Het vraagstuk van proportionaliteit bij vrijheidsbeperkende Corona-maatregelen

De maatregelen die er naar aanleiding van de Corona-pandemie worden genomen in Nederland vragen om een bezinning. Er zijn diverse spanningsvelden. De maatregelen zijn uiteraard bedoeld om mensenlevens te beschermen tegen corona, maar de maatregelen brengen ook vrijwel alle mensenlevens in het gedrang. Er ontstaat steeds meer discussie, en zelfs rellen. Doen we meer kwaad dan goed?

Medisch model denken versus de hele mens

Elk leven is het beschermen waard, uiteraard. Het is dan ook logisch dat de overheid maatregelen neemt om de gezondheid en levens van mensen te beschermen.

Maar gezondheid is meer dan enkel de afwezigheid van ziekte. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) geeft als definitie van gezondheid: “Gezondheid is een toestand van volledig lichamelijk, geestelijk en maatschappelijk welzijn en niet slechts de afwezigheid van ziekte of andere lichamelijke gebreken.” Dus om gezondheid echt te beschermen is de medische benadering sowieso niet genoeg. Er dient ook aandacht te zijn voor geestelijk en maatschappelijk welzijn.

Veel mensen delen de opvatting dat een medische conditie om een medische behandeling vraagt. Wanneer men de medische sector vraagt om een oplossing voor een pandemie, dan is het niet verrassend dat deze met een medisch instrumentarium als oplossing komt. De focus van de overheid op vaccinatie als enige redding is dus op zich wel te verklaren, ook mede gezien de lobby van de farmaceutische industrie die medicatie vaker profileert als enige redmiddel (Zie ook mijn eerdere blog serie: Mind the Gap – Covid-19 Vaccination in institutions while existing injustices exacerbate[1]).

De overheid promoot dus zogezegd een overwegend medische focus, waarbij overige aspecten van de kwaliteit van leven uit het oog verloren wordt.   

Typisch genoeg kennen we eenzelfde situatie in de GGZ (geestelijke gezondheidszorg), waar het medische model ook dominant is, met een focus op ‘risico-management’ in plaats van ‘herstel-management’, en met beperkende maatregelen in plaats van een focus op nieuwe kansen. Inmiddels is men in de GGZ steeds meer bewust dat de-escalatie beter is dan vrijheidsbeperking, en dat het beter is om iemand constructief te ondersteunen om manieren te vinden die bij de persoon passen om met de uitdagingen van het leven om te gaan.

Inderdaad is GGZ wat anders dan het bestrijden van een besmettelijk virus. Maar ook bij de corona-maatregelen zou men de vraag kunnen stellen of er een ondersteunende benadering mogelijk is plaats van een beperkende aanpak. 

Binnen het traditionele “medische model denken” staat het bestrijden van de ziekte centraal, waarbij ziekte niet als “normaal” wordt beschouwd en aldus verjaagd wordt. Echter, onder het VN-Verdrag voor de Rechten van Personen spreekt men van inclusie, en benadrukt men dat mensen met beperkingen deel uitmaken van de menselijke diversiteit. Impliciet is men daardoor ook anders gaan kijken naar de acceptatie van ziekte in de samenleving. Het hoort erbij. Dat wil niet zeggen dat de medische sector niet meer nodig is, maar het betekent dat de dokter niet de baas is maar de persoon zelf is de baas over zijn/haar leven. Er mag geen discriminatie zijn op basis van gezondheidsstatus (dus ook geen verplichte zorg maar wel een recht op zorgkeuze). Immers, ook met een ziekte of beperking ben je in de eerste plaats een mens. Het VN-Verdrag verheft als het ware alle fundamentele mensenrechten boven de traditionele medische hokjes, hetgeen eigenlijk een revolutie is. En de corona-pandemie dook ineens op terwijl deze paradigmaverschuiving nog gaande was. Zeker in de huidige context geeft dat wel te denken. Het kan wat wrijving tussen verschillende opvattingen verklaren. Er is een verschuiving gaande van ‘medisch model denken’ naar holistische en mensenrechten-gebaseerde bejegening.

Beheersing en bescherming

In het geval van een pandemie met een hoog sterftecijfer ontstaat er een spanningsveld. Het recht op leven en het recht op gezondheid zijn uiteraard evident, zowel onder het ‘medisch model denken’ als onder het ‘inclusie denken’. En bij een besmettelijk virus gaat het niet enkel om zelfbeschikking, maar ook over verantwoordelijkheid jegens anderen. Vrijheidbeperkende maatregelen hebben als uitgangspunt dat de burger deze verantwoordelijkheid niet zelf kan dragen, maar dat overheidsregulering nodig wordt geacht. Dat is een paternalistische bejegening.

Bij corona-preventie zou het beperken van fysieke contacten ook anders gestimuleerd kunnen worden dan door vrijheidsbeperkende maatregelen. Bijvoorbeeld door positieve stimulans, en innovatieve oplossingen. Veiligheid creëren is wat anders dan risico’s beheersen. Constructief een klimaat van veiligheid scheppen is wat anders dan een restrictief beleid in afwachting van een redmiddel.

Het is de taak van de overheid om al haar burgers en het recht op leven te beschermen, alsook het beschermen van alle andere grondrechten. Maar wat is bescherming? Ter illustratie: In de GGZ kreeg ik te maken met vrijheidsbeperkende maatregelen, zoals de isoleercel, om te voorkomen dat ik mezelf wat zou aandoen. Het was een maatregel die in theorie bedoeld was om mijn gezondheid te beschermen. Maar ik ging me er alleen maar slechter van voelen. Ik voelde me juist niet beschermd, want ik werd blootgesteld aan een vreselijke regime en een lijdensweg, en dat maakte alles erger. Het middel miste zijn doel. GGZ is wel anders dan de pandemie, maar het is goed om na te denken over doel en middelen, en over kosten en baten.

In een rechtstaat worden burgers tegen de macht van de staat beschermd. Wanneer er sprake is van vrijheidsbeperking door de overheid, dan dient dit volgens de Grondwet en mensenrechtenverdragen gebaseerd te zijn op een legitieme en wettelijke basis, en op de beginselen van noodzaak, proportionaliteit (evenredigheid) en subsidiariteit (minst ingrijpende middel om een doel te bereiken). Er zijn diverse wetten die toestaan dat vrijheidsbeperking wordt ingezet ter bescherming van de volksgezondheid, o.a. bij een pandemie.

De Wet Tijdelijke Maatregelen Covid-19[2],[3] geeft de ministers de bevoegdheid om coronamaatregelen op te leggen aan de bevolking en zo de vrijheid in te perken, met voorwaarden zoals noodzaak, proportionaliteit en subsidiariteit, zodat bij elke maatregel aangetoond dient te worden dat de maatregelen noodzakelijk zijn, niet verder gaan dan nodig is en dat het niet mogelijk is om de verspreiding van het coronavirus met minder vergaande inperking van vrijheid tegen te gaan.

“Geen minder belastend alternatief”

Ook in de GGZ zijn proportionaliteit en subsidiariteit kernbegrippen bij de uitvoering van vrijheidsbeperking. Vanwege het subsidiariteitsbeginsel hangt de mate van vrijheidsbeperking in de praktijk uiteindelijk af van de mate van beschikbaarheid van minder belastende alternatieven, en dus ook van de mate van investering in die alternatieven zoals goede, kwalitatieve, wenselijke oplossingen waarmee vrijheidsbeperking voorkomen kan worden. Het voorkomen van vrijheidsbeperking is een impliciet streven van een rechtstaat, en daarmee is er een inspanningsverplichting voor de staat tot het realiseren van minder belastende alternatieven waar mogelijk.

Bij maatregelen zoals de lockdown en avondklok gaat de overheid voorbij aan de mogelijkheden voor bijvoorbeeld zelfregulatie, maatwerk, de 1,5 meter, of de mogelijkheid voor stimuleren door beloning ipv bestraffing, of van ondersteuning ipv beperking.

De beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit vragen om een afweging van de belastingsgraad van enerzijds de gevolgen van het Corona-virus, en anderzijds de maatregelen. Dit kunnen de politici niet afwegen zonder het volk. Temeer omdat de medici en politici niet altijd over de schotten van hun eigen domein heen kunnen kijken. Bij het wegen van alternatieven en risico’s is er ook een verschil tussen het ‘medisch model denken’ en ‘inclusie denken’, omdat de denkkaders van verschillende waarden uitgaan en er dus ook verschillende normen ontstaan.

IC-artsen en “wappies”

De brief van IC-artsen van het Radboudumc eind januari 2021[4] getuigt van zorgen over de impact van de vergaande maatregelen, en zij vragen zich af of dit nog wel proportioneel is. “Omdat het indirecte leed van sommige maatregelen groter is dan de winst die voor de coronapatiënten wordt geboekt”. In onze samenleving krijgt het ‘doktersadvies’ doorgaans veel gewicht, en deze kritiek zorgde voor een inhoudelijke discussie over keuzes in de ic-zorg.

Hoe anders is dat voor de niet-doctoren die kritiek hebben. Zij worden denigrerend “wappies” genoemd, hetgeen synoniem lijkt te zijn voor ‘onredelijk’. Deze maatschappij kritische groep wordt totaal niet serieus genomen, alsof het geen personen zijn met een mening. En dat terwijl ze juist sociale en maatschappelijke betrokkenheid tonen, hetzij met een andere mening dan het overheidsbeleid, maar dan nog. Protest is geen daad van waanzin. Even vaak worden ze neergezet als “een groep die tegen alles ingaat”, terwijl de Nederlandse cultuur ons juist leert om alles te bevragen en niet klakkeloos zonder nadenken alles te accepteren. Maar er lijkt geen ruimte te zijn voor een dialoog vanuit het volk over het overheidsbeleid. De acute demonisering van andersdenkenden zet hele groepen mensen langs de zijlijn van het debat. De onderdrukten voelen zich nu nog onderdrukter. Het paternalisme is hier absoluut doorgeslagen. Het woord ‘wappie’ is feitelijk een scheldwoord, en het zou verboden moeten worden om mensen zo teniet te doen. Elke stem telt.

Discussie is goed. Dat leidt tot verrijking. Laten we die discussie vooral niet uit de weg gaan, en ook vooral de niet-medici betrekken in de discussies over de hantering van de Covid-pandemie in onze samenleving. Het gaat ons immers allemaal aan, niet enkel de medici. En wij zijn in de eerste plaats mensen, niet enkel potentiele virusdragers.

De diepe filosofische vragen die de pandemie opwerpt worden niet behandeld. In hoeverre hoort ziekte en dood bij het leven? Hoever gaan we in het ‘beschermen’? Is corona bestrijden belangrijker dan al het andere? Welke vorm van regulering past bij Nederland? Laten we ons leiden door angst? Wie bepaalt welke risico’s een persoon wel of niet mag nemen? Kunnen er alternatieve oplossingen bedacht worden? Welke offers zijn proportioneel? Het zijn diepe vragen waar we als samenleving mee geconfronteerd worden. Het is belangrijk om te praten, en samen uit te vinden waar onze grenzen liggen als samenleving. De groepen die dit gesprek willen aangaan worden voor ‘wappie’ uitgemaakt. Dat moet stoppen.

Angst

Zonder ruimte voor een tegengeluid wordt een overheidsbeleid al gauw opgevat als propaganda en dictatuur. De verdeeldheid neemt toe, er wordt niet gepraat en de kloof wordt groter en groter, alsof er een wig gedreven wordt tussen enerzijds de medici en de overheid, en anderzijds de critici. De wederzijdse verharding tussen critici en overheid lijkt vooral een product van angst te zijn. Angst voor het verloop van de pandemie. Bang dat het niet goed komt, en daarom zijn alle partijen in opperste paraatheid, klaar om zich te verdedigen.

De overheid lijkt de orde te willen handhaven met de harde hand, en maakt de weg vrij voor haar plannen. Deze pandemie is voor iedereen spannend, en de ‘angst voor ruis’ bij de uitvoering van de overheidsplannen is dan ook ergens wel te begrijpen. Maar het is niet terecht. Er is geen reden om bang te zijn voor een diversiteit aan geluiden, dat is juist leerzaam en verrijkend. En het is een kwestie van wederzijds vertrouwen dat we er samen wel uit zullen komen. Uiteindelijk willen we allemaal hetzelfde, namelijk een toekomst voor allemaal. Daarbij kijkt de ene partij vooral naar de medische belangen, en de andere partij bekijkt gezondheid en welzijn vanuit een holistischer perspectief. Beide visies hoeven elkaar niet uit te sluiten. We willen allemaal de toekomst beschermen, alleen de manier waarop is een discussiepunt.

Wederzijds respect

Of je nu wel of niet ‘gelooft’ in het bestaan van het virus, het is duidelijk dat veel mensen het prettig vinden dat er rekening mee wordt gehouden, en het is een kwestie van respect om dat te doen. Het is eveneens een kwestie van respect om elkaar geen wappie te noemen, en de dialoog niet uit de weg te gaan en vrijheid van meningsuiting te respecteren (met respect). We kunnen proberen elkaar te leren begrijpen.

Het feit dat de situatie lijkt te polariseren tussen de critici en de overheid, en ook de medici, zoals met bijv. de avondklokrellen, vind ik wel verklaarbaar, omdat er duidelijk spanningsvelden zijn, en de dialoog ontbreekt. Ik praat het niet goed, want geweld is nooit een oplossing, maar ergens kan ik het wel begrijpen dat de jeugd escaleerde. Zij zijn zoekende om hun gevoelens te kanaliseren. (zie ook mijn vorige blog: Beter geen harde aanpak voor relschoppers[5]). De jeugd is geen ‘tuig’, net zoals de critici geen ‘wappies’ zijn.

Balans

Het is duidelijk dat de strenge maatregelen van lockdown en avondklok een grote impact hebben op psychosociaal en maatschappelijk welzijn, voor alle leeftijdsgroepen. Bovendien is psychosociale ondersteuning afgeschaald (lockdown). Wat rest, is vrijwel enkel nog een medische focus op “leven”. Ondertussen neemt de sociale ongelijkheid toe. Naarmate de tijd verstrijkt, raakt de samenleving steeds verder ontwricht en loopt men tegen grenzen aan. Men kan wel stellen dat de samenleving uit balans is, en dat er een te dominante medische focus is ontstaan, met te weinig aandacht voor psychosociaal en maatschappelijk welzijn.

De oplossing dient te beginnen met het vaststellen van de reikwijdte van het doel van de corona-maatregelen, en de achterliggende waarden: Streven we puur naar het uitbannen van het coronavirus (medisch model denken)? Ten koste van alles? Of streven we naar het maximaliseren van de overlevingskansen voor iedereen? In engere of bredere zin? Of streven we naar het maximaliseren van levenskwaliteit ook tijdens onvoorziene omstandigheden (doorleven)? Is er een optimale mix van perspectieven mogelijk die recht doet aan eenieder in alle diversiteit? Het zijn vragen die gesteld moeten worden, en die niet door een monodisciplinair team beantwoord zouden moeten worden. Met een gezamenlijk doel ontstaat verbinding. Kunnen we verbinding vinden? We horen toch allemaal rekening te houden met elkaar.

Mensen weten zelf vaak wel wat er wel en niet kan of mag. En zij letten zelf ook wel op met kwetsbare mensen in hun omgeving, die overigens zelf ook vaak extra goed opletten. De creatieve oplossingen zijn talrijk. Maar wanneer de overheid zelfredzaamheid ‘verbiedt’ op straffe van boetes, omdat er nu eenmaal een uniforme maatregel is afgekondigd, dan kan ook dat weerstand oproepen.  Doordat de focus op vrijheidsbeperking ligt en niet op zelfredzaamheid, worden mensen onteigend van de zeggenschap over hun eigen problemen, en daarmee in hun gevoel van trots geraakt. Deze dynamiek is ook weer in de context te plaatsen van groeiende emancipatie door de gehele samenleving heen, alsook passend bij de revolutie van het VN-Verdrag voor de Rechten van Personen met Beperkingen, waarbij een historische stap naar zelfbeschikking wordt gemaakt, en waarmee “medisch paternalisme” steeds verder wordt teruggedrongen. De maatregelen van repressie en vrijheidsbeperking weerspiegelen daarentegen een paternalistische overheid die haar burgers niet vertrouwd. Dat wekt weerstand op en is niet echt in lijn met de slogan “Alleen samen krijgen we corona onder controle” .

Niemand wil dat de IC’s overstromen, of dat andere zorg in het gedrang komt. Maar feitelijk laten we nu bijv. de GGZ-ondersteuning wél in het gedrang komen door de coronamaatregelen, alsof dat geen vitaal onderdeel is van gezondheid of leven. Zo ook met maatschappelijk welzijn, onderwijs en sociale contacten, sport, werk en ontwikkeling. De maatregelen worden door een deel van de bevolking ervaren als “niet evenredig” ofwel niet proportioneel. In een democratie telt elke stem.

Proportionaliteit is een vraagstuk, en alleen samen kunnen we het antwoord vinden.


[1] Mind the Gap – Covid-19 Vaccination in institutions while existing injustices exacerbate https://tekeertegendeisoleer.wordpress.com/2020/12/09/mind-the-gap-covid-19-vaccination-in-institutions-while-existing-injustices-exacerbate/

[2] Wet Tijdelijke Maatregelen Covid-19 https://wetten.overheid.nl/BWBR0044337/2020-12-01

[3] College voor de Rechten van de Mens https://mensenrechten.nl/nl/coronavirus-en-mensenrechten

[4] Bericht Brief van 4 IC artsen: https://www.nrc.nl/nieuws/2021/01/31/maatregelen-eisen-te-grote-tol-a4029894

[5] blog: Beter geen harde aanpak voor relschoppers https://tekeertegendeisoleer.wordpress.com/2021/01/29/beter-geen-harde-aanpak-voor-relschoppers/