is er een internationale cultuurverandering gaande mbt de rechten van clienten. Er is een nieuwe visie met nieuwe normen. In het kort: Dwang is geen goede zorg, en wanneer gedwongen psychiatrische interventies ernstige pijn of lijden veroorzaken, dan valt het onder mishandeling en marteling. Dwangtoepassing in de zorg dient uitgebannen en verboden te worden. Tekorten in het systeem zijn geen rechtvaardiging voor mishandeling. De zorg dient op peil te worden gebracht. Goede zorg kan dwang overbodig maken. Het is nodig om te investeren in zorg en niet in dwang. Helaas gaat het Wetsvoorstel Verplichte GGZ niet over het verlenen van goede zorg in crisissituaties, integendeel: dwang wordt makkelijker: de mogelijkheden, criteria en inhoud van dwang wordt verruimd onder de WVGGZ. Dat staat haaks op internationale ontwikkelingen: De VN pleit voor een absoluut verbod op alle vormen van dwang in de zorg.

Lees hier de Reactie van Stichting Mind Rights op Tweede Nota van Wijziging WVGGZ

 

Dwangcijfers in Argus-rapport en Nieuwsuur
Verder heb ik uiteraard ook het nieuwe ARGUS-rapport bekeken, uitgekomen op 17 juni 2014: Zes jaar ARGUS- registratie van vrijheidsbeperkende interventies in de GGz in 2012 en ontwikkelingen ten opzichte van voorgaande jaren, http://www.ggznederland.nl/uploads/assets/Rapport%20-%20zes%20jaar%20argus%2017062014.pdf.pdf. Dit rapport bevat de dwangcijfers per instelling over 2012. Het verwerken van de gegevens kostte blijkbaar bijna 2 jaar (het is nu 2014). Dat betekent dat men pas na 2 jaar een overzicht c.q. inzicht heeft van de dwangpraktijken. Wat zegt dat over de rechtsbescherming van clienten!! Moeten zij 2 jaar wachten voordat men afwijkende trends signaleert? Krijgen zij dan na 2 jaar excuses als er een kliniek onder de maat scoort? Of komt de inspectie dan kijken 2 jaar te laat?? Dat is mosterd na de maaltijd, en de instelling zal dan zeggen dat er elk jaar weer veel nieuwe ontwikkelingen zijn en dat de data alweer verouderd zijn… Wat heb je aan cijfers die 2 jaar te laat komen??!! (bijv. als de klachtenprocedures al geweest zijn enz.)

Ook heb ik de uitzending van Nieuwsuur gezien op 17 juni 2014: Opsluiten psychiatrie: 60 extreme gevallen. http://nieuwsuur.nl/onderwerp/662367-opsluiten-psychiatrie-60-extreme-gevallen.html .
De openingszin van het item is: “Eenzame opsluiting in de psychiatrie is sinds een aantal jaren niet meer geaccepteerd, maar het gebeurt nog vaak: In 2012 bijvoorbeeld 10.000x”. Dat cijfer is afschuwelijk hoog, zeker voor iets dat niet meer geaccepteerd is. Dat zijn ontzettend veel mensen die er een diep trauma bij hebben gekregen!! In 2012 zaten 60 mensen zeer langdurig in eenzame opsluiting (langer dan 3 maanden). Het is onbegrijpelijk dat deze afschuwelijke verwaarlozing nog steeds kan plaatsvinden in Nederland, zonder echte sancties vanuit inspectie of de wetgeving.

De Nederlandse staat is inmiddels al tweemaal berispt mbt dwangtoepassing in de GGZ, en verschillende VN-organen drukken hun zorgen uit om de torenhoge dwangcijfers in Nederland (zie de  Reactie van Stichting Mind Rights op Tweede Nota van Wijziging WVGGZ). Men signaleert jaarlijks dat er torenhoge dwangcijfers zijn in Nederland, maar wanneer leidt dat tot consequenties?? Wanneer worden de clienten gered van deze verwaarlozing en mishandeling??!

 

Het moet anders: geen dwang maar zorg!
Bekijk hier nogmaals de uitzending van EenVandaag van 29 mei 2014: Het einde van de isoleercel? http://www.eenvandaag.nl/buitenland/51755/het_einde_van_de_isoleercel_
Nederland moet het omgaan met psychosociale crisissituaties echt anders gaan aanpakken! Zonder dwang en met zorg.

Stichting Mind Rights heeft in reactie op de Tweede Nota van Wijziging van de WVGGZ uiteengezet hoe het anders aangepakt kán worden: De WVGGZ moet van tafel, en er moet een wet komen die goede zorg in crisissituaties regelt en dwang overbodig maakt. Lees hier de  Reactie van Stichting Mind Rights op Tweede Nota van Wijziging WVGGZ.

 

Overige activiteiten:

Japanse delegatie bestudeert inzetten Eigen Kracht-conferenties ter voorkoming van dwang
Verder was er deze week op 11 en 12 juli een delegatie uit Japan in Nederland, om meer te leren over het inzetten van Eigen Kracht-conferenties om dwang en institutionalisering in de GGZ te voorkomen. Japan heeft het hoogste aantal dwangtoepassingen in de GGZ van de hele wereld, ongeveer 4x zo hoog als het gemiddelde van de OECD-landen (Belgie staat op enige afstand op nummer 2, en Nederland staat op 3). Mari Yamamoto, Yoshikazu Ikehara en Reiko Iciki uit Japan hebben een trainingsworkshop van 2 dagen gevolgd bij de Eigen Kracht-Centrale in Amsterdam (www.eigen-kracht.nl ), gegeven door Hedda van Lieshout (Eigen Kracht-centrale) en ik. Gert Schout (projectmanager/onderzoeker Eigen Kracht bij BOPZ) deed ook een bijdrage via Skype. We zijn erg trots dat deze Japanse delegatie speciaal is afgereisd naar Nederland om te leren over ons project met Eigen Kracht-conferenties ter voorkoming van dwang in de GGZ. 🙂

 

Human Rights Committee
Aankomende week ben ik weer een aantal dagen in Geneve (van 14-17 juli), samen met Tina Minkowitz (USA), Hege Orefellen (Noorwegen) en de Japanse delegatie. We gaan naar de 111e sessie van het Human Rights Committee. Het Human Rights Committee werkt aan een document over vrijheidsbeperking (Draft General Comment no.9 on the right to liberty and security of persons). Het Human Rights Committee heeft ook de ICCPR-review van Japan en Ierland op het programma staan. Ik ga met het World Network of Users and Survivors of Psychiatry (WNUSP, www.wnusp.net) proberen het bewustzijn van het Human Rights Committee te vergroten mbt de mensenrechtenschendingen door dwang in de zorg, en de schaduwrapporten van NGO’s en cliëntenorganisaties uit Japan en Ierland ondersteunen. Ook zal WNUSP proberen invloed uit te oefenen op het document over vrijheid en vrijheidsbeperkingen, door een seminar te organiseren voor de leden van het Human Rights Committee over dwangtoepassing en mensenrechten. Mijn reisverslagen zijn te vinden op www.punkertje.waarbenjij.nu