Bericht voor de Eerste Kamer: Waarom wetsvoorstel Verplichte GGZ verworpen dient te worden

 

Op maandag 15 en dinsdag 16 januari 2018 vergadert de Eerste Kamer plenair over de Wetsvoorstellen Verplichte GGZ (WVGGZ), Zorg en Dwang (WZD) en Forensische Zorg (WFZ). De vergadering is openbaar toegankelijk. Zie de agenda hier: https://www.eerstekamer.nl/plenaire_vergadering/20180115

De beslissing die de Eerste Kamer zal nemen over het afkeuren of goedkeuren van de wetsvoorstellen Verplichte GGZ, Zorg en Dwang, en Forensische Zorg zal bepalend zijn voor de toekomst van de zorg en de mensenrechten in Nederland.

De Eerste Kamer heeft een controlerende taak, en controleert vooral de hoofdlijnen van beleid en de onderlinge samenhang van de verschillende regeringsplannen. Kerntaak van de Eerste Kamer als medewetgever is de kwaliteit van de wetgeving toetsen op rechtmatigheid, uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid (toetsingscriteria) en het controleren van de regering. Vaak hoeft de Eerste Kamer niet in te grijpen. De Eerste Kamer neemt het overgrote deel van de wetsvoorstellen aan.

Echter, de voorliggende wetsvoorstellen Verplichte GGZ (WVGGZ), Zorg en Dwang (WZD) en Forensische Zorg (WFZ) zijn inmiddels al achterhaald door voortschrijdende inzichten mbt zorgkwaliteit en rechtspositie. Bovendien zijn deze wetsvoorstellen in strijd met het VN-Verdrag voor de Rechten van Personen met Beperkingen. (Wellicht kon dit gebeuren omdat de wetsvoorstellen zijn opgesteld voorafgaand aan de Nederlandse ratificatie van dit VN-Verdrag in 2016). Het is nu de bijzondere taak van de Eerste Kamer om deze wetsvoorstellen af te keuren op basis van de toetsingscriteria (met name rechtmatigheid).

Hieronder volgt een uiteenzetting.

 

Waarom wetsvoorstel Verplichte GGZ verworpen dient te worden.
(eenzelfde analyse is van toepassing op de wetsvoorstellen Zorg en Dwang en Forensische Zorg)

Er is al eeuwenlang verzet tegen gedwongen plaatsing in instellingen, opsluiting in isoleercellen, vastbinden met fixatie-riemen, het onder dwang toedienen van medicatie, gedwongen elektroshocks, en andere gedwongen GGZ behandelingen. Dit kan men niet negeren.

De incidenten rond Els Borst en Anne Faber zijn vreselijk tragisch, maar dit mag geen vrijbrief zijn om andere mensen met een psychiatrische achtergrond te stigmatiseren als “mogelijk gevaarlijk”. Er mag geen afbreuk gedaan worden aan het basisbeginsel dat eenieder onschuldig is totdat er bewijs is. Preventieve opsluiting op basis van vermoedens en onderbuikgevoelens zijn niet acceptabel in een democratische rechtsstaat. Het is uiterst belangrijk om rechtvaardig en onbevooroordeeld te blijven, en om het hoofd koel te houden ondanks pijnlijke incidenten. Agressie en moord zijn niet voorbehouden aan psychiatrische patienten, maar komen helaas onder alle lagen van de bevolking voor. Clienten zijn veel vaker slachtoffer dan dader van een misdrijf.[1]

De ontstane discussie rond de omgang met “verwarde personen” is begrijpelijk, maar kent de verkeerde toonzetting (mogelijk omdat niet de GGZ-professionals, maar de handhavers zoals politie en gemeenten een grote rol spelen in die discussies). Het gaat niet over zorg, maar over overlastbestrijding. Feitelijk is deze hele discussie over “verwarde personen” een symptoom van tekortschietende zorg in de samenleving. Immers, wanneer goede zorg geregeld zou zijn, zou er niet zoveel ‘overlast’ zijn.

Wij, Stichting Mind Rights (www.mindrights.nl),  gaan ervan uit dat de wetgever de oorspronkelijke bedoeling had, als impliciet basisbeginsel van deze nieuwe wetgeving, om kwetsbare personen ten tijde van een crisis of escalatie passende zorg te geven. Helaas kunnen we stellen dat de voorliggende wetsvoorstellen WVGGZ, WZD en WFZ niet de juiste middelen aanwenden om dit doel van goede passende zorg te realiseren voor de doelgroepen.

Dwang is geen zorg
Dwangtoepassing behoort tot de meest afgrijselijke dingen die mensen elkaar aan kunnen doen, terwijl goede zorg juist een van de mooiste dingen is die mensen elkaar te bieden hebben. Er is een fundamenteel verschil tussen dwang en zorg.

Bij dwangtoepassing wordt de stem van de client genegeerd, en wordt er over diens grenzen heengegaan. Soms worden clienten onder druk gezet met fysiek machtsvertoon, intimidatie en chantage, om zich niet te verzetten tegen de beoogde dwangtoepassing. Dwang werkt averechts op het welzijn, en leidt o.a. tot wanhoop, angst, boosheid en verdriet bij de client. Dwang leidt niet tot meer veiligheid, of herstel van de geestelijke gezondheid. Integendeel: Door lijden, onmacht, en een gebrek aan ondersteuning, nemen de risico’s op toenemende psychosociale problemen, escalatie en strijd toe. Dwang is het tegenovergestelde van zorg.

 Dwang maakt zorg onmogelijk
Dwang is contraproductief voor geestelijke gezondheid en zorg, en betekent een “contactbreuk”. Aan de ene kant door de verpleging die stopt met pogingen om te communiceren of ondersteuning te bieden, en die hun toevlucht nemen tot gedwongen interventies. Aan de andere kant door de onderworpen persoon, vanwege gevoelens van onbegrip en trauma, hetgeen zinvol contact ondermijnt. Het is duidelijk dat goed contact en communicatie nodig zijn voor goede geestelijke gezondheidszorg. Het einde van communicatie, zoals gebeurt door dwang, is een bijzonder schadelijke praktijk, waardoor betekenisvol contact, en daarmee geestelijke gezondheidszorg op zichzelf onmogelijk wordt. Onvrijwilligheid en echte GGZ zijn niet verenigbaar. Oprecht contact is immers noodzakelijk voor werkelijke GGZ-zorg.

Dwang leidt niet tot veiligheid.
Dwang draagt niet bij aan veiligheid of welzijn, maar leidt tot meer problemen, en is contraproductief. Dwang geeft schijnveiligheid. Echte veiligheid is de afwezigheid van strijd. Echt goede zorg draagt bij aan echte veiligheid, door de-escalatie en rust te brengen. Wat nodig is om de veiligheid echt te vergroten, is goede zorg, en geen dwang.

Psychosociaal welzijn is geen medische aangelegenheid.
Ook gedwongen medicatie wordt veelvuldig maar abusievelijk geclaimd als “enige behandel-optie”, en gedwongen elektroshocks worden circa 25-30x per jaar toegepast wanneer de persoon “medicatie-resistent” wordt geacht. Maar ook de biomedische benadering in de psychiatrie ligt enorm onder vuur en lijkt zijn tijd gehad te hebben. Er is na al die jaren nog steeds geen bewijs voor het medische model noch voor de psycho-pharmaceutische medicatie. Momenteel wint de sociale psychiatrie weer snel terrein. (zie bijv. de beroemde studie van prof. Jim van Os: www.schizofreniebestaatniet.nl ). Tegenwoordig is het heel normaal dat achterliggende sociale verbanden en ervaringen worden beschouwd bij bijv. angst, depressie, verslaving, psychose enz.

Dwang betekent een tekort aan zorg.
De GGZ-sector is van oudsher structureel verwaarloosd, en bezit niet de capaciteit om intensieve individuele psychosociale begeleiding te bieden aan al haar clienten (de voorgaande norm was groepsbegeleiding en dagprogramma’s, wat weer een eenvoudige manier was om orde te handhaven, waarbij afwijkend gedrag bestraft werd met dwangmaatregelen).
Gedwongen psychiatrische interventies zijn geen oplossing, maar een probleem voor geestelijke gezondheidszorg. De echte ontwikkeling van goede zorgpraktijken wordt al eeuwenlang ondermijnd door het bestaan van dwang, wat het mogelijk maakt om een crisissituatie hardhandig “weg te werken”, en de persoon achter te laten zonder daadwerkelijke zorg. De dure termen en vakjargon voor dwangtoepassing maskeren de feitelijke verwaarlozing en mishandeling. Clienten worden emotioneel en fysiek verlaten. Dat kan geen zorg genoemd worden.
Dit moet per direct stoppen.

Dwang is een overblijfsel uit het verleden
Dwang is geen wetenschappelijk-onderbouwde zorg-interventie, maar een akelig overblijfsel uit het verleden van de psychiatrie. Vroeger, in de tijd van de dolhuizen, waren alle opnames dwangopnames – er bestond geen vrijwillige GGZ- , en op die fundamenten van dat duistere dwangsysteem is de huidige psychiatrie gebouwd. Dit verklaart de enorme discrepantie tussen het doel en de middelen in de GGZ-zorg. En omdat het oude systeem nooit geheel ontmanteld is, blijft de GGZ over het algemeen een soort aanmodderende puinhoop. Maar toch is er hoop. Het KAN namelijk anders.

Goede zorg is mogelijk
Goede ondersteuning kan dwang voorkomen. Met een respectvolle bejegening en goede ondersteuning, kunnen problematiek en escalatie succesvol voorkomen worden, waardoor dwangtoepassing niet aan de orde is. Echte zorg is mogelijk. (zie bijvoorbeeld de succesverhalen van het Centrum voor Consultatie en Expertise, CCE, https://www.cce.nl/ ).

Van dwang naar zorg
Echte zorg is aandacht voor de persoon achter het gedrag. Echte zorg is aandacht voor herstel en welzijn, de-escalatie, preventie en maatwerk. Echte zorg vereist oprecht contact en een vertrouwensbasis. Dwang verstoort de zorgrelatie. Dit voortschrijdend inzicht wordt ook door professionals in de zorg omarmd. Ook de overheid heeft tussen 2006 en 2012 structureel geïnvesteerd in landelijke projecten voor het terugdringen van dwang in de GGZ. Echter veel van deze projecten zijn stil komen te liggen na het beeindigen van de specifieke landelijke subsidie voor dwangreductie in 2012. Op andere plaatsen wordt er echter nog steeds gewerkt aan het uitbannen van dwang in de zorg (zie bijvoorbeeld het Dolhuys-manifest voor separeervrije GGZ per 2020, http://www.hetdolhuys.nl/actueel/isoleercel-is-rijp-museum/ ).

Zorg-cultuur veranderen
Dwangtoepassing wordt dus breeduit beschouwd als een achterhaalde dwaling van de GGZ. Het hardhandig ‘corrigeren’ van mensen totdat zij ‘goed genoeg ’ worden bevonden is geen rechtschapen doel van de geestelijke gezondheidszorg. Het welzijn van de client dient centraal te staan. Innovatie van het zorgaanbod is nodig. Daarbij dienen ook de visie en de attitude te veranderen, teneinde een algehele cultuurverandering te bewerkstelligen[2].

Inspanning is nodig
In 2011 tekenden de GGZ-veldpartijen gezamenlijk een intentie-verklaring om dwang uit te bannen. (zie http://www.platformggz.nl/lpggz/newsitems/ni001233 ). Maar ondanks dat alle veldpartijen in de GGZ in principe van dwangtoepassing af willen, neemt het totaal aantal dwangtoepassingen (RM en IBS) nog elk jaar toe. Wel zijn er op bepaalde locaties specifieke initiatieven voor dwangreductie, zoals de ontwikkeling van de HIC (High/Intensive Care psychiatrie, http://hic-psy.nl/ ), waarbij men eenzame opsluiting wil voorkomen door intensieve ondersteuning mogelijk te maken.  Aan de andere kant is er in de samenleving een enorme toename in ambulante dwang (voorwaardelijke machtiging), alsook in incidenten met “verwarde mensen”.  Om deze trends van toenemende dwangtoepassing te keren, is er een fikse inspanning nodig.

Regel “eerste redmiddelen”, in plaats van laatste redmiddelen
Dwang was gedurende de laatste 25 jaar al een “laatste redmiddel dat vermeden dient te worden, en zo min mogelijk gebruikt, omdat het namelijk geen therapeutische waarde heeft, en nadelig kan zijn” (grondslag uit MI-principles en wet BOPZ).We hebben allemaal kunnen zien dat het gebruik van het “ultimum remedium” desondanks al 25 jaar lang elk jaar verder toeneemt, en dat het huidige systeem van “zo min mogelijk dwang” dus niet werkt. Het structurele tekort aan “eerste redmiddelen” (zoals goede zorg en preventie) zorgt voor een groeiende toestroom naar het “laatste redmiddel”. Wat nodig is, is een investering in goede zorg, om zo de toestroom naar het “laatste redmiddel” te doen stoppen.

Weg met weerstand tegen verandering
Dat de praktijk “weerbarstig” is, en dat de cultuur “moeilijk te veranderen” is, is al meermaals geconcludeerd. Ondanks de inspanningen en de intentie-verklaring van de GGZ-veldpartijen om dwang uit te bannen, is er blijkbaar ook nog steeds een vrij invloedrijke groep die dwangtoepassing beschouwd als ‘noodzakelijk’. Zij kunnen zich blijkbaar geen andere methodes voorstellen, maar dat wil niet zeggen dat er geen alternatieven zouden bestaan. Wat nodig is, is “out of the box”- denken. Er zijn genoeg mensen die dit kunnen. Er is geen reden om deze weg niet te bewandelen.

Wetgevers: Regel zorg, geen dwang
De wetsvoorstellen over gedwongen behandeling dienen afgekeurd te worden. Het doel van de GGZ is niet: Kwetsbare mensen ruw behandelen, maar het doel is goede zorg verlenen, ook in crisissituaties. Er is een transitie nodig. Dwang in de zorg kan niet langer geaccepteerd worden.

Rechtspositie
Het argument dat specifieke wetgeving over dwang in de zorg een betere rechtspositie geeft aan kwetsbare mensen met een diagnose of beperking is onjuist. Wetsvoorstellen die dwang in de zorg mogelijk maken, het ontnemen van rechten faciliteren en het ‘toestaan’ om kwetsbare mensen op een ruwe wijze te behandelen, druisen in tegen de huidige kennis, tegen sociale opvattingen en tegen actuele burgerrechten. Dat is het tegenovergestelde van bescherming en zorg.

Belang van de client?
Wetsvoorstel Verplichte GGZ gaat niet over het welzijn van clienten. Het gaat over het inperken en ontnemen van rechten van clienten die eigenlijk zorg nodig hebben. Het gaat over afschuwelijke maatregelen, zoals isoleercellen en dwangmedicatie. Deze maatregelen zijn traumatisch en beschadigend voor clienten. Het wetsvoorstel gaat voorbij aan de daadwerkelijke belangen van de client, namelijk goede zorg. Het wetsvoorstel regelt geen daadwerkelijke zorg. De bestaande structurele zorgtekorten worden niet opgelost. De wetsvoorstellen focussen eenzijdig op het homogeniseren van de samenleving, en het hardhandig bestrijden van symptomen van onrust. De wetsvoorstellen bevatten enkel procedurele wijzigingen voor de systematiek en reikwijdte van dwangtoepassing, maar regelen geen daadwerkelijk aanbod van goede zorg of waardige ondersteuning. De mogelijkheden voor dwangtoepassing worden onder de huidige wetsvoorstellen nota bene verruimd, en harde limieten zijn er eigenlijk niet, dus alle denkbare vormen van dwang vallen binnen deze wetsvoorstellen, en dan is er niets meer illegaal en kunnen clienten ook niet meer klagen over onwettigheden.  Dit is zeer zeker NIET in het belang van de clienten zelf.

Dwang en hardhandigheid in de GGZ zijn totaal geen kwalitatieve, wetenschappelijk onderbouwde zorg-interventies, maar zijn een akelig overblijfsel uit het verleden van de psychiatrie. Het moet nu echt zachter en zorgzamer.

*

VN-verdrag voor de Rechten van Personen met Beperkingen

Dwang in de zorg is in strijd met de recente mensenrechtenverdragen, zoals het VN-verdrag voor de Rechten van Personen met Beperkingen (CRPD, 2006)[3]. Nederland heeft het VN-verdrag voor de Rechten van Personen met Beperkingen in juli 2016 geratificeerd. Verschillende VN-organen verduidelijken dat dwang in de zorg in strijd is met de mensenrechten [4], [5], ook als het gaat om Nederland[6]. Er is een verandering nodig.

Cultuurverandering
In de geschiedenis van de GGZ stond opsluiting en dwang centraal, en inmiddels weten we beter. Dus nu moeten we het ook beter gaan doen. Een grote taak is toebedeeld aan onze generatie, om het VN-Verdrag voor de Rechten van Personen met Beperkingen uit te voeren. Een grotendeels onontdekte wereld ligt voor ons.

NB. Ambulante dwang is geen alternatief. Het gaat om een daadwerkelijke attitudeverandering van dwang naar zorgzame zorg.

Psychiatrie, cultuur en samenleving
Zoals gezegd is dwangtoepassing een akelig overblijfsel uit het verleden van de psychiatrie. Een diepere bezinning is nodig. Waar komt het GGZ-systeem vandaan en waar gaan we naartoe met de GGZ in Nederland.

De psychiatrie heeft een zeer duister verleden. Het moet worden gezegd. GGZ-clienten werden eeuwenlang als minderwaardig beschouwd en fysiek buiten de samenleving geplaatst. Denk bijv. aan de ouderwetse dolhuizen met ketens aan de muren. De krankzinnigenwetgeving dateert uit 1841, uit een tijd dat de medische wetenschap absoluut in de kinderschoenen stond. De wet BOPZ uit 1994, en ook het wetsvoorstel Verplichte GGZ (heden) kennen een vergelijkbare structuur van rechterlijke machtigingen en IBS/crisismaatregel, waarbij resp. opsluiting en gedwongen behandeling de kern vormen.  Dit systeem van dwangtoepassing, uitsluiting en rechterlijke machtigingen is niet gefundeerd op een besef van mensenrechten, en gaat niet over kwalitatieve zorg en moet anders.

Een andere zwarte bladzijde uit de geschiedenis van de psychiatrie is dat er binnen ditzelfde uitsluit-systeem (dolhuizen en inrichtingen) ook het nazi-programma “Aktion T4” plaatsvond, waarbij psychiaters op grote schaal GGZ-clienten en gehandicapten uitmoordden, als voorloper op de massamoord op joden, Roma’s en andere minderheden in WO2. Opvallend is dat er ten tijde van Aktion T4 een beeld werd geschetst dat de zorgkosten te groot zouden worden voor de samenleving[7], hetgeen de ‘gezonde mensen’ zou belemmeren. Daarmee werd een gevaarlijke tweedeling gecreëerd, waardoor xenofobie, haat en geweld konden uitgroeien tot de Tweede Wereldoorlog met grootschalige genocide.

De huidige zorgdiscussies in de 21e eeuw gaan opnieuw veelvuldig over de oplopende zorgkosten, waarbij feitelijk een hernieuwde tweedeling wordt gecreeerd tussen de zogenaamde werkende klasse en de mensen die zorg nodig hebben. Tegelijkertijd zien we een hernieuwde opleving van xenofobie en angst voor alles wat anders is. Ook nu wijst een deel van de samenleving naar bepaalde bevolkingsgroepen die als “last voor de samenleving” worden bestempeld (zoals GGZ-clienten, immigranten en asielzoekers, ouderen enz.). Het feit dat tevens de roep om daadwerkelijke segregatie en opsluiting opnieuw groeit, is extreem zorgelijk. Momenteel worden verschillende bevolkingsgroepen in Nederland bestempeld als “last voor de samenleving” , als zogenaamd gevaarlijk, onbetrouwbaar, verstorend, als kostenpost, en daarmee worden zij impliciet bestempeld als “minderwaardig” ten opzichte van de zogenaamde “normale samenleving”.

Maar waaruit bestaat dan die “normale samenleving”? Waarom horen mensen die zorg nodig hebben daar dan zogenaamd niet echt bij? Waarom tekent zich een hernieuwde tweedeling af? Wij waren als mensheid toch al een flink stapje verder?  In 1950 is de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens opgesteld als een uitgesproken antwoord om een dergelijke verdeeldheid voortaan te voorkomen. Elk mens is gelijkwaardig, en heeft evenveel recht op leven en een goede levenstandaard, recht op kansen, vrijheid, goede zorg enz.  Juist in Nederland hebben we een rijkdom aan ervaring en mogelijkheden om elke persoon waardig te accommoderen, met respect voor persoonlijke diversiteit en specifieke ondersteuningsbehoefte. Dit lukt ons op talloze vlakken. Maar de GGZ blijft veelvuldig achter. De zogenaamde hernieuwde tweedeling in de samenleving is een zeer zorgelijke en gevaarlijke ontwikkeling, en deze trend doet zich internationaal voor. Mede om die reden maakt de VN zich druk om de positie van mensen met een beperking, en is er sinds een aantal jaar een VN-Verdrag voor de Rechten van Personen met Beperkingen.

We moeten ophouden met het schetsen van een tweedeling en verdeeldheid.
Helaas is de infrastructuur van de geestelijke gezondheidszorg van oudsher georienteerd op segregatie (fysieke uitsluiting en hardhandige onderdrukking). De transformatie van de psychiatrie, van uitsluiting naar zorg, is nog lang niet volbracht (wereldwijd). Mede om die reden is er in het VN-Verdrag voor de Rechten van Personen met Beperkingen specifieke aandacht om dwang uit te bannen, en de GGZ te transformeren, van uitsluiting naar echte zorg en inclusie.

*

Vernieuwde denkkaders
Wetsvoorstel Verplichte GGZ is dus inmiddels een schijnbare vergissing, omdat men daarbij uit is gegaan van de status quo (en wellicht was dat de beperkte schrijfmarge bij het opstellen van deze serie dwangwet-voorstellen (WVGGZ, WZD en WFZ). Echter, de Nederlandse ratificatie van het VN-Verdrag voor de Rechten van Personen met Beperkingen in juli 2016 brengt verandering in de denkkaders en het paradigma. Nederland is nu verplicht om dwang te laten verdwijnen uit de zorg.

NB. Dwang afschuiven naar politie/justitie is geen oplossing (integendeel, want ook zij missen de zorgmogelijkheden). Wat nodig is, is echte zorg. Er is een daadwerkelijke inhaalslag te maken.

Al jarenlang tonen allerlei hulpverleners zich bereid om de hand in eigen boezem te steken, en te werken aan verandering en het uitbannen van dwang (zie projecten Dwang en Drang, HIC-ontwikkeling[8], Dolhuys-manifest[9]). De nauwe samenwerking met ervaringsdeskundigen en naasten is daarbij cruciaal voor succes. De verschuiving van dwang naar zorg werd een aantal jaren lang ook door de overheid gesubsidieerd, echter de specifieke subsidie en expliciete aandacht vanuit overheidswege is in 2012 geheel abrupt gestopt.

Investeren in volksgezondheid
Normaliter wordt in Nederland elk risico voor de volksgezondheid zeer serieus aangepakt (neem bijv. de Fipronil-eier-crisis). Maar als het gaat om de levenskwaliteit van mensen in zorginstellingen, dan lijkt men ineens met 2 maten te meten, en laat men de schadelijke behandelingen, verwaarlozing en gezondheidsrisico’s voortbestaan met als argument dat de zorgkosten te hoog zouden zijn. Dit is totaal niet acceptabel en volledig in strijd met de mensenrechten. Daarbij zijn inefficiente systemen per definitie erg “duur” in het gebruik, omdat de output niet op niveau is (met verkeerde zorg kan je jarenlang doorgaan zonder goed resultaat). Dit is wat er feitelijk gebeurd in de ouderwetse GGZ. Maar er is ook een “nieuwe GGZ” in opkomst, waarbij een nieuw aanbod van innovatieve ondersteuningsmogelijkheden wordt gecreeerd (zoals de-escalatievaardigheden, crisiskaart[10], WRAP (Wellness Recovery Action Plan)[11] , Psychosenet[12], Eigen Kracht-conferenties[13] enz.). Deze innovatieve methodes zijn in tegenstelling tot dwangtoepassing WEL menswaardig, effectief en heilzaam, en dragen bij aan het voorkomen van crisis en escalatie. En het is net als met duurzaamheid: Een goede investering verdient zichzelf snel terug.

Aan de slag!
Het is tijd om de inhaalslag te maken en de gehele GGZ verder te transformeren, van uitsluiting naar zorg. Goede zorg is geen optionele kostenpost voor de staat en samenleving, het is een basisrecht voor iedereen, en een plicht van de overheid om dit te regelen. Het aanbod voor ondersteuningsmogelijkheden in de zorg, en met name de zorg in acute en complexe situaties, dient met grote urgentie op het niveau van de 21e eeuw gebracht te worden. Er zijn talloze goede inspirerende initiatieven die allemaal deel uitmaken van de oplossing van dit vraagstuk. Het is een enorme uitdaging. Het is de taak van de huidige generatie om dit VN-Verdrag voor de Rechten van Personen met Beperkingen te realiseren.  Lange tijd was dwangtoepassing een manier om structurele zorgtekorten te maskeren, maar dat kan nu niet langer voortbestaan. Dwangtoepassing in de zorg is niet langer een optie.

*

Samenvattend:

  • Het onlangs geratificeerde VN-Verdrag voor de Rechten van Personen met Beperkingen verbiedt gedwongen zorg, en dat maakt de voorgestelde dwangwetten onuitvoerbaar.
  • De wetsvoorstellen Verplichte GGZ, Zorg en Dwang en Forensische Zorg gaan over ruwe behandeling van kwetsbare mensen. Het zou moeten gaan over zorgzame zorg.
  • Zorg-inzichten zijn veranderd. Dwang heeft geen positief effect op welzijn of veiligheid. Integendeel, dwang is traumatiserend en inhumaan. Daardoor neemt de kans op problemen, strijd en escalaties alleen maar toe. Dat is geen zorg, maar sociale uitsluiting en schijnveiligheid.
  • Wat nodig is, is goede zorg, in alle situaties, zonder uitzondering. Dit is mogelijk, maar is in de praktijk niet gerealiseerd. De zorg schiet ernstig tekort, met mensenrechtenschendingen als resultaat. Dit moet per direct stoppen.
  • Goede zorg voorkomt problemen, escalaties en dwang, en draagt bij aan de algehele gezondheid en daarmee ook veiligheid in de samenleving. Dat is voor iedereen van belang.

Het kan niet de bedoeling zijn dat de Nederlandse wetgeving berust op achterhaalde uitgangspunten, en daarmee indruist tegen internationale mensenrechtenstandaarden.

De wetsvoorstellen Verplichte GGZ, Zorg en Dwang en Forensische Zorg zijn niet in lijn met de beoogde doelstelling van goede zorg voor de doelgroep, en bovendien niet rechtmatig en daarom niet uitvoerbaar noch handhaafbaar. Deze wetsvoorstellen dienen op basis van de toetsingscriteria van de Eerste Kamer te worden afgekeurd.

Wetgevers: Regel goede zorg, in plaats van dwang!

De beslissing die de Eerste Kamerleden zullen nemen over de wetsvoorstellen Verplichte GGZ, Zorg en Dwang, en Forensische Zorg is cruciaal. Hun keuze zal bepalend zijn voor de toekomst van de zorg en de mensenrechten in Nederland.

 

PS. Wil je maandag en/of dinsdag ook op de publieke tribune de vergadering van de Eerste Kamer bijwonen, kijk dan hier voor informatie: https://www.eerstekamer.nl/begrip/bezoekersinformatie

 

Nadere leeslijst: 

  1. Artikel: Waarom gedwongen GGZ behandeling verboden moet worden: https://tekeertegendeisoleer.wordpress.com/2016/03/29/waarom-gedwongen-ggz-behandeling-verboden-moet-worden/

 

  1. Blog-artikel, maart 2017, Advies aan Eerste Kamer inzake Verplichte GGZ: Regel zorg, geen dwang! https://tekeertegendeisoleer.wordpress.com/2017/03/26/advies-aan-eerste-kamer-inzake-verplichte-ggz-regel-zorg-geen-dwang/

 

  1. Stichting Mind Rights Position Paper tegen wetsvoorstel Verplichte GGZ https://tekeertegendeisoleer.files.wordpress.com/2016/10/wvggz_positionmindrights_oktober2016.pdf

 

  1. Persoonlijke verklaring: “16 jaar oud, depressief en gemarteld in de psychiatrie”, https://tekeertegendeisoleer.files.wordpress.com/2016/03/final_nl_persoonlijke-verklaring_16-jaar-oud-depressief-en-gemarteld-in-de-psychiatrie_maart-2016.pdf
  2. Persoonlijke verklaring: “Gender interrupted by forced psychiatry”, https://tekeertegendeisoleer.files.wordpress.com/2016/10/personal-testimony_-gender-interrupted-by-forced-psychiatry.pdf

 

 Overige bronnenlijst

[1] Blog-artikel Dwang is geen bescherming maar mishandeling, met daarin feiten en cijfers over de levenskwaliteit en rechtspositie, en de vele vormen van discriminatie, leed en marginalisatie van GGZ-clienten.  https://tekeertegendeisoleer.wordpress.com/2017/01/27/dwang-is-geen-bescherming-maar-mishandeling/

[2] Rapport: Best practices rondom dwangreductie in de GGZ 2011, https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2012/01/25/best-practices-rondom-dwangreductie-in-de-geestelijke-gezondheidszorg

[3] Mind Rights Position Paper tegen wetsvoorstel Verplichte GGZ, https://tekeertegendeisoleer.files.wordpress.com/2016/10/wvggz_positionmindrights_oktober2016.pdf

[4] Oproep van 2 Speciale VN-rapporteurs “Dignity must prevail – an appeal to do away with non-consensual psychiatric treatments” World Mental Health Day, 10 October 2015, http://www.ohchr.org/en/NewsEvents/Pages/DisplayNews.aspx?NewsID=16583&LangID=E

[5] CRPD Committee’s Guidelines on CRPD article 14. Liberty and Security https://tekeertegendeisoleer.files.wordpress.com/2016/10/wvggz-positionmindrights_bijlage1_crpd_guidelinesarticle14.pdf
 – Origineel te vinden via: http://www.ohchr.org/EN/HRBodies/CRPD/Pages/CRPDIndex.aspx (link halverwege de pagina)

[6] TV uitzending EenVandaag, 29 mei 2014, Het einde van de isoleercel? https://eenvandaag.avrotros.nl/item/het-einde-van-de-isoleercel/

[7] Achtergronden van Aktion T4:  http://www.gedenkort-t4.eu/en/vergangenheit/zwangssterilisationen

[8] Informatie over HIC (High/Intensive Care inde psychiatrie) http://hic-psy.nl/

[9] Informatie over het Dolhuysmanifest voor separeervrije GGZ per 2020 http://www.hetdolhuys.nl/actueel/isoleercel-is-rijp-museum/

[10] Informatie over de Crisiskaart http://www.crisiskaartnederland.nl/crisiskaart/

[11] Informatie over de WRAP (Wellness Recovery Action Plan) https://www.hee-team.nl/wrap-in-nl

[12] Informatie over Psychosenet https://www.psychosenet.nl/

[13] Informatie over Eigen Kracht-conferenties https://www.eigen-kracht.nl/

Verslag van Deskundigenbijeenkomst Gedwongen Zorg, 16 mei 2017 bij Eerste Kamer

Op dinsdag 16 mei 2017 ging ik naar de Deskundigenbijeenkomst “Gedwongen zorg” bij de Eerste Kamer. De bijeenkomst ging over 3 wetsvoorstellen: wetsvoorstel verplichte geestelijke gezondheidszorg (WVGGZ, 32399), wetsvoorstel zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk beperkte clienten (WZD, 31996) en wetsvoorstel forensische zorg (WFZ, 32398). Zie het programma hier: https://www.eerstekamer.nl/id/vkdulfgr0vzj/document_extern/programma_deskundigenbijeenkomst/f=/vkdulfssuszy.pdf

Het was een besloten bijeenkomst van 9.00 tot 12.30 met de leden van de Eerste Kamer- commissies VWS en VenJ en 18 genodigde sprekers in Commissiekamer 2. Ik was vroeg opgestaan om vanuit Eindhoven voor 9u bij het Binnenhof in Den Haag te zijn.

Om 9.00 werden we welkom geheten door de voorzitter van de bijeenkomst mevr. M. Martens, die uitlegde dat de bijeenkomst vooral bedoeld was om te kijken naar de samenhang en consistentie van de visie, de juridische eenduidigheid van het wettelijk kader en de proportionaliteit, en de praktische werkbaarheid. De sprekers waren gevraagd om elk een inleiding te verzorgen van maximaal 5 minuten, en elk blok werd afgesloten met een discussie.

Blok 1: Overheid en rechterlijke macht.
Blok 1 had 5 sprekers en ging over: Overheid en rechterlijke macht.
Ik verwachtte een sessie vol kortzichtigheid, en dat was ook zo.

De eerste spreker was P.J. Aalbersberg van de Nationale Politie. Hij stelde dat de politie de “sterke arm van de zorg” is, en vaak als eerste ter plaatse bij overlast en crisissituaties. Hij was een voorstander van de aanpak van het Aanjaagteam/Schakelteam Verwarde Personen, en ook de WVGGZ. Hij koppelde recidive aan “stoppen van medicatie” en vond dat “multiprobleem zaken” beter in de GGZ of VG opgevangen konden worden, want het strafrecht was daar “te duur”voor.

Liesbeth Spies van het Genootschap van Burgemeesters sprak uiteraard over de aanpak van het Aanjaagteam/Schakelteam Verwarde Personen. Vooral de afgifte van de Crisismaatregel (IBS) door de burgemeester werd bekritiseerd: “Een burgemeester is geen arts en kan niet bepalen of een therapie de juiste is”,…,  “en ook het ‘horen’ van de persoon lijkt niet uitvoerbaar omdat de persoon immers ‘niet bekwaam’ is, en ‘geen contact mogelijk is’, en ingrijpen ‘noodzakelijk’ is”. Ze betreurde dat de Observatiemaatregel was geschrapt, maar hoopt dat de WVGGZ snel wordt ingevoerd.

Dhr. Otte van het Openbaar Ministerie bevestigde eveneens dat de rechter een zwarte jas draagt, en geen witte. De juridische toets gaat meestal om de beschikbaarheid van zorg. Daarnaast is de reistijd een praktisch probleem. Bij een summier dossier is de inhoudelijke toetsing lastiger, maar bij een groot dossier ontstaat een lange zitting die kan escaleren, en het OM is doorgaans de boosdoener. Hij pleitte voor selectieve taken voor het OM, enkel wanneer nodig. Ook sprak hij over de aansluiting tussen forensische zorg (strafrecht) en GGZ (civielrecht), die volgens hem niet goed geregeld was omdat de aanvraag opnieuw gedaan moet worden. Hij wilde “dat het OM (strafrecht) zelf een machtiging voor GGZ (civiel) kan afgeven mbt de doorstroom van mensen uit de TBS, zodat men niet het ‘risico’ loopt dat de GGZ een aanvraag afwijst en deze mensen in vrijheid komen.”

Dhr. Ruys van de Raad voor de Rechtspraak was eveneens een voorstander van de WVGGZ, en was eveneens bezorgd om de aansluiting TBS-GGZ die “niet naadloos” of “gegarandeerd” is onder de nieuwe wetsvoorstellen.

J.C. Zwemstra, Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie (NIFP) was het grotendeels met zijn voorgangers eens. Hij pleitte om “niet door te schieten met regels, want het gaat hier om noodzakelijke zorg, en het moet werkbaar blijven. Het moet simpeler.”. Hij pleitte ervoor om bij een stapeling van procedures (zoals van TBS naar GGZ) niet teveel drempels op te werpen, en bijv. “de WVGGZ criteria achteraf te toetsen tijdens opname”.

Ik vond het een erg onaangename toonzetting, en het maakte me kwaad en verdrietig. Het ging over beheersmaatregelen en procedurevormen, maar niet over goede zorg en herstel-ondersteuning. Het was afstandelijk en kil, en ging over ordehandhaving met de harde hand. Dat is tucht en geen zorg!
Maar ik mocht hier niet direct op reageren (pas wanneer het mijn spreektijd was), dus ik bereidde me alvast voor op mijn eigen pleidooi, als een van de laatste sprekers.

Direct na de 5 korte presentaties van de diverse standpunten uit het eerste Blok (Overheid en rechterlijke macht), kregen de Eerste Kamer commissieleden van VWS en VenJ de gelegenheid om vragen te stellen aan de sprekers.

De vragen gingen vooral over de onwetenschappelijkheid van het containerbegrip “Verwarde Personen” en de effecten daarvan, de informatie-uitwisseling tussen politie en zorg (strafrecht en civielrecht), de kosten en tijdsbestek voor invoering, is de keten op orde?, wel/niet accepteren van dit wetsvoorstel, wel/niet wachten op de uitwerking van de AmvB’s.

De antwoorden van de sprekers waren wederom structureel kortzichtig.
Er werd een “veegwet” gesuggereerd, en mevr. Spies ontkende stellig dat de term “Verwarde Personen” een onwetenschappelijk containerbegrip zou zijn.  Ook kwam er een idee voor een “kliklijn GGZ” voorbij als meldpunt voor zorgen uit de samenleving….

Nog steeds poogt men tijdsdruk uit te oefenen door bepaalde streefdata te noemen (“als we willen dat deze wet kan ingaan per 1 juli 2018, dan moet er nu dit en dat gebeuren”), en het doemscenario van de vorige wetswijziging werd meermaals aangehaald (“De BOPZ onderhandelingen duurden bijna 20 jaar, en zo’n lange discussie willen we nu voorkomen, dus laten we nu niet teveel in discussie gaan maar doorpakken, ook als het niet ideaal is”). Ik vind dit oneigenlijke argumenten die de kwaliteit van de besluitvorming bedreigen.

Het eerste blok voelde voor mij dus direct als een soort ijskoude douche. Maar ik was voorbereid op dit soort pijnlijkheden, en ik bleef vastberaden. Dit soort toestanden had ik (helaas) wel verwacht.

 

Blok 2: Onderzoek, rechtsbescherming en juridische aspecten.
Blok 2 had 3 sprekers en ging over: Onderzoek, rechtsbescherming en juridische aspecten.
Ik was erg benieuwd of hier een spreker met een goede visie tussen zou zitten.

Jos Dute, bijzonder hoogleraar gezondheidsrecht (RUN) was de eerste spreker. Hij werkt tevens bij het College voor de Rechten van de Mens, dus ik had enige hoop (maar geen verwachtingen, omdat er eerder al blijk was van ouderwetse opvattingen, maar wie weet was dit inmiddels veranderd, je weet maar nooit….).
Helaas, Jos Dute pleitte voor “het opheffen van verschillen in rechtsbescherming tussen GGZ en VG/PG, en niet bij de ene sector vooraf in detail toetsen en bij de andere sector achteraf en meer algemeen” (dus als het ware: een recht op gelijke mishandeling). Volgens Jos Dute was “1 wet voor alle sectoren beter in het kader van gelijke rechtsbescherming”. Ook vroeg hij zich af waarom het OM de rol van verzoeker had gekregen, terwijl er uit de voorgaande 3 wetsevaluaties is gebleken dat het OM deze rol niet goed uitvoert.
Het grootste dieptepunt in zijn pleidooi kwam echter bij de vragen, waarbij Jos Dute opmerkte ”de wetsvoorstellen maken de situatie ingewikkelder en dat is een achteruitgang. De zorgsector kan je niet 123 juridisch regelen, een nieuwe regeling moet soberder zijn. De Officier van justitie hoort niet in een zorgwet, want justitie is strafrecht. De schoenmaker moet bij zijn leest blijven. De zorg kan zichzelf regelen, en recht moet enkel ingeroepen worden als nodig”.

Dit is een belachelijk standpunt (maar persoonlijk wist ik al langer waar deze meneer stond, – zie een eerdere pijnlijke aanvaring https://tekeertegendeisoleer.wordpress.com/2014/04/16/zwaar-gesprek-bij-college-voor-de-rechten-van-de-mens-op-24-maart-2014/ ) . Toch was het een nieuw dieptepunt toen hij pleitte voor het schrappen van de juridische toets bij de ontneming van rechten en vrijheden ….. Maar aangezien dit zo overduidelijk tegen alle mensenrechten ingaat, hoop ik dat dit zal leiden tot de ontmaskering van nep-experts.

De tweede spreker van het tweede blok was Lotje van de Puttelaar van Wybenga advocaten Rotterdam. Zij was het deels met Jos Dute eens over het onwenselijke verschil in rechtsbescherming tussen de sectoren, en pleitte dat er meer rechtsbescherming nodig was voor de meest zwakken in de samenleving. De meeste incidenten zijn te wijten aan het feit dat de huidige wetten niet goed worden toegepast. Zoals de wetsvoorstellen er nu liggen kan het niet. Ze vond het pertinent onjuist om vrijheidsbeneming per AmvB te regelen.

Bauke Koekkoek, lector psychiatrische zorg (HAN) / verpleegkundig specialist, gaf een analyse van de samenstelling van de groep “Verwarde Personen” op basis van de 75.000 meldingen over 2016, en bevestigde dat slechts een deel daarvan een GGZ-problematiek heeft (ca 30-40% werd door verschillende sprekers genoemd), waarvan maar een heel klein deel vaker in beeld komt (ca 5%), dus de vraag is welk doel de aanpak van “verwarde personen” uberhaupt dient.
Dwang moet moeilijk zijn, en niet makkelijk, want dan stoppen hulpverleners te makkelijk met het zoeken naar alternatieven, want als er bedden zijn, dan worden ze gebruikt, en als er separeers zijn, dan worden ze gebruikt enz. (Als je alleen een hamer hebt, wordt alles een spijker).

Hierna volgde weer vragen van de Eerste Kamerleden. Het ging vooral over ambulante dwang en het monitoren daarvan, het vooraf/achteraf toetsen, welke delen van de huidige wetgeving niet goed worden nageleefd, of de administratieve lasten getuigen van wantrouwen naar zorgspecialisten (“professionals pesten”), of het niet teveel gejuridiseerd wordt en de (onwenselijke?) impact van de aanwezigheid van een rechter in een zorgsetting, en ook over incident-politiek (“wat als..”).

De 3 sprekers verduidelijkten hun standpunt. Koekkoek gaf aan dat de wet duidelijk gekaapt was door de “openbare orde”, en dat het nu veel minder over behandeling ging. En Jos Dute bereikte dus zijn nieuwste dieptepunt toen hij pleitte voor het schrappen van de standaard juridische toetsing bij de ontneming van rechten en vrijheden …..

Er was een korte pauze met koffie en muffins, en rond 11.05 werd de bijeenkomst hervat. De naambordjes waren verwisseld, en ditmaal zat ik aan de tafel met sprekers. Veel sprekers uit het eerste deel van de bijeenkomst waren alweer weg, waardoor het leek alsof ze geen interesse hadden in de visies uit het veld (en dat doet de beeldvorming bij die papieren garde uiteraard geen goed).

 

Blok 3: Zorgpartijen.
Blok 3 telde 6 sprekers en ging over Zorgpartijen.
Ik hoopte wederom dat hier een spreker met een echt goede visie tussen zou zitten.

Elnathan Prinsen van de Nederlandse vereniging voor Psychiatrie (NVvP) sprak over “Intensive Home Treatment (IHT) om opname te voorkomen. Door 1 incident en de commissie Hoekstra is de WVGGZ nu een beveiligingswet geworden, terwijl cijfers aantonen dat er van de “Verwarde Personen” slechts ca 20% naar een GGZ-opname gaat, en daarvan is niet alles onder dwang. Er zijn heel veel aspecten van de wet die niet wenselijk zijn, zoals de rol van politie en OM in zorgbeslissingen (privacy en strafkarakter). De keuze voor een bepaalde sector (GGZ en VG/PG en TBS) is in de praktijk niet zo duidelijk, maar dit heeft dus wel gevolgen voor de rechtsbescherming. Bovendien is de WVGGZ gebaseerd op een ICT-systeem dat nog complexer is dan het Elektronisch Patienten Dossier (EPD) en dat nu al onhaalbaar wordt geacht.

Karel van Dijk van ActiZ, organisatie van zorgondernemers, sprak over “BOPZ-itis”, als een soort aandoening die de wet steeds groter en complexer maakt. Hij leverde een plaatje van de besluitvormingsprocedure onder de WZD, en benadrukte dat hoe meer actoren er betrokken worden, hoe ineffectiever de beslissing vaak verloopt.  Onder de WZD wordt het aantal betrokken personen verdubbeld, en dit terwijl het vaak over langdurige zorg-indicaties gaat. “Het lijkt alsof men de zorg niet veel verantwoordelijkheid toevertrouwd”.

Frank Bluiminck van de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN) gaf aan dat hij aanvankelijk blij was met de eerdere versie van de WZD, met name over het stappenplan om dwang af te bouwen, maar de harmonisatie heeft het wetsvoorstel verslechterd. De verschillende rollen en inhoud zijn niet duidelijk wat problematisch is voor de uitvoering. Daarnaast is er volgens de wet toezicht door een medische arts, terwijl de gedragsproblemen in  de VG/PG vaak niet medisch van aard zijn. En ook is het de vraag wie de “zorgverantwoordelijke” moet gaan worden, aangezien veel hulpverleners MBO-geschoold zijn en er straks academische zorgverantwoordelijken nodig zijn. Ook vond hij de registratielast te groot, en pleitte voor een limitatieve lijst van dwangtoepassingen die gemeld moeten worden in de zorg aan verstandelijk gehandicapten en ouderen.

Marijke van Putten, GGZ Nederland, sprak zich uit als voorstander van de 3 wetsvoorstellen die volgens haar een verbetering waren (“een behandelwet ipv opnamewet”). Ze was ook positief over de mogelijkheden voor ambulante dwang (dwang in de thuissituatie). In de toekomst zou er wellicht 1 kaderwet gemaakt kunnen worden om de rechtsongelijkheid tussen sectoren op te heffen, zoals ook de aanbeveling van diverse sprekers en de Thematische Wetsevaluatie van ZonMW (zie mijn mening over de Thematische Wetsevaluatie Gedwongen Zorg van ZonMW hier: https://tekeertegendeisoleer.wordpress.com/2015/03/17/schokkend-gebrek-aan-kennis-bij-thematische-wetsevaluatie-gedwongen-zorg/ )
Marijke van Putten voegde nog toe dat ze “vreesde voor een claimcultuur” wanneer schadevergoeding via klachtencommissies of geschillencommissies mogelijk zou worden, en pleitte ervoor om dit via een rechter te regelen.

Michiel Vermaak, Vereniging van Artsen voor verstandelijk Gehandicapten (NVAVG), sprak over de WZD en de overlap inde praktijk met jeugdzorg, GGZ en Forensische zorg. Vaak bepaalt het lot in welke sector iemand terechtkomt. Samenwerking is essentieel. Hij sprak over “bescherming tegen de goede bedoelingen van anderen”, en benadrukte dat bescherming ten koste kan gaan van leerervaringen, en dat clienten in de VG/PG doorgaans minder mondig zijn dan andere burgers. Bedrijfstechnische motieven mogen niet de boventoon voeren. Een uitzondering van de Grondwet, zoals vrijheidsbeneming, dient in 1 wet voor alle burgers eenduidig geregeld te worden.

De laatste spreker van dit derde blok was Roy Knuiman van Verenso-specialisten in ouderengeneeskunde. Hij pleitte eveneens voor uniforme rechtsbescherming, en stelde dat de verschillen tussen de sectoren niet per wet geregeld hoefden te worden, aangezien de sectoren in de praktijk steeds nader tot elkaar groeien (er zitten bijv. ook ouderen in de GGZ). De harmonisaties hadden volgens hem de ongelijkheid al deels opgelost, ook al was het niet perfect, “maar 1 wet zal ook niet perfect zijn”.  Hij suggereerde om de wetsvoorstellen aan te nemen en dan spoedig een evaluatie te doen, inclusief het bekijken van de mogelijkheden tot samenvoeging tot 1 enkele wet, met veel aandacht voor een zorgvuldige invoering.

De Eerste Kamerleden stelden wederom een serie vragen, vooral over de harmonisatie van de verschillende wetten, of er nu 1 of 3 wetten nodig zijn, en wat er afgebakend moet worden, over het gebrek aan preventie, over de werkbaarheid, en over privacy, en over de houdbaarheid van de constructie, en of de wet BOPZ wellicht beter behouden kan blijven.

Elnathan Prinsen (NVVP) maakte de opmerking dat de WVGGZ in theorie al alle sectoren omvat, door de passage “stoornis van de geestvermogens”, dus de onduidelijkheid is compleet. En de term “Verwarde Personen” is aantoonbaar een containerbegrip, oa bewezen door de politiecijfers.

Marijke van Putten pleitte dat “dwangzorg effectief is, zowel gedwongen medicatie, gedwongen therapie en ook vrijheidsbeperking”. Ze vond de WVGGZ “niet ideaal, maar wel beter dan de BOPZ”.

Persoonlijk vond ik het een slechte sessie met weinig kwalitatieve visies. Het was jammer dat er geen fundamentele en ethische bezwaren tegen dwang werden belicht in het blok van de zorgpartijen. Er is immers bijvoorbeeld ook het Dolhuys-manifest waarin zorgverleners zelf het initiatief nemen om de GGZ per 2020 separeervrij te hebben: http://www.hetdolhuys.nl/nieuws/de-isoleercel-is-rijp-voor-het-museum-
En er zijn talloze zorgverleners die wel degelijk problemen hebben met dwangtoepassing in de zorg, zie bijv: https://gedachtenvandezuster-wordpress-com.cdn.ampproject.org/c/s/gedachtenvandezuster.wordpress.com/2016/06/24/waarom-die-deur-er-morgen-uit-moet/amp/
Het is dan ook zeer vreemd dat dit geluid niet ter tafel kwam bij de deskundigenbijeenkomst, waardoor er toch vooral een eenzijdig beeld ontstond vanuit de gevestigde orde die dwang als “normaal” beschouwd, met te weinig ruimte voor vernieuwende visies en innovatieve “Good Practices” zoals Freedom First, HIC-ontwikkeling, peer-support zoals respijthuizen, crisiskaarten, geweldloze de-escalatietechnieken (incl. “talking down”), vroegsignalering en preventie,  gastvrijheidsbenadering, Eigen Kracht-conferenties enz.

Er zijn talloze mogelijkheden die dwang kunnen voorkomen, en het is enorm belangrijk dat de Eerste Kamer zich laat informeren over de mogelijkheden om dwang te voorkomen, en de mogelijkheden om dwangvrije zorg te realiseren, in- en ter voorkoming van crisissituaties, in lijn met het VN-verdrag voor de Rechten van Personen met Beperkingen. De dwangvrije initiatieven bieden bouwstenen voor een innovatief beleid, waarmee dwang vervangen kan worden door werkelijke herstel-ondersteunende, evidence-based, en vooral humane en menselijke zorg en ondersteuning. Goede zorg kan dwang en crisis immers voorkomen. Preventie en goede zorg kan dwang uitbannen.

Persoonlijk vond ik het echt schokkend dat de “dwangreductie” niet aan bod kwam, waardoor de Eerste Kamer nu onvolledig geinformeerd is. Ik wil de Eerste Kamer aanraden om een aparte deskundigheidsbijeenkomst te beleggen over het voorkomen van dwang.

 

Blok 4: Patienten en familie.
Inmiddels was het tijd voor Blok 4: “Patienten en familie” met in totaal 4 sprekers, waarbij ik zelf de tweede spreker was.

Rutger Colin Kips sprak namens Mind-LPGGZ en benadrukte dat de wet over zorg moet gaan. Dwang geeft de boodschap “Niemand geeft iets om mij. Ik ben te veel”. Hij stelde dat dwangtoepassing niet werkzaam is, maar juist schadelijke effecten heeft, daarom is het een “ultimum remedium”. Door wachtlijsten verergeren de problemen buiten de schuld van de client om. Kwalitatieve gastvrije zorg is nodig. Clienten zijn vaker slachtoffer dan dader, en de wet moet gaan over zorg, niet over beveiliging. Nu de adviescommissie weg is uit het wetsvoorstel, kan de rechter eigenlijk – zonder nader advies – niet oordelen over de zorg-inhoud. Ook pleitte hij dat “wilsbekwaam” verzet gehonoreerd dient te worden.

Direct daarna was ik aan de beurt om te spreken namens Tekeer tegen de isoleer! / Stichting Mind Rights. Ik keek de Eerste Kamerleden aan, en sprak vanuit mijn hart. Ik stelde dat dwangtoepassing afschuwelijk is om mee te maken. Denk bijvoorbeeld aan eenzame opsluiting en gedwongen toediening van ongewenste medicatie. Eenzame opsluiting is bijv. de zwaarste straf bij justitie, en deze maatregel hoort overduidelijk niet thuis in de zorg. Dwangtoepassing heeft niets te maken met echte zorg voor welzijn. Dwang is een akelig overblijfsel uit het verleden, en niet evidence-based noch gebaseerd op het besef van mensenrechten. Maar echte zorg is wel mogelijk. Echter goede zorg vergt meer tijd en aandacht.  De keten is niet op orde.  Ook de VN erkent dat dwang niet bij zorg hoort, en vraagt om het afschaffen van gedwongen zorg (o.a. in het VN-Verdrag voor de Rechten van Personen met Beperkingen). Een zorgbehoefte mag geen reden zijn voor vrijheidsbeperking of verlies van rechten.  De rechtsbescherming van clienten dient verbeterd te worden, want klachtenprocedures werken niet, zoals mijn eigen zaak ook aantoont. (zie ook: https://tekeertegendeisoleer.wordpress.com/2017/01/02/ontwikkelingen-mbt-aangifte-van-mishandeling-door-ggz/ )
“Ik heb mensenrechten, omdat ik besta”. Elk mens heeft recht op eigen stem, integriteit en zelfbeschikking, vrijheid enz. Het mag niet uitmaken of je wel of geen GGZ-achtergrond hebt. Gedwongen zorg moet verboden worden. Dwang heeft niets met zorg te maken. “Regel zorg in plaats van dwang!”

Ik merkte dat mijn zeer-directe pleidooi behoorlijk wat indruk maakte bij de meeste toehoorders. Ik hoop dat het ook echt iets veranderd.

De volgende spreker was Jasper Boele van Iederin, netwerk voor mensen met een beperking of chronische ziekte. Eerlijk gezegd had ik een soort mensenrechten-visie verwacht, omdat Iederin ook een lid is van EDF (European Disability Forum) en de Coalitie voor Inclusie in Nederland (VN-Verdrag Waarmaken), maar helaas bleek ook deze spreker een behoorlijk conservatief geluid te vertolken. Dit was voor mij de tweede grote teleurstelling van de dag, aangezien ik anders had gehoopt.
Jasper Boele sprak over de verschillen tussen GGZ (behandeltrajecten) en VG (zorg en woonondersteuning), en stelde dat de opzet en terminologie van zware maatregelen zoals “insluiten, fixatie, onderzoek van kleding” niet bij de Verstandelijk Gehandicapten-sector paste, omdat het in de VG vaker gaat over minder zware elementen, zoals bijv. verplicht douchen of het verbieden van een extra boterham, “waarbij het de vraag is of alles geregistreerd moet worden”, en ook het verzetsbeginsel is lastig te interpreteren (enkel bij “verzet” is er formeel sprake van “onvrijwillige zorg”). Dit sluit onvoldoende aan bij het veld. De WZD biedt een juridisch kader, maar veel aspecten, zoals ambulante dwang, moeten nog uitgewerkt worden in AmvB’s en dat is zeer complex (en wellicht niet uitvoerbaar)

Bert Stavenuiter van Ypsilon betoogde tenslotte dat de familieleden van Ypsilon blij zijn met de nieuwe wetsvoorstellen, omdat de familie hier meer een stem in krijgt. Ambulant dwang zag hij als een alternatief voor gedwongen opname. Hij pleitte voor training aan familieleden om volgens het triade-model te werken (triade van client, familie en hulpverlener).

Ook na deze presentaties kwamen er een aantal vragen en opmerkingen van  de Eerste kamer-leden.  De “veelkleurige opvattingen” werden gewaardeerd, en ook de inbreng van persoonlijke ervaringen. De vragen gingen vooral over de rol van familie, het probleem van de wachtlijsten, de kwalificatie van (wilsbekwaam) “verzet”, de term “ernstig nadeel”, en eventuele cijfers over slachtofferschap.

Aan mij werd gevraagd: hoe dwang te voorkomen is, en welke regeling er nodig zou zijn. Ik legde uit dat het vooral gaat om respectvolle bejegening, en illustreerde dat ik zelf totaal niet geholpen was door dwang, maar dat ik pas minder suicidaal werd toen ik beter werd bejegend. Ik had helaas geen tijd om het Eindhovens Model met Eigen Kracht-conferenties te benoemen, maar ik heb inmiddels een link verstuurd naar een Engelstalig artikel over dit alternatief om dwang te voorkomen (zie Experience based development of the Eindhoven Model, an alternative to forced psychiatric interventions (full article PDF)

Ook werd mij gevraagd of ik een rol voor mezelf zag bij een komende evaluatie van deze nieuwe wetgeving, waarop ik antwoordde dat ik uitga van goed landsbestuur, en dat ik dus verwacht dat deze wetten die in strijd zijn met de mensenrechten, er niet zullen komen, en dus ook geen evaluatie. En bovendien: Ik geef nu ook al duidelijk input, en bij BOPZ evaluatie ook al, maar blijkbaar wordt mijn visie niet gehoord, dus waarom zou ik dan nog aan zo’n evaluatie meedoen….

 

Afronding
Daarna werd de bijeenkomst afgerond. Er werd toegezegd dat het verslag van deze bijeenkomst waarschijnlijk op donderdag 18 mei beschikbaar zou zijn via de website van de Eerste Kamer. (link volgt nog).

Over 4 weken, op 13 juni 2017, zal de Eerste Kamer haar vragen over de wetsvoorstellen voorleggen aan de Tweede Kamer. De Eerste Kamerleden zullen zich dus de komende weken gaan verdiepen in deze materie, en aan ons dus de taak om de beeldvorming te verbeteren.

De bijeenkomst was iets uitgelopen, en het was inmiddels ca 13.00. Na wat nagepraat te hebben met enkele deelnemers, begon ik aan mijn terugreis naar Eindhoven.

Mijn hoofd zat nog vol met de vele indrukken. Hoe kan het dat Jos Dute en Iederin met een dergelijk “ouderwets” standpunt kwamen? (En voor Iederin heb ik nog hoop op verdere ontwikkeling, maar voor die ander echt niet). En ik was dan wel een eenling met een andere visie in de bijeenkomst, maar ik geloof wel dat een aantal mensen het met me eens waren dat een cel geen zorg genoemd kan worden. Ik kreeg van verschillende mensen te horen dat mijn bijdrage indruk had gemaakt.  Maar ik kan niet inschatten waar het nu verder heen zal gaan.

Er was wel vanuit vele disciplines kritiek op de wetsvoorstellen, dus het lijkt mij dat er een reeele kans is dat de Eerste Kamer deze constructie van de wetsvoorstellen WVGGZ, WZD en WFZ niet gaat accepteren. En hopelijk voelen de landsbestuurders de behoefte om zich te verdiepen in dwangvrije zorg, en wetgeving die aansluit bij het VN-Verdrag voor de Rechten van Personen met Beperkingen.

Ik hoop het echt, vurig.

 

Verslag van protestactie tegen dwang in de zorg

Protest in Utrecht op 6 mei
Op zaterdagmiddag 6 mei 2017 hebben we in de binnenstad van Utrecht actie gevoerd tegen dwang in de psychiatrie. De kleurrijke stoet van bijna 100 mensen trok de aandacht met felgekleurde spandoeken en het roepen van protestleuzen zoals: “Verbied dwang in de zorg. Dwang geeft geen welzijn. Zorg is aandacht.” Ook werden er pamfletten uitgedeeld met uitleg waarom dwang niet bij zorg hoort, en uitleg over mensenrechten.

Tegen wetsvoorstel Verplichte GGZ
De actie in Utrecht was een protest tegen dwang in de zorg, en in het bijzonder ook tegen de wetsvoorstellen die dwang faciliteren. “De wetsvoorstellen verruimen de mogelijkheden voor dwang. Maar dwang helpt niet. Het maakt het juist erger. Dus verbied dwang, en regel goede zorg.” stelt de initiatiefneemster van de actie, ervaringsdeskundige Jolijn Santegoeds.

Herdenking
Tijdens de protest-actie werd ook stilgestaan bij het verzetsmonument bij de Dom voor een herdenking van de mensen die geleden hebben onder de psychiatrie, zowel toen als nu. Er werden bloemen gelegd, en Martijn Kole van Enik Recovery College hield een mooie toespraak “Vrijheid is ons grootste goed, en misschien dat in het verlengde van vrijheid onze stem gehoord wordt, en dat niemands stem verloren mag gaan”.

Boodschap aan Eerste Kamer
De kleurrijke stoet vervolgde haar ronde door de binnenstad van Utrecht, en eindigde weer bij de Mariaplaats, waar Eerste Kamerlid Marleen Barth (PvdA) ter plaatse was om de actieboodschap in ontvangst nemen. Initiatiefneemster Jolijn Santegoeds vatte de actieboodschap samen: “Wij weten uit ervaring dat dwang niet bijdraagt aan welzijn. En het VN-mensenrechtenverdrag voor de Rechten van Personen met Beperkingen maakt ook heel duidelijk dat een zorgbehoefte geen reden mag zijn voor vrijheidsbeperking, dus dat niemand zijn rechten hoeft te verliezen op het moment dat diegene zorg nodig heeft. Wij zien dat het wetsvoorstel Verplichte GGZ in strijd is met deze mensenrechten, en we vragen om dit wetsvoorstel te stoppen”

Marleen Barth zei: “Ik ken Jolijn al jaren, en vind het belangrijk dat dit geluid gehoord wordt. Ik ben speciaal gekomen om te luisteren. Een mening heb ik nog niet, maar ik ben de wetsvoorstellen aan het lezen. Er ligt een pak van een halve meter papier op mijn bureau. Er komt nu eerst een deskundigenbijeenkomst, waar Jolijn ook uitgenodigd is, en daarna zal de Eerste Kamer vragen stellen aan het kabinet”.

Geslaagde actie
Het was een geslaagde actie. We zijn opgekomen voor onze rechten, en hebben ons laten zien en horen.

De actie heeft geleid tot meer aandacht voor dit onderwerp.

TV-interview op 5 mei
Op 5 mei 2017, Bevrijdingsdag, was er op NPO2 bij Hallo Nederland (Omroep Max) al een item te zien over dwang in de GGZ, met een interview met ervaringsdeskundige Jolijn Santegoeds over de protest-actie in Utrecht. Ook  zorgspecialist Yolande Voskes bevestigt dat dwang uitgebannen kan worden door goede zorg te realiseren.

Zie: https://www.omroepmax.nl/hallonederland/uitzending/tv/hallo-nederland-vrijdag-5-mei-2017/ (het item begint na ca. 5 minuten)

Er is ook een video-impressie (vlog) van de demonstratie tegen dwang in de zorg van 6 mei gemaakt door Rogier Hop, zie https://www.youtube.com/watch?v=OWznUdWJj84

Foto’s van de actie zullen verzameld worden en oa gedeeld worden via www.ggzleed.nl

Foto’s (gemaakt door Grietje Keller):

meer foto’s (fotograaf: Wim Trinks):

Aankondiging: Actie tegen dwang – zaterdag 6 mei 2017 in Utrecht

GEEF VRIJHEID DOOR GOEDE ZORG!
Bevrijdingsmanifestatie tegen dwang in de GGZ
Zaterdag 6 mei 2017 –15.00-17.00u, Utrecht

Protestactie voor menswaardige GGZ  & herdenking van GGZ-leed

Op zaterdagmiddag 6 mei organiseren wij in Utrecht een actie tegen dwang in de GGZ. Dit is 1 dag na Bevrijdingsdag, en 10 dagen voor de deskundigenbijeenkomst in de Eerste Kamer over de wetsvoorstellen over dwang in de zorg (WVGGZ, WZD, WFZ).

De actie is een protest tegen dwang in de zorg, en in het bijzonder ook tegen de wetsvoorstellen die dwang faciliteren. Wij pleiten voor goede zorg en voor mensenrechten (CRPD). De huidige wetsvoorstellen maken dwang ruimer en zelfs grenzeloos. Wij willen dat de overheid een transitiebeleid naar dwangvrije zorg installeert.

Regel zorg in plaats van dwang
“Dwang is een akelig overblijfsel uit het verleden van de psychiatrie. Het is een schending van mensenrechten” stelt de initiatiefneemster van de actie, ervaringsdeskundige Jolijn Santegoeds van de actiegroep Tekeer tegen de isoleer! (Stichting Mind Rights). “De wetsvoorstellen verruimen de mogelijkheden voor dwang. Maar dwang helpt niet. Het maakt het juist erger. Dus verbied dwang, en regel goede zorg.”

Demonstratie
De demonstratie zal tussen 15.00 en 17.00u een ronde door de binnenstad van Utrecht maken. Er zal tevens worden stilgestaan ter herdenking van de slachtoffers van schadelijke psychiatrie, van toen en nu. Het begin en eindpunt is de Mariaplaats, nabij Utrecht Centraal Station. Iedereen kan deelnemen aan de actie.

Er is een actie-website opgezet: www.ggzleed.nl met nadere informatie en de mogelijkheid om ervaringen te delen.

Dwang is geen goede zorg.
Er is nog steeds te weinig tijd, aandacht en flexibiliteit in de GGZ. Daardoor krijgt niet iedereen goede zorg, maar worden er primitieve “noodmaatregelen” gebruikt, zoals dwang: overmeesteren, drogeren, opsluiten, vastbinden enz. Vrijheidsbeperking en de ontneming van fundamentele rechten heeft niets te maken met goede zorgverlening, maar is een akelig overblijfsel uit het verleden van de psychiatrie. Dwang is een schending van mensenrechten, o.a. erkend onder het VN-Verdrag voor de Rechten van Personen met Beperkingen.

Goede zorg kan dwang uitbannen.
Een zorgzame benadering van moeilijke situaties is mogelijk, en kan crisis en dwang voorkomen. Maar dit vraagt meer tijd, aandacht, en flexibele mogelijkheden. Er is een inspanning nodig om het zorgaanbod op het gewenste peil te brengen, om de tekorten aan goede zorg op te lossen, en dwang uit te bannen.

Nieuw wetsvoorstel biedt geen verandering!
De huidige 3 wetsvoorstellen over dwang in de zorg: Verplichte GGZ, Zorg en Dwang, en Forensische Zorg, verruimen de mogelijkheden voor dwang, en regelen geen zorg. Dit biedt geen oplossing. Wat nodig is, is goede zorg, en geen dwang.

Herdenking GGZ-leed
Schadelijke praktijken in de GGZ veroorzaken al eeuwenlang veel leed. De term “zorg” is door de eeuwen heen veelvuldig misbruikt als argument voor segregatie. Onder het nazi-programma Aktion T4 in WO2 zijn vele patienten vermoord, omdat zij als “last” en “bedreiging” voor de samenleving werden gezien (alsof zij geen deel uitmaken van de samenleving?).  In plaats van een warme schouder, ontwikkelde de GGZ een harde hand. Dit veroorzaakt veel leed.

In de huidige wetsvoorstellen over dwang (WVGGZ, WZD en WFZ) zien we nog steeds een tendens van segregatie en hardhandig “aanpakken” . Maar hardhandig ‘corrigeren’ van mensen totdat zij ‘goed genoeg ’ worden bevonden om aan de samenleving deel te ‘mogen’ nemen,  is geen rechtschapen doel van de geestelijke gezondheidszorg. Dit is tucht, en geen zorg.
Dwang kan volgens de wetsvoorstellen ingezet worden op voorwaarde dat andere zorg niet beschikbaar is. Dit is een schandalige constructie als men kijkt naar huidige tekortkomingen in het GGZ-aanbod.

Door het GGZ-leed van toen en nu te herdenken, benadrukken we de waarde van elk individu. Elk leven is waardevol, en elke persoon is het waard om moeite en inspanningen te leveren voor inclusie en gelijke rechten.

Onze gedachten gaat uit naar de vele slachtoffers van dwangtoepassing en misstanden in de GGZ. Wij betreuren het vele leed dat de GGZ veroorzaakt, en wij beseffen dat veel leed, inclusief dwang, te voorkomen is door goede, tijdige, passende zorg. Hiervoor is een cultuurverandering nodig.  GGZ-leed kan niet langer als “normaal” beschouwd worden. GGZ-leed is onnodig. Goede zorg is mogelijk, mits de overheid hier prioriteit aan geeft.

Wij benadrukken dat elke persoon de moeite waard is, en recht heeft op de best mogelijke zorg, en dat verder leed voorkomen moet worden. Wij wijzen de overheid op het primaire beginsel: Doe geen schade. Wij roepen de wetgevers op: Verbied dwang, regel goede zorg!

Kom in actie
Het is de hoogste tijd om nu voorgoed af te rekenen met dwang in de zorg. Dit is de taak van onze generatie onder het VN-Verdrag voor de Rechten van Personen met Beperkingen.

Dwangtoepassing is achterhaalde dwaling van de GGZ. Innovatie is nodig. Elke persoon is waardevol, en elke persoon heeft recht op goede zorg. Dwang dient verboden te worden. Zorg moet gaan over welzijn. Laten we samen zorg dragen voor een dwangvrije toekomst, en de mensenrechten uit het VN-Verdrag voor de Rechten van Personen met Beperkingen ook in de Nederlandse GGZ realiseren.

Juist nu het wetsvoorstel in de Eerste Kamer ligt, is het belangrijk om een krachtig signaal af te geven.

Doe ook mee, en kom op zaterdag 6 mei naar Utrecht. Laat je stem horen tegen dwang in de zorg!
Ervaring delen
Het toepassen van dwang in de GGZ, zoals fysieke overmeestering, gedwongen medicatie, gedwongen opname, separatie, fixatie etc. is pijnlijk en traumatisch voor zowel cliënten, naasten, als ook voor vele hulpverleners en omstanders. Wij roepen iedereen op om GGZ-ervaringen en klachten te delen, zodat hiervan geleerd kan worden, en anderen dit leed bespaard kan blijven.  Zowel pijnlijke als goede ervaringen zijn leerzaam om GGZ-leed te voorkomen.

Kijk op de actie-website: www.ggzleed.nl voor nadere informatie of om ervaringen te delen.

*

De actie is een initiatief van Actiegroep Tekeer tegen de isoleer! / Stichting Mind Rights (www.mindrights.nl) , en wordt mede ondersteund door Enik Recovery College en Mad Pride (www.madpride.nl)

Kijk regelmatig op www.ggzleed.nl voor de laatste info over deze actie tegen dwang in de GGZ

En kom op zaterdagmiddag 6 mei naar Utrecht, en laat je stem horen!

Klik op de afbeeldingen hieronder om de flyer voor de actie op 6 mei in Utrecht te bekijken:

Advies aan Eerste Kamer inzake Verplichte GGZ: Regel zorg, geen dwang!

Aanstaande dinsdag 28 maart 2017 om 9.45 heeft de Eerste Kamer Commissie VWS samen met EK-Commissie Veiligheid en Justitie,  een technische briefing over de wetsvoorstellen over gedwongen zorg (Verplichte GGZ, Zorg en Dwang, en Forensische Zorg), zie ook: https://www.eerstekamer.nl/commissievergadering/20170328_14

De commissievergaderingen in de Eerste Kamer zijn besloten, en dus niet openbaar toegankelijk, en niet live te volgen via internet. Het is vervelend dat we niet letterlijk kunnen volgen wat er gebeurt. We kunnen enkel de agenda en de verslagen raadplegen.

Enkele weken terug, op dinsdag 7 maart 2017 was er een procedure vergadering over de wetsvoorstellen gedwongen zorg , waarbij de Eerste Kamer-commissies VWS en VenJ hebben besloten hoe de behandeling van de wetsvoorstellen door de Eerste Kamer eruit gaat zien. De wetsvoorstellen worden gezamenlijk in procedure genomen. Er komt een technische briefing op 28 maart, en er zal een deskundigenbijeenkomst worden belegd.  (Zie ook het Verslag van de Eerste Kamer over wetsvoorstellen Verplichte GGZ, Zorg en Dwang, en Forensische Zorg van 7 maart 2017, https://www.eerstekamer.nl/korteaantekening/20170307_12?dossier=vjdlhqydiwlw )

Wij hopen dat de Eerste Kamer-leden zich oprecht zullen verdiepen in dit probleem van dwang in de zorg, en dat zij niet zullen zwichten voor de druk die diverse partijen uitoefenen, om “lange discussies uit de weg te gaan, teneinde een jarenlange procedure zoals de wet BOPZ niet te herhalen” – of “om spoedig akkoord te gaan, zodat de wetgeving op een bepaalde streefdatum in kan gaan”. Dit zijn oneigenlijke argumenten die de kwalitatieve overwegingen niet behoren te beinvloeden.

Hieronder volgen in hoofdlijnen de bezwaren van Stichting Mind Rights op wetsvoorstel Verplichte GGZ.

Wetsvoorstel Verplichte GGZ gaat niet over zorg.

Wetsvoorstel Verplichte Zorg berust op verouderde uitgangspunten, waarbij dwang wordt beschouwd als een “acceptabel middel” om problematisch gedrag te hanteren. Deze visie is achterhaald, en vormt geen toekomstbestendige basis voor wetgeving.

Dwang hoort niet bij zorg
De inzichten met betrekking tot zorgkwaliteit zijn in de loop der jaren veranderd; de doelmatigheid, subsidiariteit en proportionaliteit van dwang als zorginterventie zijn achterhaald. Dwang is geen goede zorg, het kan anders. Echte zorg is aandacht voor herstel, de-escalatie en maatwerk. Dwang leidt tot meer strijd, angst, paniek, trauma’s en dus meer problemen. Dwang in de zorg is dus geen oplossing, maar een probleem. Dit voortschrijdend inzicht wordt ook door professionals in de zorg omarmd. Sinds 2006 heeft de overheid structureel geïnvesteerd in landelijke projecten voor het terugdringen van dwang in de ggz. Alle veldpartijen willen van dwang af.

Goede zorg is mogelijk
Initiatieven als het Centrum voor Consultatie en Expertise (www.cce.nl) en High/Intensive Care in de psychiatrie (www.hic-psy.nl) tonen aan dat bij moeilijk hanteerbaar gedrag een zachte, persoonsgerichte benadering veel beter werkt dan de harde hand. Elke reactie heeft een oorzaak, en het is nu juist de kunst om daar op een goede manier mee om te gaan. Echte zorg kijkt naar de mens achter het gedrag. Professionele hulpverlening is totaal wat anders dan primitieve symptoombestrijding. Er is een groeiend collectief besef in de zorg dat geweld en machtsvertoon geen oplossing bieden voor problematisch gedrag. Dwang is geen zorg, en dit nieuwe besef vormt de basis voor de toekomstige GGZ.

Dwang in strijd met mensenrechten
Ook verschillende VN-organen verduidelijken dat dwang in de zorg in strijd is met de mensenrechten, en roepen op tot volledige afschaffing van gedwongen zorg [1],[2],[3],[4],[5],[6],[7],[8].

  • Wetsvoorstel Verplichte GGZ gaat niet over het verlenen van kwalitatief goede zorg, en het uitbannen van dwang. Integendeel, WVGGZ faciliteert dwang in de zorg, en is dus in strijd met moderne zorginzichten en actuele mensenrechtenstandaarden.

 

Regel zorg, in plaats van dwang!

Er is een verandering nodig. Dwang helpt niet. En wetsvoorstel Verplichte GGZ voldoet niet aan de eisen van deze tijd. Wat dan wel?

“Out of the box”
Veel personen komen niet verder dan een zeer beperkte ‘zwart-wit’-benadering ten aanzien van psychosociale crisissituaties, met enkel twee mogelijkheden: ofwel gedwongen behandeling (mishandeling), ofwel niets doen (verwaarlozing). Dit is simpelweg geen volledig beeld. Tussen deze twee extremiteiten ligt nog een grotendeels onontdekte wereld van mogelijkheden voor echte ondersteuning en echte geestelijke gezondheidszorg, met aspecten als: vertrouwensbasis, de-escalatie, preventie, presentie, en persoonlijk contact.  In de praktijk vergt een dwangvrije benadering echter meer tijd, aandacht, vaardigheden en flexibiliteit van hulpverleners.

Zorgtekort is oorzaak van dwang
Echter, in de huidige, reguliere GGZ voorzieningen zijn tijd, persoonlijke aandacht en flexibiliteit helaas nog altijd schaars, met name in complexe en/of acute situaties, waardoor hulpverleners vervolgens uit onmacht hun toevlucht zoeken in onwenselijke “noodmaatregelen” zoals dwang.  Dit is geen zorg, maar beheersing. Om de toevlucht naar dergelijke “noodmaatregelen” te voorkomen, dient het zorgtekort opgelost te worden, oftewel: het implementatie-gat voor dwangvrije zorg dient gedicht te worden. Dwang in de zorg mag niet blijven voortbestaan.  Goede zorg is mogelijk en dient met grote urgentie gerealiseerd te worden, teneinde dwang uit te bannen.

“Laatste redmiddel” is onrechtvaardig
Dwang wordt onder Wetsvoorstel Verplichte GGZ als “laatste redmiddel” beschouwd, en daardoor wordt het argument: “het kan nu niet anders”  gezien als een rechtvaardiging voor dwangtoepassing. Feitelijk is het resultaat van deze constructie dus, dat onder WVGGZ dwang “legaal” is mits er een zorgtekort is, en alternatieven niet beschikbaar zijn. En dit terwijl talloze dwangvrije alternatieven op zich wel bestaan, maar niet ter plekke gerealiseerd zijn, en daardoor dus niet beschikbaar. Bij een gebrek aan goede zorg, kan dwang worden ingezet. De client wordt hierbij genadeloos hard de dupe van wanbestuur in de zorg.

Het is veelvuldig aangetoond dat dwang onnodig is, mits er voldoende geinvesteerd wordt in alternatieven.

  • In plaats van het faciliteren van dwang via wetsvoorstel Verplichte GGZ, is er wetgeving nodig die alternatieven realiseert en actief transitiebeleid voert, van dwang naar zorg.


WVGGZ lost geen zorgtekorten op
Het wetsvoorstel Verplichte GGZ regelt een procedure, maar regelt geen zorgvoorzieningen. In de praktijk blijft het zorgaanbod dus hetzelfde, ook in crisissituaties. Aangezien men onder de wet BOPZ vast ook wel de intentie had om dwangtoepassing tot een minimum te beperken, is het de vraag hoeveel verschil de veranderde procedure onder WVGGZ in de praktijk zal maken, wanneer er niets veranderd aan het zorgaanbod en de tekorten blijven bestaan (of mogelijk zelfs verergeren). Of de beoogde dwangreductie onder WVGGZ gerealiseerd zal worden is dus zeer de vraag.

Reikwijdte van dwang
De criteria voor en doelen van verplichte zorg (in hoofdstuk 3 WVGGZ) zijn verruimd. Ook het scala aan dwangtoepassing en de doelgroep zijn verruimd. Een verruiming van dwangmogelijkheden leidt vermoedelijk niet tot een afname van dwang (Er is eerder een toename te verwachten).

Zorg gaat om welzijn. Het doel van de zorg is niet: Kwetsbare mensen ruw behandelen, maar het doel is: goede zorg verlenen in crisissituaties. De werkelijke hoofdvraag voor wetgeving mbt zorg in crisissituaties zou moeten zijn:  “Hoe te voorzien in een goed zorgaanbod in crisissituaties dat dwang overbodig maakt?” 

Maar helaas gaat Wetvoorstel Verplichte GGZ enkel over het toestaan van een breed scala aan dwangmaatregelen. (artikel 3.2.2) De opsomming van mogelijkheden voor gedwongen zorg, onder artikel 3.2.2, heeft niets met kwalitatieve GGZ te maken. Het lijkt meer op een politie-protocol…

Geen rechtsbescherming

Dwang is geen bescherming, maar mishandeling.
Het argument dat specifieke wetgeving over dwang in de zorg een betere rechtspositie geeft aan kwetsbare mensen met een diagnose of beperking is onjuist. Wetsvoorstellen die dwang in de zorg mogelijk maken, het ontnemen van rechten faciliteren en het ‘toestaan’ om kwetsbare mensen op een ruwe wijze te behandelen vanwege een tekort aan goede zorg, druisen in tegen de huidige kennis, tegen sociale opvattingen en tegen actuele burgerrechten. Dat is het tegenovergestelde van bescherming en zorg.

Stereotypering
De procedure onder WVGGZ berust niet op “waarheidsvinding”. De afweging over wel/geen vrijheidsbeperking wordt gemaakt op basis van “het bestaan van een psychiatrische diagnose” en “toekomstig risico”, en een “causaal verband tussen de stoornis en het gevaar”.  Al deze zaken zijn niet bewijsbaar, maar berusten op interpretatie van o.a. behandelaars. Verdediging tegen dergelijke etikettering is dan ook nauwelijks mogelijk, want er is geen bewijslast, maar het is woord tegen woord. Stigma speelt hierbij een grote rol. Beroepshalve kopieert de rechter doorgaans het oordeel van de psychiater. De rechterlijke macht draagt immers geen witte jas. En de client komt wellicht wat paniekerig over…. De rechtelijke beslissing tot wel/geen vrijheidsbeperking berust uiteindelijk hoofdzakelijk op stereotypering.

De terminologie onder wetsvoorstel Verplichte GGZ is gewijzigd van “het voorkomen van ernstig gevaar” (BOPZ) naar “het voorkomen van ernstig nadeel voor de client”,  hetgeen een verkapte herintroductie van het paternalistische “bestwil-criterium” uit de Krankzinnigenwet uit 1970 is. Ook voor “toekomstig nadeel” is geen bewijsvoering mogelijk, en wordt er (onterecht) uitgegaan van een soort lineair oorzakelijk verband tussen een “stoornis” en “nadelig effect”, waarbij men preventieve opsluiting legitiem acht, terwijl dit in strijd is met alle rechtsbeginselen.

Ontnemen van handelingsbevoegdheid
Ook de herhaalde passage in wetsvoorstel Verplichte GGZ mbt het ontnemen van handelingsbevoegdheid “indien de zorgverantwoordelijke betrokkene niet in staat acht tot een redelijke waardering van zijn belangen ter zake…” getuigt van subjectiviteit bij de besluitvorming, waarbij opgemerkt dient te worden dat het ontnemen van handelingsbevoegdheid een fundamentele schending is van de mensenrechten. Elk mens heeft het recht om zelf te beschikken over zijn/haar levensweg. En: nee is nee, dat geldt voor iedereen. Het is niet aan een zorgverlener om te oordelen over anderen. Zorg moet gaan over herstel, niet over afkeuring en uitsluiting. Zorg dient nou juist inclusie te ondersteunen.

Verdediging
Door stigma en stereotypering wordt de mening van een client vaak niet serieus genomen, en ten onrechte beschouwd als een “symptoom van een stoornis” (diagnostic overshadowing). Het weigeren van een GGZ-behandeling wordt vaak als “gebrek aan ziekte-inzicht” bestempeld ( “niet in staat tot een redelijke waardering van zijn belangen ter zake”), terwijl mensen vele redenen kunnen hebben om de huidige GGZ (of andere zorg) te mijden, en eigenlijk recht hebben op vrije keuze.

Aangezien dwang als “laatste redmiddel” wordt beschouwd, wordt het argument: “het kan niet anders”  gezien als een rechtvaardiging voor dwangtoepassing. Dwang is “legaal” mits er een zorgtekort is. Dit is op zichzelf uiteraard al niet rechtvaardig.

Vervolgens is het juridisch gezien aan de client om het tegendeel te bewijzen. Dus de client dient – ook tijdens een crisissituatie- een soort zorg-expert te zijn om zich te kunnen verdedigen en te bewijzen dat er WEL alternatieven zijn. Of de client moet kunnen “bewijzen” dat er geen sprake is van gevaar, of geen stoornis, of geen causaal verband. (echter, de daadwerkelijke bewijslast bestaat niet, omdat het over subjectieve diagnoses en hypothetisch gevaar gaat). Het blijft dus woord tegen woord, en de kans dat de client het meningsverschil wint is enorm klein, aangezien de uitsluiting mede vanwege de geschiedenis enorm diep geworteld is in de huidige GGZ en politiek.

Klachtenprocedures
Klachten indienen is doorgaans ook niet mogelijk, omdat de wetgeving dwangtoepassing toestaat, en dit niet als “overtreding” beschouwd.  Ervaringen van cliënten en naasten wijzen uit, dat klachtenprocedures van instellingen vrij structureel niet tot een gewenst resultaat leiden.

In de praktijk zijn clienten doorgaans rechteloos: Er is geen bescherming van de persoon, geen toegang tot rechtsspraak, beschadigende praktijken zijn “toegestaan”, “voldoen aan de norm” en worden op grote schaal gefaciliteerd door de huidige wetgeving. Succesvol klagen over een behandeling is vrijwel onmogelijk.

  • De constructie van wetsvoorstel Verplichte GGZ werkt onrecht in de hand, en is niet vernieuwend genoeg om rechtsbescherming te bieden aan cliënten.

 

*

Conclusie

Problemen in de zorg dienen aangepakt en oplost te worden, ipv gefaciliteerd door wetgeving zoals wetsvoorstel Verplichte GGZ. Het implementatie-gat voor dwangvrije zorg dient gedicht te worden. Dwang in de zorg mag niet blijven voortbestaan.  Goede zorg is mogelijk en dient met grote urgentie gerealiseerd te worden, teneinde dwang uit te bannen. Wat nodig is, is zorg, geen dwang.

Wetsvoorstel Verplichte GGZ biedt geen daadwerkelijke rechtsbescherming aan cliënten, en draagt niet bij aan het uitbannen van dwang, of de beoogde transitie van dwang naar zorg. Wetsvoorstel Verplichte GGZ is gebaseerd op verkeerde, achterhaalde denkkaders, en dient vervangen te worden door een wetsvoorstel dat goede zorg in crisissituaties regelt. Nederland heeft de potentie om een toonaangevend land te zijn als het gaat om een zorgzame omgang met moeilijke crisissituaties. Wat nodig is, is een strategisch transitiebeleid om  de toevlucht naar “noodmaatregelen” te voorkomen, en het zorgtekort op te lossen.

Wetgevers: Regel zorg in plaats van dwang!

 

N.B. De punten uit het bovenstaande pleidooi zijn ook relevant voor de samenhangende wetsvoorstellen: wetsvoorstel Zorg en Dwang, en wetsvoorstel Forensische Zorg.

De tekst van wetsvoorstel Verplichte GGZ is te vinden op: https://www.eerstekamer.nl/behandeling/20170214/gewijzigd_voorstel_van_wet_4/document3/f=/vkciem6a4lzx.pdf

 

Aanvullende bronnen en referenties:

[1] UN Convention on the Rights of Persons with Disabilities (CRPD)

[2] CRPD General Comment no. 1 on CRPD article 12 Equal Recognition before the law

[3] CRPD Guidelines on CRPD article 14 Liberty and Security of Person

[4] Oproep van 2 Speciale VN-rapporteurs “Dignity must prevail – an appeal to do away with non-consensual psychiatric treatments” World Mental Health Day, 10 October 2015

[5] A/HRC/22/53 Special Rapporteur on Torture, Juan E Mendez, Torture in health care settings (2013)

[6] Communicatie aan de Nederlandse Staat door de Speciale VN-Rapporteur inzake Marteling en andere Wrede, Inhumane of Onterende Behandeling of Bestraffing en de Speciale VN-Rapporteur inzake het Recht van Iedereen op het Genot van de Hoogst Haalbare Standaard van Fysieke en Geestelijke Gezondheid, okt 2013: AL Health (2002-7) G/SO 214 (53-24) NLD 2/2013, https://spdb.ohchr.org/hrdb/24th/public_-_AL_Netherlands_08.10.13_(2.2013).pdf

[7] CAT/C/NLD/CO/5-6, CAT Concluding Observations on the Netherlands

[8] A/HRC/34/32 UN OHCHR 2017 thematic report on Mental Health and Human Rights

VWS Rondetafel-gesprek over wetsvoorstel Verplichte GGZ

Op maandag 31 oktober 2016 ging ik naar de Tweede Kamer in Den Haag voor een Rondetafel-gesprek met de vaste Kamercommissie VWS over Wetsvoorstel Verplichte GGZ. Zie ook https://www.tweedekamer.nl/vergaderingen/commissievergaderingen/details?id=2016A03872

Ik was uitgenodigd als spreker namens Actiegroep Tekeer tegen de isoleer! / Stichting Mind Rights.

Het Rondetafel-gesprek bij VWS was een soort hoorzitting, waarbij verschillende groepen hun visie op het Wetsvoorstel Verplichte GGZ gaven. De Kamerleden van de Commissie VWS konden vervolgens nadere vragen stellen. Het Rondetafel-gesprek dient ter voorbereiding van de verdere behandeling van Wetsvoorstel Verplichte GGZ in de Tweede Kamer.

Vooraf was aan alle sprekers gevraagd om een Position Paper te sturen.
Lees hier het position paper van Stichting  Mind Rights tegen Wetsvoorstel Verplichte GGZ: wvggz_positionmindrights_oktober2016
En zie hier Bijlage 1:
wvggz-positionmindrights_bijlage1_crpd_guidelinesarticle14

En Bijlage 2:
wvggz_positionmindrights_bijlage-2_waarom-gedwongen-ggz-behandeling-verboden-moet-worden

Zie de lijst met alle position papers hier: https://www.tweedekamer.nl/vergaderingen/commissievergaderingen/details?id=2016A03872

Het Rondetafel-gesprek begon om 10 uur in de Groen van Prinstererzaal. Er waren 4 blokken met sprekers. In totaal waren er 24 sprekers.  Zoals ik in mijn vorige bericht al aangaf, maakte ik me wel zorgen om de verwachtte toonzetting van het debat. Maar ik was goed voorbereid, en ik hoopte echt dat het me zou lukken om als voorlaatste spreker een sterk punt te maken. Dus ik kwam strijdvaardig binnen, en nam plaats op de publieke tribune.

Om 10 uur begon het eerste blok over: Wetenschap, adviescolleges, rechtsbescherming en juridische aspecten. In elk blok kregen de sprekers elk 2 minuten om hun standpunt te presenteren, en daarna konden de Kamerleden vragen stellen.

Mw. Ploem (AMC/UvA) sprak over de Thematische Wetsevaluatie Gedwongen Zorg van ZonMw, en over verdere procedurele harmonisatie van de wetgeving om de bestaande praktijken mee te faciliteren. Dit was niet vernieuwend, maar “meer van hetzelfde”.
(zie voor mijn visie op deze Thematische Wetsevaluatie mijn eerdere bericht: https://tekeertegendeisoleer.wordpress.com/2015/03/17/schokkend-gebrek-aan-kennis-bij-thematische-wetsevaluatie-gedwongen-zorg/ )

Dhr. Ruys, (Raad voor de Rechtspraak) sprak eveneens over de procedurele harmonisatie, vooral mbt strafrechtelijke sector (TBS) en de civielrechtelijke sector (GGZ), en het faciliteren van de geplande “gemakkelijke uitwisseling daartussen”.

Mw. B. Frederiks (VUmc)  sprak over Wetsvoorstel Zorg en Dwang mbt mensen met verstandelijke beperking en ouderen. Ze pleitte dat wetsvoorstel Zorg en Dwang minder rechtsbescherming biedt dan wetsvoorstel Verplichte GGZ, en dat dit verschil niet legitiem was, en “in strijd met het VN-Verdrag” (dat klonk bijna als een “recht op gelijke mishandeling” ). Ik was het dus maar ten dele met haar eens. In mijn visie zijn beide wetsvoorstellen onrechtvaardig.

Dhr. J. Dute (Radboud Universiteit Nijmegen) sprak zijn zorgen uit over de harmonisatie, afstemming en verschillen tussen verschillende sectoren en de Wetsvoorstellen Verplichte GGZ, Zorg en Dwang, en Forensische Zorg.
(Het viel mij enorm tegen dat hij niets zei over het VN-Verdrag voor de Rechten van Personen met Beperkingen, aangezien hij ook bij het College voor de Rechten van de Mens werkt. Hoe kan hij in deze context dit VN-Verdrag negeren en buiten beschouwing laten? Ik vond dit erg deprimerend, en eerlijk gezegd zelfs onbehoorlijk voor een lid van het College voor de Rechten van de Mens.)

Dhr. T-P. Widdershoven (Stichting PVP) sprak vervolgens over de formele rechtpositie van clienten, en benadrukte het gebrek aan kaders voor huisregels, en de grote impact hiervan op de rechten van clienten. Dat was op zich een goed punt. Daarnaast stelde hij o.a. dat “dwang bij ‘wilsbekwaam verzet’ in strijd is met het VN-verdrag”. Helaas: hiermee gaf hij blijk van de valkuil om onrechtmatigheden binnen bestaande normenkaders nu opeens te betitelen als “schending van het VN-verdrag”. In plaats van een nieuw normenkader te hanteren: Alle dwang is in strijd met het VN-verdrag.

Dhr. van Marle (Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming) vergeleek de aansluiting tussen de 3 wetsvoorstellen (Forensische zorg, GGZ en VG/PG) met een lappendeken, en sprak over verschillen in behandelkaders en rechtspositie tussen strafrechtelijke sector (Forensische Zorg) en civielrechtelijke sector (GGZ).

Na deze 6 sprekers begon ik me al een beetje ellendig te voelen, omdat men te positief was over de wetsvoorstellen, alsof dwangtoepassing een goede zorg-oplossing is. En alsof voortzetting van dwang een goede zaak is, en alsof er alleen verbetering binnen de bestaande modellen mogelijk is. En ook werd de inhoud van het VN-Verdrag niet correct neergezet door de sprekers, terwijl zij in principe te boek staan als wetenschappelijke en juridische experts ter zake. Hoe kan het dat een VN-verdrag, 10 jaar na haar verschijning, in Nederland nog steeds zo onbekend en onbemind is bij de professionals? Ik begrijp gewoon niet hoe dit kan in Nederland.

Gelukkig kwamen er tijdens de discussietijd vragen van Kamerleden (R. Leijten/SP en L. Voortman/GroenLinks) over de toepasselijkheid van het VN-verdrag voor de Rechten van Personen met Beperkingen voor deze wetgeving. En als allerlaatste spreker van dit blok gaf Jos Dute aan dat het General Comment over artikel 12 van het VN-Verdrag aangeeft dat geen enkele vorm van gedwongen zorg aanvaardbaar is onder het VN-Verdrag, en hij voegde daaraan toe dat hij daar zelf als persoon desondanks anders over dacht.

Ik was oprecht blij dat Jos Dute hardop erkende dat dwang niet is toegestaan onder het VN-verdrag, en ook zijn eerlijkheid over zijn persoonlijke standpunt op dit vlak vond ik toch wel netjes. Ik heb hem in de wandelgangen bedankt voor deze opmerking over het General Comment over CRPD artikel 12.

Rond 11 uur begon Blok 2: Overheid en rechterlijke macht.
In dit blok werd door de aanwezige vertegenwoordigers vanuit gemeenten en het justitiele apparaat veel tijd besteed aan het “aanpakken van verwarde personen” en de beheersing van openbare orde. Het ging nauwelijks over zorg.

Dhr. de Jonge (Vereniging Nederlandse Gemeenten/G4) pleitte voor een snelle invoering van wetsvoorstel Verplichte GGZ, wat hij een barmhartige wet vond om “mensen die een gevaar voor zichzelf of anderen zijn beter te beschermen, inclusief door ambulante dwang”.

Mw. Spies (Aanjaagteam verwarde personen) was ook onverdeeld positief over het wetsvoorstel Verplichte GGZ, wat “een instrument was voor een sluitende aanpak van verwarde personen”.

Dhr. Hofstee (Openbaar Ministerie) plaatste kanttekeningen bij de rolverdeling en procedures, met name op het gebied van gegevensuitwisseling tussen GGZ, politie, OM en eventueel andere actoren.

Dhr. Aalbersberg (Nationale Politie) hoopte dat Wetsvoorstel Verplichte GGZ resulteert in de broodnodige 24/7 beschikbaarheid van zorg, want “het is de vraag of het humaan is om een patient in handboeien af te voeren”. Hij zei letterlijk dat dwang averechts werkt en stress oplevert voor de client. (Ik vond dat een goed punt, maar dat WVGGZ de oplossing zou zijn is een slechte conclusie).

Dhr. Crone (burgemeester Leeuwarden /G32) bracht de welbekende casus van de vermoorde ex-politica nog maar eens over het voetlicht, en stelde dat “enkel ingrijpen bij gevaar” naar zijn mening te weinig was, en dat er behoefte was aan meer mogelijkheden “om in te grijpen wanneer de familie zich zorgen maakt”. (ook deze spreker leek dwang als goede zorg te beschouwen, en pleitte voor meer “preventieve opsluiting  ter voorkoming van criminaliteit en overlast op straat” – Dit is een enorm achterhaalde opvatting, en expliciet in strijd met de mensenrechten).

Dhr. Griffioen (Nationale Politie) vertelde dat de politie een “verward persoon” niet naar een politiecel wil brengen, maar vaak is er bij de GGZ geen plek en ‘zitten alle separeers vol’, en dan wordt iemand ter overbrugging toch een tijd in een politiecel opgesloten. Dat is niet goed voor de client. Er is gespecialiseerde zorg nodig.
Ik vond dit best een goed verhaal, behalve dan dat de naam en soort van de cel (separeer versus politiecel) ook weer niet veel uitmaakt, het gaat om zorg, maar dat was ook de conclusie van deze spreker, komend vanuit de praktijk. Ik kon me hier op zich wel in vinden. (eindelijk weer iemand met een zinnige bijdrage aan dit debat).

Mw. van Buren (woningcorporatie Aedes) sprak over de verantwoordelijkheden van woningbouwcorporaties mbt leefbaarheid in wijken, en verwachtte dat “dwang achter de voordeur” (ambulante dwang) een groot deel van de sociale problemen in wijken kan oplossen. (ook weer pijnlijk ouderwets)

Daarna was het tijd voor de vragen van de Kamerleden van de Commissie VWS. Zij vroegen vooral om verduidelijking, zoals: Hoe wordt de persoon centraal gezet, en hoe wordt de rol van familie versterkt. Helaas waren er geen hoogtepunten, alleen maar dieptepunten in dit deel van het debat. De antwoorden van de sprekers namens het Aanjaagteam, de gemeenten en de woningbouwcorporatie werden weliswaar gepresenteerd in mooie zorgtermen, maar het ging niet over zorg. Het bleef maar gaan over dwang als oplossing voor tal van maatschappelijke problemen, en hoofdzakelijk als een wondermiddel voor overlastbestrijding, en de hoge verwachtingen die zij van wetsvoorstel Verplichte GGZ hebben.

Daarna begon de lunchpauze. Het was geen goede ochtendsessie geweest. Ouderwetse visies hadden de overhand bij de sprekers. Maar omdat bij het eerste blok toch wel enorm duidelijk was geworden dat het VN-Verdrag daadwerkelijk vraagt om de afschaffing van dwang in de zorg, kon ik toch hoopvol en optimistisch blijven. De meningen van de Kamerleden zijn immers nog in vorming, vandaar dit Rondetafelgesprek. De race is nog niet uitgelopen.

Na de lunchpauze, om 13.15, begon Blok 3: zorgpartijen.
(De meeste juristen en gemeentelijke vertegenwoordigers waren alweer vertrokken tijdens de middagpauze, en leken blijkbaar geen interesse te hebben om de opvattingen uit het veld zelf te horen in blok 3 en 4, zorgpartijen en clienten/familie…  Dit is eigenlijk ronduit schandalig, zeker gezien de invloed die deze juridische/gemeentelijke groep heeft op dit traject. Gelukkig was de IGZ inspectie wel de hele dag vertegenwoordigd op de publieke tribune, hetgeen getuigt van oprechte interesse)

Dhr. Klompenhouwer (GGZ Nederland) was positief over wetsvoorstel Verplichte GGZ, maar zag nog wat juridische bezwaren rond de verschillen in burgerrechten tussen de diverse groepen.

Dhr. Backx (GGD/GHOR ) sprak over het belang van de OGGZ (Openbare GGZ, ambulante GGZ) voor preventie en als vangnet, en pleitte voor sterkere positionering van OGGZ voor een betere kwaliteit van zorg.

Dhr. E. Prinsen, (psychiater bij Dimence) benadrukte dat het primaire doel in de GGZ is om zorg te verlenen, en dwang te voorkomen, en dat beveiliging een te grote plaats heeft gekregen in wetsvoorstel Verplichte GGZ. Het gaat niet over “verwarde personen”, en is geen politietaak. GGZ is een specialisme, maar dat wordt nu opeens niet meer erkend door de wetgevers. Opsluiten vanwege “vreemd gedrag” zoals de observatiemaatregel beschrijft, is absoluut onwenselijk, zeker in het licht van dwangpreventie. Hij had veel fundamentele kritiek op wetsvoorstel Verplichte GGZ.
Ik was echt superblij met deze wijze woorden van nota bene een psychiater in dit debat. Erg hoopgevend.

Mw. H. Tamsma (NVvP) was eveneens bezorgd dat de WVGGZ van behandelwet, nu een beveiligwet is geworden, met veel nieuwe expliciete verwijzingen naar veiligheid, terwijl het aspect veiligheid reeds opgenomen was in het bestaande criterium van “doelmatigheid” onder BOPZ en WVGGZ. Doelmatigheid houdt in dat de behandeling ertoe moet leiden dat het gevaar verdwijnt.

Dhr. Vader (Leger des Heils) sprak over de toename van verwarde mensen op straat, en benadrukte dat wetsvoorstel Verplichte GGZ weinig concrete handvatten biedt om teloorgang tegen te gaan. Hij pleitte voor meer “drang” , wat hij uitlegde als bijvoorbeeld “verplichte begeleiding voor mensen die minder zelfsturing hebben”, vergelijkbaar met de reclassering. (Ik vond dit eerlijk gezegd maar een eng idee. Dwang is geen zorg.)

Dhr. Bluiminck (Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland) benadrukte dat vanwege de inherente verschillen tussen de doelgroepen van GGZ en VG/PG, de verschillen tussen de wetsvoorstellen Zorg en Dwang en Verplichte GGZ volgens hem te rechtvaardigen zijn.

Daarna was het weer tijd voor de vragen van de Kamerleden van de Commissie VWS. De vragen gingen over de rolverdeling en plichten bij het verlenen van gedwongen zorg, en over informatie-uitwisseling en overlegstructuren, over toezicht en richtlijnen voor ambulante dwang, over kostendekking (vooral bij preventie als er geen diagnose is), en over de sociale dimensie van GGZ-problematiek en gedrag.
Vooral Dhr. E. Prinsen was wederom een sterke pleitbezorger van het sociale model, en benadrukte dat het merendeel van de WVGGZ-doelgroep geen overlastgevers zijn, en dat het onzin is om de buurt verplicht te informeren over diagnoses, hetgeen bovendien ook in strijd kan zijn met goed hulpverlenerschap waarbij maatwerk centraal staat.
Verder werd duidelijk dat er geen richtlijnen zijn voor ambulante dwang, en het toezicht is ook nog niet uitgewerkt (toezicht achter de voordeur is een zeer complex vraagstuk op zichzelf). Ook is het door de theoretische opdeling van sectoren niet altijd duidelijk welke wet er nu van toepassing is op een bepaalde persoon, bijvoorbeeld iemand met een combinatie van verstandelijke beperking en GGZ-problemen. Dit is niet praktisch, en zou simpeler moeten stelden de sprekers.

Het was een interessante discussie, waarbij er aanzienlijke kritiek was op wetsvoorstel Verplichte GGZ, en er vooral werd gepleit dat beveiliging iets anders is dan zorg. Daar kon ik me helemaal in vinden.  Ik was echt blij dat de hulpverleners zich verzetten tegen de trend van verharding en toenemende beheersmaatregelen die momenteel door andere partijen wordt opgedrongen. Wederom hoopgevend.

Om 14.35 begon het laatste blok, Blok 4: patienten en hun familie en omgeving.
Ik nam plaats in het rijtje met sprekers.

Marjan ter Avest (LPGGZ) benadrukte dat de observatiemaatregel, waarbij mensen 3 dagen kunnen worden opgesloten op basis van enkel een vermoeden en zonder rechterlijke toets, sowieso in strijd is met het VN-Verdrag, en dat deze maatregel moet worden geschrapt. Wat nodig is, is preventie en 24/7 beschikbare zorg, en terugdraaien van bezuinigingen op sociale ondersteuning.

Bert Stavenuiter (Ypsilon) vertelde dat Ypsilon blij is dat de rol van de familie sterker is uitgewerkt in het wetsvoorstel Verplichte GGZ, maar noemde vervolgens een reeks aan zorgen en verbeterpunten voor het wetsvoorstel. Echt tevreden is Ypsilon dus ook niet met dit wetsvoorstel.

May-May Meijer (ervaringsdeskundige) vertelde over haar negatieve ervaringen met dwangmedicatie, en benadrukte het belang van vrijwillige zorg en de rol van familie. Net als LPGGZ pleitte ze voor het schrappen van de observatiemaatregel. Ook onderstreepte ze het belang van goede terminologie. Over ambulante dwang zei ze: “dan was ik waarschijnlijk van huis weggelopen” (en dat is precies wat mijn achterban ook zegt).

Daarna was ik, Jolijn Santegoeds (Actiegroep Tekeer tegen de isoleer! / Stichting Mind Rights) aan de beurt.
Ik benadrukte dat dwang iets heel anders is dan zorg, en dat wetsvoorstel Verplichte GGZ in strijd is met het VN-Verdrag voor de Rechten van Personen met Beperkingen, en dus ingetrokken moet worden. Wat nodig is, is een wet die goede zorg regelt, ook in crisissituaties. Daarbij heb ik ook de petitie: Wetgevers: Regel zorg, in plaats van dwang! overhandigd aan de Commissie VWS. (het aanbieden van een petitie tijdens spreektijd schijnt niet volgens de procedures te zijn, maar er werd ter plekke een uitzondering gemaakt, en de petitie is overhandigd via de bode).
Na mijn speech kreeg ik applaus vanaf de publieke tribune (als enige), dat was een mooie statement.

Lees hier mijn 2 minuten speech 2-minuten-speech-tegen-wvggz
Klik hier om de petitie: Wetgevers: Regel zorg, in plaats van dwang! in te zien.

Als allerlaatste spreekster kwam Mw. A.-M. Bruijs (Alzheimer Nederland), en ook zij verwierp de observatiemaatregel voor “verwarde personen”, want dit biedt totaal niet de zorg en aandacht die mensen met dementie nodig hebben, en is dus geen oplossing. Wat nodig is, is meer zorg en specialisatie, en betere kennis bij leken en omstanders.

Daarna volgden de vragen van de VWS-commissieleden. Zij vroegen vooral of de wet gepast was, waar het om gaat, en wat er als belangrijkste punt beter kan.

Op hoofdlijnen waren wij als sprekers het wel met elkaar eens, bijvoorbeeld dat goede zorg dwang kan voorkomen, en dat er structurele tekorten zijn in de zorg waardoor dwang veelvuldig wordt toegepast.
Maar er waren ook verschillen. Zo is LPGGZ (met een gemixte achterban) niet tegen alle vormen van dwang, maar streven naar zo min mogelijk dwang. Ypsilon gaf aan vroeger wel geheel tegen dwang te zijn geweest, maar inmiddels richten zij zich op “best practices”. Actiegroep Tekeer tegen de isoleer! / Stichting Mind Rights is wel tegen alle vormen van dwang, en stelt dat de hoofdvraag voor wetgeving niet moet gaan over: “wanneer dwang toepassen”, maar moet gaan over: “Hoe kunnen we goede zorg verlenen in crisissituaties”.
Goede communicatie, eigen regie, goede bejegening, inzet van ervaringsdeskundigen, en echt luisteren naar de persoon werden aangehaald als cruciale aspecten waar het om gaat in de zorg. En LPGGZ benadrukte dat de verandering van het criterium voor dwangtoepassing van “voorkomen van schade” naar “voorkomen van ernstig nadeel” een zeer ongewenste ontwikkeling is, en ook daarover waren we het eens.

Toen was de tijd op, en werd het Rondetafelgesprek afgesloten.
Mw. Leijten, de voorzitter, gaf aan dat er op woensdag 23 november 2016 een volgende VWS-vergadering is over wetsvoorstel Verplichte GGZ, getiteld: Tweede nader verslag.

Daarna werden we gevraagd om de zaal te verlaten. Ik kreeg diverse complimenten vanuit het publiek, dat het een sterk en helder verhaal was geweest. Ik heb ook nog wat gepraat met Grietje en Annemarie, die speciaal waren gekomen om mijn standpunt te steunen. En daarna ging ik terug richting Eindhoven.

*

Het was een geslaagd debat. Aanvankelijk vreesde ik dat het een enorm deprimerende dag zou worden, maar dat was het niet. Wellicht kam dat omdat ik ditmaal uitgenodigd was om te spreken, en ook nog eens een petitie bij me had, en me daardoor veel minder machteloos voelde dan andere keren, zelfs wanneer er vreselijke misvattingen en stigmatiserend taalgebruik werden gebezigd.

Na afloop van het rondetafelgesprek voelde ik me zelfs echt goed en trots op mezelf. Ik had de indruk dat mijn verhaal de aanwezigen wel aan het denken had gezet, hoewel er verder geen enkele vraag over het VN-verdrag werd gesteld.

Het was bovendien een echte mijlpaal om uitgenodigd te zijn om te spreken in de Tweede Kamer.Dit is een enorme verbetering tov vorig jaar, toen we niet uitgenodigd waren, zie ook https://tekeertegendeisoleer.wordpress.com/2015/10/20/reactie-op-wetsvoorstel-verplichte-ggz-is-nederland-nog-een-rechtsstaat/
“Na 10 jaar willen ze nu eindelijk een keer naar me luisteren”.

Op 20 november 2016 bestaat Stichting Mind Rights officieel 10 jaar (Actiegroep Tekeer tegen de isoleer! is enkele jaren ouder).  En op 23 november is het volgende debat over de WVGGZ. Ik hoop dat er iets veranderd.

Ik merk dat het hele wetsvoorstel-traject me enorm raakt. De primaire oorsprong van mijn activisme ligt in mijn eigen ervaringen met onrecht, en het besef “dat de wet veranderd moet worden” om anderen dit leed te besparen. Het raakt me nu enorm, dat wetsvoorstel Verplichte GGZ nu toch zo op tafel ligt, ondanks onze vele acties. Elke ontwikkeling in het wetsvoorstel-traject levert een psychosociale achtbaan op voor mij, tussen hoop en vrees, tussen mijn grootste droom (verandering bereiken) en mijn grootste nachtmerrie (wederom geen gehoor vinden). Dit hakt er elke keer weer in.
Ik zou het echt onverteerbaar vinden als wetsvoorstel Verplichte GGZ wordt aangenomen, en als ik zou moeten concluderen dat al mijn inspanningen uiteindelijk tot geen enkel werkelijk resultaat leiden, en dat ik me opnieuw heel machteloos ga voelen, net zo machteloos als in de isoleercel, waar mijn stem ook niet gehoord werd….

Het is nog onduidelijk wat de politici zullen gaan doen met dit wetsvoorstel. Het is nu tijd om te blijven lobbyen voor verandering in lijn met het VN-verdrag, en dus: het afschaffen van dwang in de GGZ. Dat dwang niet helpt tegen psychische problemen, en daarom geen zorg genoemd kan worden, is toch niet zo moeilijk te begrijpen lijkt mij. Dit onrecht moet gewoon stoppen.

Ik heb in ieder geval mijn best gedaan bij dit Rondetafel-gesprek. Meer kan ik niet doen.
Ik heb nog steeds hoop.

Hoe mooi zou het zijn als Nederland inzet op vernieuwing. Er is inmiddels heel veel kennis ontwikkeld over dwangreductie in de klinische psychiatrie (o.a. via de projecten Dwang en Drang, en HIC, www.hic-psy.nl ). Hier is overheidsgeld aan besteed. De overheid zou juist nu de opdracht moeten geven om deze lijn voort te zetten, en een totaal ander wetsvoorstel gaan voorbereiden, over goede zorg en behoud van rechten tijdens crisissituaties. De bouwstenen zijn al deels geidentificeerd (conclusies van projecten Dwang en Drang, en HIC). Als Nederland, als kenniseconomie, nu inzet op het “leggen van de puzzel”, het formuleren van een nieuw kader (zorg in plaats van dwang), dan zou Nederland kunnen voldoen aan de internationale verwachtingen op het vlak van mensenrechten, zorg en innovatie.  Ik zie echt kansen voor Nederland mbt echte vernieuwing. Er zijn talrijke initiatieven, als puzzelstukjes.
Ik zal blijven proberen om de WVGGZ van tafel te krijgen. Het is echt mogelijk om het in Nederland ontzettend veel beter te doen, en ervoor te zorgen dat mensen met psychosociale problemen in crisissituaties goede zorg en ondersteuning krijgen, en dat dwang naar het museum gaat.

Er is hoop. Steeds meer mensen gaan “out of the box” denken, en er is groeiend draagvlak voor zorg in plaats van dwang. Langzaam sijpelt de bewustwording door. En ook al gaat het langzaam, er is dus wel beweging. Opvattingen in de GGZ beginnen te schuiven op allerlei vlakken (ook het werk van prof. Jim van Os is daar een voorbeeld van).

Ik kijk terug op het debat met gemengde gevoelens (hoop en vrees), maar toch vooral positief, omdat ik blij was dat ik een stem mocht hebben, en mijn bijdrage ging goed. En nu maar hopen dat de politici ervoor zullen kiezen om zorg te regelen in plaats van dwang!

Mind Rights position paper tegen WVGGZ

Actiegroep Tekeer tegen de isoleer! / Stichting Mind Rights is uitgenodigd om deel te nemen aan het rondetafelgesprek over Wetsvoorstel Verplichte GGZ (WVGGZ), aanstaande maandag 31 oktober 2016 bij de Tweede Kamer in Den Haag. Het is op zich goed nieuws dat ons standpunt op de agenda staat.

Het (openbare) rondetafelgesprek over het Wetsvoorstel Verplichte Geestelijke Gezondheidszorg wordt gehouden door de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport, op maandag 31 oktober 2016 van 10.00 tot 15.20 uur, ter voorbereiding van de verdere behandeling van het wetsvoorstel.  (Voor meer info zie ook:  https://www.tweedekamer.nl/vergaderingen/commissievergaderingen/details?id=2016A03872 )

Ik ben de voorlaatste spreker, in het laatste blok:  Blok 4: Patiënten en hun familie en omgeving (14.35-15.20 uur). Er zijn nog 22 andere sprekers, en de bijeenkomst duurt bijna de hele dag.

Het rondetafelgesprek zal pittig worden, dat weet ik vrij zeker. Nog niet iedereen is even overtuigd van nieuwe mogelijkheden. Ik ga mijn uiterste best doen om draagvlak voor een nieuwe koers in lijn met het VN-Verdrag te vinden. Het wordt een zeer spannende Halloween-dag op deze manier, dat sowieso.

Inmiddels heb ik ook het WVGGZ Position paper van Stichting Mind Rights ingestuurd, met daarin ons standpunt tegen Wetsvoorstel Verplichte GGZ.

Lees hier het  Mind Rights position paper tegen WVGGZ: wvggz_positionmindrights_oktober2016
En zie hier Bijlage 1:
wvggz-positionmindrights_bijlage1_crpd_guidelinesarticle14

En Bijlage 2:
wvggz_positionmindrights_bijlage-2_waarom-gedwongen-ggz-behandeling-verboden-moet-worden

De lijst met Position Papers van alle sprekers, is te vinden op: https://www.tweedekamer.nl/vergaderingen/commissievergaderingen/details?id=2016A03872

*

Op maandag 31 oktober zullen we ook onze petitie: Wetgevers Regel zorg,  in plaats van dwang! aanbieden aan de Tweede Kamerleden. Wil je meehelpen om ons pleidooi kracht bij te zetten?  Ondertekenen kan nog steeds!
Zie: https://www.openpetition.eu/nl/petition/online/wetgevers-regel-zorg-in-plaats-van-dwang

Het debat op de tribune bijwonen kan ook. Het rondetafelgesprek heeft een openbaar karakter en vindt plaats in het gebouw van de Tweede Kamer (Groen van Prinstererzaal). In verband met de uitgebreide veiligheidsmaatregelen is het nodig om op tijd aanwezig te zijn en een geldig legitimatiebewijs mee te nemen.

Via https://www.tweedekamer.nl/home  kunnen debatten ook online gevolgd worden.

 

Alarm! Nederlandse overheid wil afwijken van mensenrechten!

Diep geschokt ben ik, nu ik lees welke Verklaringen de Nederlandse Staat heeft toegevoegd aan de ratificatie van het VN-verdrag voor de Rechten van Personen met Beperkingen.

De Verklaringen bij Ratificatie betekenen dat Nederland het anders wil doen dan de VN voorschrijft. Het gaat dus om afwijkingen van de mensenrechtenstandaarden.

Aanvankelijk dacht ik dat Nederland die “interpretatieve verklaringen” had laten vallen,  – althans, dat is mij verteld door de Nederlandse delegatie op 13 juni 2016, zie mijn blog: http://punkertje.waarbenjij.nu/reisverslag/4921178/new-york-day-1-civil-society-crpd-forum  –
maar dat blijkt dus niet waar te zijn.
Ik weet niet waarom men mij onjuist heeft voorgelicht…. Ik vind het wel heel erg raar.

Dit is een enorme teleurstelling!

Zie hier de website van de VN (OHCHR) met de informatie over ratificaties en verklaringen: http://indicators.ohchr.org/
Klik op Nederland.
Klik op Declarations.
En scroll naar: Convention on the Rights of Persons with Disabilities.

Daar staat een extreem lange lijst met uitzonderingen die Nederland bij dit Verdrag wil aanhouden.

Hierbij valt enorm op, dat de uitzonderingen vooral over het system van gedwongen interventies gaan (wilsonbekwaam-verklaringen en gedwongen interventies).

 

Lees hier de Declarations of the Netherlands:

Déclarations made upon ratification (2016): “Article 10 The Kingdom of the Netherlands acknowledges that unborn human life is worthy of protection. The Kingdom of the Netherlands interprets the scope of Article 10, in line with the relevant case law of the European Court of Human Rights on this issue, to the effect that such protection – and thereby the term ‘human being’ – is a matter of national legislation. Article 12 The Kingdom of the Netherlands recognizes that persons with disabilities enjoy legal capacity on an equal basis with others in all aspects of life. Furthermore, the Kingdom of the Netherlands declares its understanding that the Convention allows for supported and substitute decision-making arrangements in appropriate circumstances and in accordance with the law. The Kingdom of the Netherlands interprets Article 12 as restricting substitute decision-making arrangements to cases where such measures are necessary, as a last resort and subject to safeguards. Article 14 The Kingdom of the Netherlands recognizes that all persons with disabilities enjoy the right to liberty and security of person, and a right to respect for physical and mental integrity on an equal basis with others. Furthermore, the Kingdom of the Netherlands declares its understanding that the Convention allows for compulsory care or treatment of persons, including measures to treat mental illnesses, when circumstances render treatment of this kind necessary as a last resort, and the treatment is subject to legal safeguards. Article 15- The Kingdom of the Netherlands declares that it will interpret the term ‘consent’ in article 15 in conformity with international instruments and national legislation which is in line with these instruments. This means that, as far as biomedical research is concerned, the term ‘consent’ applies to two different situations: 1. Consent given by a person who is able to consent, and 2. In the case of persons who are not able to give their consent, permission given by their representative or an authority or body provided for by law. The Kingdom of the Netherlands considers it important that persons who are unable to give their free and informed consent receive specific protection taking into consideration the importance of the development of medical science for the benefit of persons with a disability. In addition to the permission referred to under 2. above, other protective measures as included in international instruments are considered to be part of this protection. Article 23 With regard to Article 23 paragraph 1(b), the Kingdom of the Netherlands declares that the best interests of the child shall be paramount. Article 25 The Kingdom of the Netherlands interprets article 25 (a) to concern access to health care and the affordability of health care, and confirms that discrimination in such matters is not allowed. The Kingdom of the Netherlands considers it also important that health care professionals may determine which health care is provided based on medical grounds and its expected (in)effectiveness. The individual autonomy of the person is an important principle laid down in Article 3 (a) of the Convention. The Kingdom of the Netherlands understands Article 25 (f) in the light of this autonomy. This provision is interpreted to mean that good care involves respecting a person’s wishes with regard to medical treatment, food and fluids, and that a decision to withhold any of these can also be based on medical grounds. Article 29 The Kingdom of the Netherlands is fully committed to ensure the effective and full exercise by persons with disabilities of their right and opportunity to vote by secret ballot. It recognizes the importance of persons with disabilities to have, where necessary, at their request, assistance in voting. To safeguard voting by secret ballot without intimidation, as provided for in article 29 (a) (ii), and to ensure the principle of one vote per person, the Kingdom of the Netherlands declares that it will interpret the term ‘assistance’ in article 29 (a) (iii) as assistance only to be effected outside the voting booth, except with regard to assistance required due to a physical disability, in which case assistance may also be permitted inside the voting booth.”

Declarations made upon signature (2007): “The Kingdom of the Netherlands hereby expresses its intention to ratify the Convention on the Rights of Persons with Disabilities, subject to the following declarations and such further declarations and reservations as it may deem necessary upon ratification of the Convention. Article 10 The Kingdom of the Netherlands acknowledges that unborn human life is worthy of protection. The Kingdom interprets the scope of Article 10 to the effect that such protection – and thereby the term ‘human being’ – is a matter for national legislation. Article 15 The Netherlands declares that it will interpret the term ‘consent’ in Article 15 in conformity with international instruments, such as the Council of Europe Convention on Human Rights and Biomedicine and the Additional Protocol concerning Biomedical Research, and with national legislation which is in line with these instruments. This means that, as far as biomedical research is concerned, the term ‘consent’ applies to two different situations: 1. consent given by a person who is able to consent, and 2. in the case of persons who are not able to give their consent, permission given by their representative or an authority or body provided for by law. The Netherlands considers it important that persons who are unable to give their free and informed consent receive specific protection. In addition to the permission referred to under 2. above, other protective measures as included in the above-mentioned international instruments are considered to be part of this protection. Article 23 With regard to Article 23 paragraph 1 (b), the Netherlands declares that the best interests of the child shall be paramount. Article 25 The individual autonomy of the person is an important principle laid down in Article 3 (a) of the Convention. The Netherlands understands Article 25 (f) in the light of this autonomy. This provision is interpreted to mean that good care involves respecting a persishes with regard to medical treatment, food and fluids.”

 

*

Het is bijna niet te geloven dat Nederland met deze stellingen komt, zelfs nadat het CRPD-Committee reeds vele verduidelijkende artikelen ter jurisprudentie heeft uitgegeven, zoals o.a.:

de General Comment no.1 on article 12 Equal recognition before the law, (2014) http://www.ohchr.org/EN/HRBodies/CRPD/Pages/GC.aspx

de Guidelines on article 14 Liberty and security of the person, (2015) te vinden op: http://www.ohchr.org/EN/HRBodies/CRPD/Pages/CRPDIndex.aspx

de oproep van 2 Speciale VN-Rapporteurs: Dignity must prevail (2015) http://www.ohchr.org/en/NewsEvents/Pages/DisplayNews.aspx?NewsID=16583&LangID=E

 

De Verklaringen bij Ratificatie betekenen dat Nederland het anders wil doen dan de VN voorschrijft. Het gaat dus om afwijkingen van de mensenrechtenstandaarden.
Het is werkelijk onbegrijpelijk dat de Nederlandse overheid hiervoor kiest.

Er zijn namelijk zoveel inspanningen, ook in de GGZ zelf, om dwang uit te bannen en humane zorg te leveren.
Zoals bijvoorbeeld:

De ontwikkeling van High Intensive Care Psychiatrie (HIC), http://hic-psy.nl/

En het Dolhuys Manifest: Nederlandse GGZ separeervrij! , zie http://www.hetdolhuys.nl/nieuws/de-isoleercel-is-rijp-voor-het-museum-

 

Dwang was gedurende de laatste 25 jaar al een “laatste redmiddel dat vermeden dient te worden, en zo min mogelijk gebruikt, omdat het namelijk geen therapeutische waarde heeft, en nadelig kan zijn” (grondslag uit MI-principles en wet BOPZ).

We hebben allemaal kunnen zien dat het gebruik van het “ultimum remedium” desondanks al 25 jaar lang toeneemt, en dat het huidige systeem van “zo min mogelijk dwang” dus niet werkt.

Het VN-Verdrag voor de Rechten van Personen met Beperkingen brengt nu verandering. Na 25 jaar lang “proberen om dwang te voorkomen”, wordt de norm nu verlegd, en erkent men dat dwang niet hetzelfde is als zorg. Dwang dient te verdwijnen. Eenieder heeft recht op goede zorg.

Ratificatie zonder uitzonderingen zou de ontwikkeling van humane zorg versterken. Echter, de Nederlandse overheid blijkt dwang te willen behouden!! Dit is een bizarre keuze, die teruggedraaid moet worden.

Wat nodig is, is zorg, geen dwang!

Het is nu nog belangrijker dan ooit om je stem te laten horen.

Ik wil daarom iedereen vragen om onze petitie te ondertekenen:

 Wetgevers Regel zorg in plaats van dwang!

https://www.openpetition.eu/nl/petition/online/wetgevers-regel-zorg-in-plaats-van-dwang

Reactie op wetsvoorstel Verplichte GGZ – Is Nederland nog een rechtsstaat?

Stichting Mind Rights heeft op 19 oktober 2015 haar reactie op het gewijzigde wetsvoorstel Verplichte Zorg verzonden aan de verantwoordelijken bij de overheid.
De reactie is hier te lezen: Reactie MindRights_NvW_WVGGZ_oktober 2015

Stichting Mind Rights is tegen wetsvoorstel Verplichte GGZ .

Wij vragen ons af of we nog wel in een rechtsstaat leven. Het verwaarlozen van klachten van (ex) clienten getuigt immers niet van een rechtsstaat. En het negeren van VN-verdragen, het uitsluiten van kritische groeperingen bij beleidsontwikkeling, en het wettelijk regelen van hardhandige vrijheidsbeperking in plaats van echte zorg, getuigen evenmin van een ontwikkelde beschaving of rechtsstaat.

Dwang is geen oplossing maar een probleem!
Dwang is het tegenovergestelde van zorg.

Stichting Mind Rights wijst op het primaire ethische beginsel : geen schade doen , dat zowel vanuit zorgverleningsperspectief als mensenrechtenperspectief van toepassing is, en benadrukt nogmaals dat het wetsvoorstel Verplichte GGZ niet aansluit bij de verantwoordelijkheden van de overheid jegens haar burgers.

Het wetsvoorstel Verplichte GGZ is in strijd met de mensenrechten anno 2015. Het is daarom onbegrijpelijk dat de overheid dit wetsvoorstel probeert door te zetten.

Stichting Mind Rights roept de Nederlandse overheid op om te stoppen met wetsvoorstel Verplichte GGZ, en om de energie te richten op het sturen van een transitie van dwang naar echte zorg. Goede zorg kan crisissituaties en dwang voorkomen. Wat nodig is, is wetgeving die voorziet in goede zorg in en ter voorkoming van crisissituaties, waardoor dwang uitgebannen wordt.

Lees hier de reactie van Stichting Mind Rights op de 2e Tweede Nota van Wijziging van wetsvoorstel Verlichte GGZ in oktober 2015.
Reactie MindRights_NvW_WVGGZ_oktober 2015

Als bijlagen zijn de Guidelines on article 14 van het CRPD Committee (sept 2015) bijgevoegd, GuidelinesArticle14
(bron: http://www.ohchr.org/EN/HRBodies/CRPD/Pages/CRPDIndex.aspx )

en de recente oproep van VN Special Rapporteurs on Disability en the Right to Health (okt 2015), Statement on World Mental Health Day 2015 “Dignity must prevail, an appeal to do away with non-consensual psychiatric treatment” zie: http://www.ohchr.org/EN/NewsEvents/Pages/DisplayNews.aspx?NewsID=16583&LangID=E

Stichting Mind Rights benadrukt nogmaals met klem dat het absoluut noodzakelijk is om per direct te stoppen met het wetsvoorstel Verplichte GGZ  Zorg gaat om welzijn. Het doel is niet: Kwetsbare mensen ruw behandelen, maar het doel is goede zorg verlenen in crisissituaties. Regel goede zorg in plaats van dwang!

Wees een deel van de oplossing, niet van het probleem.

***

PS.

OPROEP:
Stichting Mind Rights heeft behoefte aan financiele steun. Eenieder die onze campagnes wil steunen kan een gift overmaken tnv:

Stichting Mind Rights te Eindhoven, IBAN: NL31 INGB 0002762216

Alvast hartelijk dank!
Meer informatie is te vinden op onze website: www.mindrights.nl

Schokkend gebrek aan kennis bij Thematische wetsevaluatie gedwongen zorg

Vorige week, op dinsdagmiddag 10 maart 2015 ging ik naar het AMC in Amsterdam, waar de Thematische wetsevaluatie gedwongen zorg gepresenteerd zou worden.

Zie hier de Thematische wetsevaluatie gedwongen zorg in Pdf-formaat: http://www.zonmw.nl/nl/publicaties/detail/thematische-wetsevaluatie-gedwongen-zorg/

De presentatie bij het AMC werd vooral door juristen, studenten en psychiaters bezocht. Persoonlijk vond ik het een hele zware en pijnlijke bijeenkomst. Het ging namelijk over het toestaan van dwangtoepassing in de zorg, en over de beperkte aansluiting van de wetgeving in verschillende sectoren (GGZ, VG, PG, Forensische zorg en Jeugd). Hieruit volgde een aantal aanbevelingen. (allemaal te lezen in de publicatie Thematische wetsevaluatie gedwongen zorg).

Ik heb de publicatie meermaals doorgebladerd, maar niet geheel gelezen, omdat ik er hartkloppingen en zweetaanvallen van krijg, omdat er zoveel kromme analyses in staan.

Bijvoorbeeld in paragraaf 2.3 over de Verenigde Naties, staat op pagina 43-45 een paragraaf over het VN-verdrag voor de Rechten van Personen met Beperkingen (CRPD, en in het Nederlands: VPH), met daarin o.a. dit:

Het VPH is met name gericht op het tegengaan van discriminatie.  In veel bepalingen staat centraal dat een persoon met een handicap in gelijke mate toegang moet kunnen hebben tot voorzieningen als onderwijs, gezondheidszorg, rechtssysteem en arbeidsmarkt als personen zonder een handicap. Naast bepalingen met directe betekenis op het terrein van gedwongen zorg, zoals artikel 14, kan het VPH op een meer indirecte manier kan bijdragen aan de rechtsbescherming in relatie tot gedwongen zorg, met name waar dit verdrag de aangesloten staten ertoe verplicht om mensen met een handicap ondersteuning te bieden bij het nemen van beslissingen en hun procedurele rechten te waarborgen (zie de artikelen 13 en 15 VPH). Dit kan aan de orde zijn in situaties waarin wilsonbekwame patiënten worden geconfronteerd met omstandigheden die als vrijheidsbeperking of vrijheidsbeneming kunnen worden gekarakteriseerd. De bepalingen van het VPH kunnen dan mensenrechten die in andere verdragen (als het EVRM) worden genoemd aanvullen of accentueren.[1]

De VPH voorziet in een Committee on the Rights of Persons with Disabilities. Deze commissie publiceerde in maart 2014 een ‘general comment’ betreffende de inhoud van art. 12 van het verdrag en de samenhang tussen art. 12 en een aantal andere verdragsbepalingen[2]. De commissie hangt het standpunt aan dat het VPH toepassing van gedwongen zorg bij mensen met beperkingen verbiedt , omdat er dan sprake zou zijn van het maken van een ongerechtvaardigd onderscheid op basis van die beperking. Hierop is kritiek geuit door Blankman, die erop wijst dat de nogal absolute stellingname van het comité zich niet verdraagt met andere internationale verdragen, zoals het EVRM, die dwangbehandeling weliswaar typeren als een uiterst middel, maar niet helemaal uitsluiten.[3] Blankman pleit ervoor dat de Nederlandse regering, in het kader van de ratificatie van het VPH, zich nadrukkelijk uit laat over de interpretatie van art. 12.

Ik zie hierin een aantal zeer aanstootgevende misvattingen.

1. Men heeft kritiek op een VN-verdrag dat in samenwerking met alle lidstaten van de VN tot stand is gekomen (incl. Nederland), en men toont nu enige onwil tov implementatie van de mensenrechten in Nederland. Dat staat in schril contrast met de waarden in de Nederlandse samenleving, waar respect voor de mensenrechten een groot goed is.

2. Men stelt een publicatie met kritiek van ene Blankman als waardevoller dan de internationale afspraken. Dit lijkt me niet verdedigbaar onder internationaal recht, en het impliciete argument dat het VN-verdrag niet bij de Nederlandse cultuur zou passen is een cliche die men feitelijk niet in Nederland zou verwachten. Het zou veel logischer zijn als men zich zou inspannen om de mensenrechten volledig te realiseren.

3. Men stelt oude regionale verdragen, zoals het EVRM, boven recente internationale VN-verdragen. Het EVRM dateert uit 1950 en is juist ontstaan in navolging van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (VN). Dus nu de VN-verdragen voortschrijden, is het logisch dat ook het EVRM aangepast zal gaan worden. Het is dan ook vreemd dat men statisch blijft vasthouden aan het (verouderde) EVRM als uitgangspunt.

4. Men lijkt een zeer beperkte interpretatie van de toepasselijkheid van de mensenrechten te voorstaan, en te pleiten voor een afwijkende interpretatie van artikel 12 in Nederland.  Ook dit is juridisch niet verdedigbaar, want mensenrechten gelden voor iedereen in gelijke mate, en artikel 12 (handelingsbevoegdheid, recht op eigen beslissingen) is bovendien een voorwaarde voor alle andere rechten (zoals kiezen waar te wonen, welke zorg, welke levensstijl enz.) Het beperken van artikel 12 betekent feitelijk dat men bepaalde mensen niet voor vol aanziet, en mensenrechtenverdragen stellen juist dat elk mens meetelt en rechten heeft, ongeacht handicap, beperking, of psychosociale problemen.

Men lijkt wel te kunnen lezen, en te begrijpen dat het VN-verdrag gedwongen zorg verbiedt. Maar men lijkt van mening dat dit niet toepasselijk is voor Nederland….

En dat terwijl het afschaffen van dwang, het terugdringen tot 0, al een afgesproken doel was in de GGZ sector!!!! Er zijn intentieverklaringen ondertekend door de veldpartijen, en inspanningen om dwang terug te dringen worden geleverd in de GGZ, VG, PG, Jeugd en ook in de forensische zorg. (project Dwang en Drang, ontwikkeling van HIC)

De zorgsector zelf wil van dwang af.
De clienten en familie willen van dwang af.
De internationale verdragen verplichten ons om dwang af te schaffen.

Hoe kunnen de Nederlandse juristen dan nog komen met aanbevelingen voor het nog verder legaliseren en doorvoeren van dwangtoepassing in de zorgketen???Het zijn nota bene juristen, die zouden beter moeten weten.

Het was erg pijnlijk, temeer omdat het 10 maart 2015 was, exact 1 jaar na het verschijnen van het jaarrapport van de Special Rapporteur on Torture (Mendez, A/HRC/25/60 Add2.) waarin deze zijn bezorgdheid uit over zware mensenrechtenschendingen  in mijn persoonlijke zaak. Zie ook: https://tekeertegendeisoleer.wordpress.com/2014/03/17/vn-erkent-zware-mensenrechtenschendingen-in-nederlandse-psychiatrie/

De alarmbellen bij de Nederlandse beleidsmakers en bestuurders die af hadden moeten gaan na deze brief van de Special Rapporteurs, lijken het niet te doen. Zelfs de boze brief van de VN lijkt vruchteloos, hetgeen voor mij als persoon uiteraard uitermate pijnlijk en frustrerend is.

In de Thematische wetsevaluatie gedwongen zorg (verschenen in september 2014) staat op pagina 39 ook een korte paragraaf over marteling (Convention against Torture and other Cruel, Inhuman or Degrading Treatment or Punishment) :

De inhoud van het verdrag komt overeen met het betreffende verdrag van de Raad van Europa en behoeft in dit kader geen nadere bespreking. Vermeldenswaard zijn wel de observaties van het CAT met betrekking tot gedwongen zorg in Nederland. In een commentaar uit mei 2013 is de commissie nogal kritisch over de Nederlandse situatie inzake “forced internment in mental health care”. Het gaat de commissie daarbij met name om de frequente toepassing van afzondering, fixatie en dwangmedicatie. Ook meent de commissie dat er onvoldoende onafhankelijk onderzoek wordt gedaan naar de “excessive use” van dwangmiddelen in de psychiatrie.[4] In oktober 2013 ontving de Nederlandse regering een verzoek om inlichtingen van twee ‘special rapporteurs’ van de VN (waaronder de ‘special rapporteur on torture and inhuman treatment’) over een individuele klacht van een Nederlandse ingezetene met betrekking tot dwangtoepassing in de psychiatrie. In deze brief spreken de rapporteurs nog geen oordeel uit, maar er klinkt wel een zeer terughoudende visie op de toepassing van gedwongen zorg binnen instellingen in door, zoals blijkt uit de volgende passage: “It is essential that an absolute ban on all coercive and non-consensual measures, including restraint and solitary confinement of people with psychological or intellectual disabilities, should apply in all places of deprivation of liberty, including in psychiatric and social care institutions (…), with the sole possible exception of temporary measures to prevent harm to the patient or others, and strictly limited to the exigencies of the circumstances”.[5] In december 2013 reageerde de Nederlandse regering op de vragen en opmerkingen van de rapporteurs, door uiteen te zetten welke rechtswaarborgen zijn opgenomen in de geldende (Bopz) en komende (Wvggz) wetgeving met betrekking tot dwangtoepassing in de psychiatrie.[6] 

Ook in deze passage zijn een aantal zaken pijnlijk opvallend.

  1. Men doet nogal lichtzinnig over de bezorgdheid van het CAT-Committee en de Special Rapporteurs, (o.a. te zien aan de schrijfstijl en woordkeuze zoals: vermeldenswaard). Echter een berisping van de VN is een van de zwaarste acties die de VN kan ondernemen, waarbij zij hun vermoedens verduidelijken en doorgaans vragen om opheldering en oplossing waar nodig. Dergelijke alarmerende berispingen dienen niet onopgelost te blijven, maar vragen om een pro-actieve aanpak, die ik helaas niet kan bespeuren in deze Thematische wetsevaluatie gedwongen zorg.
  2. Men verkiest een conservatieve interpretatie van de brief van de Special Rapporteurs en mist de beide signalen in de brief, te weten:
    1. De beschreven zaak dateert uit 1994, en ook onder de regelgeving van 1994 (MI-principles) kan dwangbehandeling marteling en mishandeling zijn.
    2. De referentie aan het rapport A/HRC/22/53 (Torture in Health care settings) en de slotvraag in de brief (What measures have been undertaken to impose an absolute ban on all forced and non-consensual medical interventions against persons with disabilities, including the non-consensual administration of psychosurgery, electroshock and mind-altering drugs such as neuroleptics, the use of restraints and solitary confinement, for both long- and short-term application? ) dragen beiden een zeer sterk richtinggevend signaal, nl. dat gedwongen zorg onder marteling en mishandeling valt, en er een absoluut verbod op gedwongen zorg gerealiseerd dient te worden.

    Helaas lijken de juristen en andere experts die de Thematische wetsevaluatie gedwongen zorg uitgevoerd hebben, beide signalen gemist te hebben, en verdedigen zij liever het huidige beleid (en pleiten zelfs voor grenzeloze uitbreiding van dwangmogelijkheden), dan dat zij de kant van de VN en/of de slachtoffers kiezen.

    Meermaals werd er tijdens de conferentie benoemd dat er slechts 20 officiele klachten worden ingediend, op 20.000 dwangtoepassingen per jaar. Waarbij men suggereerde dat de rechtsposiie geen groot probleem was. Ik zat van binnen helemaal te flippen, iedere keer als ik die opmerking hoorde. Ik ben het levende bewijs dat hun getallen niet kloppen, en dat er veel meer klachten zijn, maar dat het rechtssysteem niet toegankelijk is. De aanwezige juristen repten hier met geen woord over. Ik vond het een vreselijke bijeenkomst, uiterst pijnlijk en frustrerend.

    Ik heb na afloop van de sessie over de BOPZ mijn hand opgestoken, en gevraagd of men zelf doorheeft dat men nog in het oude paradigma zit, terwijl de huidige mensenrechtenverdragen (CAT en CRPD) vragen om een omslag waarbij dwang in de zorg uitgebannen wordt. Dhr. Legemaate refereerde in zijn antwoord direct weer aan het Europees Verdrag (EVRM) en stelde dat het EVRM geen verbod op gedwongen zorg benoemt. Daarop zei ik dat het EVRM uit 1950 komt, en meer moderne jurisprudentie zoals CAT en CRPD prevaleert, en dat dwang duidelijk afgeschaft dient te worden. Dhr. Legemaate begon toen over artikel 3 van het EVRM (freedom from torture) en stelde wederom dat het EVRM geen jurisprudentie heeft die zegt dat dwang moet verdwijnen. (Hij bleef dus enkel het EVRM zien). Daarna kreeg ik het woord niet meer terug. Ik vond deze korte discussie nogal onbevredigend.

    Ik snapte echt niet waarom de aanwezigen nog zo in het oude paradigma zaten. Het zijn nota bene juristen. Zij zouden juist moeten inzien wat VN-verdragen betekenen voor de huidige wetgeving, en zij zouden juist moeten pleiten voor volledige implementatie van de mensenrechten.

    Het was eerlijk gezegd een afschuwelijke bijeenkomst, die ook echt een grote weerslag heeft gehad op mijn geestelijke welzijn. Ik heb er een paar dagen van bij moeten komen. Mijn vertrouwen in dialoog en redelijkheid is zwaar aangetast door de houding van de Nederlandse toonaangevende juristen. Het is alsof men de VN-verdragen zo wegwuift en onderaan op de stapel legt, achter het ouderwetse EVRM, in plaats van op de bres te gaan voor de mensenrechten. Deze juristen lijken daardoor eerder een deel van het probleem dan van de oplossing te zijn.

    Ook als persoon voel ik me ontzettend miskend. Het feit dat men de signalen uit de brief van de Special Rapporteurs niet effectief oppikt, en er geen enkele actie uit voort lijkt te komen, en er 1 jaar later niks veranderd is, voelt alsof mijn hart wordt vertrapt en de pijn wordt door de verantwoordelijken genegeerd…  Het is bijzonder moeilijk om vertrouwen te houden in dialoog in een dergelijke context…  Het voelt onredelijk en hopeloos, en het drijft me letterlijk tot aan de grens van de wanhoop, waardoor ik dus letterlijk een paar dagen vrij heb moeten nemen na dit congres. Het was een afschuwelijke ervaring.

    Maar toch is er die dag ook nog iets moois gebeurd. Ik werd aangesproken door een studente die me vertelde dat ze de meeste informatie over gedwongen zorg nogal eenzijdig vond, en graag wat meer kritische informatie wilde voor haar rechtenstudie. Ik was blij dat ze dit vroeg, en heb haar heel veel informatie gemaild, waar ze erg blij mee was. En daardoor heb ik het zinloze kwellende gevoel dat ik had overgehouden aan de conferentie van me af kunnen zetten, en heb ik nieuwe hoop gekregen. Zij maakte de conferentie toch nog zinvol voor mij. En dankzij haar geloof ik toch weer in een betere toekomst.

    Voor wie meer informatie wil mbt de recente mensenrechtenstandaarden mbt gedwongen zorg, volgen hier nog wat extra bronnen:

    1. Reactie van Stichting Mind Rights op Tweede Nota van Wijziging WVGGZ (zie met name ook de bronnen en citaten vanaf p.6)https://tekeertegendeisoleer.files.wordpress.com/2014/07/reactie-mindrights_tweedenotavanwijziging-wvggz.pdf

    2. Naast de General Comment no.1 on art 12 van het CRPD Committee (http://www.ohchr.org/EN/HRBodies/CRPD/Pages/GC.aspx )  ,
    is er inmiddels ook een verklaring omtrent artikel 14 van het CRPD Committee http://www.ohchr.org/EN/NewsEvents/Pages/DisplayNews.aspx?NewsID=15183&LangID=E

    3. Het officiele schriftelijke advies van het College voor de Rechten van de Mens  over de ratificatie-wetsvoorstellen (CRPD) bevat een kritische passage over dwang in de GGZ:

    Het College wijst er op dat het toezichthoudend VN-Comité bij het verdrag benadrukt dat gedwongen behandeling door psychiatrische en andere medische professionals strijd oplevert met de beginselen van het recht op persoonlijke integriteit (artikel 17), de vrijwaring van foltering (artikel 15) en de vrijwaring van geweld en misbruik (artikel 16). Mensen met een beperking hebben het recht een medische behandeling te kiezen. Het gedwongen opleggen van een behandeling is volgens het Comité dan ook een inbreuk op artikel 12 van het verdrag.1 Ook wanneer mensen in (psychiatrische) instellingen in crisissituaties geraken moet de Staat hun handelingsbekwaamheid respecteren.

    Het College vraagt uw Kamer bij de behandeling van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg en de Wet zorg en dwang na te gaan of de verplichtingen ten aanzien van dwang in de zorg op grond van de verplichtingen uit het verdrag aanpassing behoeven.

    (bron: Pagina 8 Advies College voorde Rechten van de Mens: http://www.mensenrechten.nl/publicaties/detail/34841 )

    Zie ook  https://tekeertegendeisoleer.wordpress.com/2015/02/10/hoorzitting-tweede-kamer-over-ratificatie-vn-verdrag-voor-de-rechten-van-personen-met-beperkingen/

Onderstaand de gerefereerde bronnen uit de Thematische wetsevaluatie gedwongen zorg:

[1] Zie de noot van Hendriks bij EHRM 14 februari 2012, D.D. v. Litouwen, JVGGZ 2012/25.

[2] UN Committee on the Rights of Persons with Disabilities, General comment No 1 (2014). 11 april 2014.

[3] Blankman 2014, p. 10-14.

[4] UN Committee against Torture, Concluding observations on (…) the Netherlands. Adopted by the Committee at its fiftieth session (6-13 May 2013).

[5] Brief d.d. 8 oktober 2013 van ‘special rapporteurs’ Grover en Méndez aan de Nederlandse regering, kenmerk AL Health (2002-7) G/SO 214 (53-24) NLD 2/2013.

[6] Zie https://spdb.ohchr.org/hrdb/24th/Netherlands_05.12.13_(2.2013).pdf.